Belgische mannen en vrouwen die gezond over de meet van de 65 gaan, kunnen gemiddeld nog rekenen op tien gezonde levensjaren.
Daarmee zitten we één jaar boven het Europees gemiddelde, zegt Eurostat. De Zweden zijn de Europese kampioenen: een Zweedse vrouw doet er na haar 65 gemiddeld nog 15 gezonde jaren bij. Professor Herman Van Oyen van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) verwerkte de Belgische gegevens.
Wat zijn gezonde levensjaren? Van Oyen: Leven zonder langdurige beperking en jezelf ook als gezond ervaren. Een langdurige beperking is een medisch probleem dat langer dan zes maanden duurt, dus een gebroken arm telt niet mee. De EU bevraagt dit in een grote enquête naar de levensomstandigheden, omdat ze tegen 2020 het gemiddeld aantal gezonde levensjaren met twee jaar wil optrekken. De lat ligt wat te hoog, denk ik, maar dat hoeft niet verkeerd te zijn. Belangrijk is dat de EU van het principe is dat niet alleen de duur, maar ook de kwaliteit van het leven belangrijk is. Voor hen is dat een economische redenering: als we ons als een sterk economisch blok willen ontwikkelen, hebben we een gezonde werkpopulatie nodig die actief ouder wordt, en die voor vernieuwing blijft zorgen.
Wat leren deze cijfers?
Van Oyen: Dat er nog een enorme ongelijkheid is in de EU. In de nieuwe lidstaten uit Oost-Europa is het aantal gezonde levensjaren aanzienlijk lager dan die in de andere lidstaten. En in de landen die het best scoren, zoals België, zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen steeds kleiner, soms halen de mannen de vrouwen zelfs in. In Oost-Europa zijn de mannen zwakker, vooral door slechte werkomstandigheden en levensstijl, zoals roken en alcohol. Daar zit de progressiemarge. Dat de Nederlandse vrouwen minder gezonde levensjaren hebben dan de Belgische, komt bijvoorbeeld door hun rookgedrag. (TV)
