‘Ontbijten zet rechtstreeks aan tot meer fysieke activiteit’, stellen Britse onderzoekers. Maar die stelling is erg kort door de bocht, het omgekeerde lijkt waarschijnlijker: jongeren ontbijten juist als ze weten dat er fysieke activiteiten op het programma staan.
Hoewel hun besluit ietwat voorzichtig oogt, lijken Britse onderzoekers te geloven dat ontbijten rechtstreeks aanzet tot meer fysieke activiteit. Tenminste hun resultaten ondersteunen die denkpiste. Maar dat lijkt wel de omgekeerde wereld en hun uitleg klinkt erg onwaarschijnlijk. Dit is het soort onderzoek dat ons niets oplevert.
Ontbijten gaat gepaard met meer matige en intensieve fysieke inspanning in weekends, zo luidt de eerste zin van het besluit. De Britten volgden 4 dagen lang de ontbijtgewoonten op van 860 veertienjarige jongens en meisjes. Een klein meetapparaatje aan de gordel registreerde ondertussen alle fysieke activiteit en het hartritme.
Tijdens de weekdagen, wanneer de jongeren naar school gingen, was er geen verschil in fysieke activiteit tussen de jongeren die ’s ochtends ontbeten en diegene die het ontbijt overgeslagen hadden. Maar op weekenddagen bleken de jongeren die een ontbijt namen, duidelijk meer fysiek actief dan de andere groep.
Wie denkt dat de jongeren die het ontbijt skippen, langslapers zijn, zit fout volgens de onderzoekers, maar een degelijke verklaring geven ze niet. Ze maken zich echter sterk dat het ontbijt overslaan tot apathie, fut- en lusteloosheid kan bijdragen.
‘Waarom ontbijt je ’s ochtends?’
Jongeren die vroeg opstaan in het weekend doen dat misschien omdat ze een weekendjob hebben of lid zijn van een sportclub, suggereren de onderzoekers als mogelijkheid.
Dat lijkt inderdaad een aanvaardbare hypothese, maar daaruit besluiten dat ze meer fysiek actief zijn omdat ze goed ontbeten hebben, lijkt dan weer te kort door de bocht. Waarschijnlijk hebben de jongeren goed ontbeten omdat ze wisten dat ze fysiek aan de slag zouden gaan en dat ze het al snel moeilijk zouden krijgen zonder een stevig ontbijt. Maar daarover hebben ze, helaas, geen vragen gesteld aan de jongeren. Het zou nochtans erg eenvoudig geweest zijn om de intenties van de jongeren te achterhalen. Een vraag als, “waarom ontbijt je ’s morgens” kon verhelderend zijn en een meerwaarde betekenen voor het onderzoek.
Verloren tijd
Nu besluiten de onderzoekers blijkbaar dat ontbijten aanzet tot meer bewegen, terwijl de jongeren misschien wel ontbijten omdat ze weten dat ze de energie later nodig zullen hebben. Maar ook dat kunnen we uit dit onderzoek niet besluiten.
Spijtig van de tijd, het geld en de middelen die aan dit onderzoek verloren zijn gegaan. Het levert ons niets op.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier