Melanoom in het kort

Melanomen zijn eerder zeldzaam. Toch is het raadzaam alert te zijn en je huid regelmatig te laten onderzoeken.

Eén Belg op de 6 krijgt ooit huidkanker. Melanomen komen relatief weinig voor – 10% van alle huidkankers – maar het is wel de meest gevaarlijke vorm van huidkanker, met de hoogste mortaliteit.

Een melanoom is niet altijd het gevolg van een bestaande naevus of moedervlek. Integendeel: 70% van de melanomen ontstaan ‘de novo’, met andere woorden op intacte huid. Bovendien komt een melanoom niet noodzakelijk voor op huid die blootgesteld werd aan de zon of op zichtbare huid: een melanoom kan ook opduiken in een okselholte, een bil of tussen de tenen.

‘Zie het, stop het!’ Dat was dit jaar de slogan van de opsporingscampagne van Euromelanoma. U kunt het document over zelfonderzoek downloaden en ook de brochure ‘See it, stop it!’.

De eerste behandeling is altijd chirurgisch. Het verdachte letsel wordt weggenomen en geanalyseerd in het laboratorium. Daarna wordt er nog meer weggesneden, de veiligheidsmarge, om lokale recidieven te vermijden. Bevindt het melanoom zich in het beginstadium, dan is geen verdere behandeling nodig en volstaan regelmatige controles. Is het melanoom meer gevorderd, dan bestaat de kans dat de kankercellen de lymfevaten en lymfeklieren bereikt hebben. Om zeker te zijn wordt het eerste (dichtstbijgelegen) klierstation weggenomen, de sentinelklier. Bevat die geen melanoomcellen, dan kan de patiënt gerust zijn. Is dat wel het geval, dan zullen vroeg of laat uitzaaiingen opduiken in andere organen.

“Gedurende dertig jaar”, zo zegt professor Véronique del Marmol, diensthoofd dermatologie in het Erasmusziekenhuis van de ULB, “kenden de behandelingen van melanomen in een vergevorderd stadium geen grote evolutie: we kunnen de patiënten alleen klassieke chemotherapeutische behandelingen aanbieden. Maar de afgelopen 2 jaar werd wel veel vooruitgang geboekt, dankzij doelgerichte medicijnen en immunotherapie. Beide ziekenhuizen, het UZ Brussel en het Erasmusziekenhuis, werken samen om de beste resultaten te boeken en patiënten zo goed mogelijk te helpen.”