Maagverkleining wordt nu ook overwogen bij mensen met diabetes

Met de manipulatie van de maag en de dunne darm treden er veranderingen op in de hormonen die het hongergevoel regelen en die ook een invloed hebben op andere mechanismen van de stofwisseling en de suikercontrole.

Het is niet exact geweten hoeveel maagoperaties er al werden uitgevoerd. In de VS lijkt het aantal maagverkleiningen sinds 2003 een plateau bereikt te hebben van ongeveer 115.000 per jaar. Voor Europa zijn er landelijke schattingen bekend die samen alleszins uitkomen op meer dan 50.000 officiële ingrepen per jaar. Deze aantallen stijgen nog in diverse landen. Er zijn vermoedens dat in ons land alleen al in totaal (alle jaren samengeteld) meer dan 100.000 mensen een maagingreep voor overgewicht ondergingen.

De Roux-en-Y bypass, de belangrijkste ingreep op dit moment, geniet steeds meer de voorkeur omdat hij weinig verwikkelingen veroorzaakt. De chirurg verkleint daarbij de maag tot een zakje met ongeveer de omvang van een ei. Hij verbindt deze maag met de dunne darm op een 100 tot 150 centimeter voorbij de maagopening. Dat betekent dat het eerste deel van de dunne darm uitgeschakeld is voor voedselopname. Minder dan 3 op de 1000 patiënten overlijden binnen de maand na de ingreep, wat erg weinig is gezien de toch vaak ingewikkelde lichamelijke toestand. Ook de maagring is erg populair, maar hij boet aan belang in omdat hij meer problemen oplevert. Na een aantal jaren is er dan een nieuwe ingreep nodig, vaak een Roux-en-Y bypass.

Ingesnoerde honger

Het gewichtsverlies met deze ingrepen loopt uiteen. Sommige mensen geraken tot 75% van hun overgewicht kwijt, anderen komen na verloop van tijd weer bij tot meer dan het oorspronkelijke uitgangsgewicht. Globaal lijkt het resultaat positief. Belangrijker is echter dat deze maagingrepen de kans op overlijden aan de gevolgen van overgewicht op lange termijn fors verlagen. De voordelen lijken op dit moment dus groter dan de nadelen. Een deel van dat effect schuilt in de zeer positieve invloed op diabetes type 2. In die mate zelfs dat er al stemmen opgaan om zulke ingrepen aan te bevelen voor mensen met een minder aanzienlijk overgewicht maar met een moeilijk controleerbare diabetes.

De mate waarin de toestand verbetert, toont een sterk verband met de mate van gewichtsverlies. Maar er is meer. Met de manipulatie van de maag en de dunne darm treden er veranderingen op in de hormonen die het hongergevoel regelen en die ook een invloed hebben op andere mechanismen van de stofwisseling en de suikercontrole. Onderzoek hiernaar heeft al nieuwe inzichten opgeleverd in de regeling van honger en verzadiging. De hoop leeft dat hieruit minder ingrijpende behandelingen tot gewichtsverlies voortvloeien. (JE) Meer informatie over dit onderwerp staat in Bodytalk n°70, juli 2012.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content