Kamperen zet onze interne klok weer op scherp

Elektrische verlichting is een geweldige uitvinding, maar haalt ons dag- en nachtritme uit de haak. Kamperen met alleen maar natuurlijke lichtbronnen zoals zon en kampvuur kan je interne klok weer haarscherp afstellen

Meer dan 25 procent van de Belgen heeft slaapproblemen. Ze voelen zich niet uitgerust, kunnen zich moeilijk concentreren, zitten vermoeid achter het stuur, enzovoort. De grootste boosdoener is een van de grootste ontdekkingen van de mens: elektrisch licht. Licht heeft een ingrijpende invloed op onze biologische systemen. Blootstelling aan zonlicht in de ochtend, de sterkste regelende factor voor onze interne klok, leidt tot een optimaal samenvallen van de werking van lichaam en geest met het verloop van de dag.

De komst van de elektrische verlichting in de jaren 1930 heeft dat natuurlijke proces zwaar overhoopgehaald. Onze woningen baden tegenwoordig in helder licht, en we blijven tot laat in de nacht actief. Vooral het erg stimulerende blauwe kunstlicht van smartphones en tablets is storend voor het dag-nachtritme en de natuurlijke slaapcyclus.

Kamperen met alleen maar natuurlijke lichtbronnen zoals zon en kampvuur kan je interne klok weer haarscherp afstellen. Dat bleek uit een kampeerexperiment waarbij smartphones en andere bronnen van kunstlicht thuis bleven. Tijdens een weekje kamperen bedroeg de dagelijkse lichtblootstelling van de deelnemers bijna 4500 lux, tegenover slechts 980 lux op een doordeweekse dag. Het verschil was vooral groot tijdens de eerste 2 uren na het ontwaken, het gevoeligste moment van onze lichaamsklok voor de invloed van zonlicht.

Suf hoofd

Het overdadige licht had een grote invloed op de afscheiding van het slaaphormoon melatonine. In de kampeerweek ging de productie zowat 2 uur vroeger van start, ongeveer rond zonsondergang, en stopte ze kort voor het ontwaken, net na zonsopgang. Dat had duidelijke gevolgen voor het slaapgedrag van de deelnemers. Op kamp gingen ze ongeveer 1 uur en 15 minuten vroeger slapen dan thuis. Bovendien eindigde hun melatoninecyclus ongeveer een uur vóór het einde van de slaap, waardoor hun slaap afnam en hun brein actiever werd, waardoor je makkelijker ontwaakt.

Naarmate de melatoninecyclus later op de avond aanvangt, blijven de hersenen langer actief, en dat verstoort de slaap. Door de verschuiving eindigt de melatoninecyclus vaak pas na het ontwaken, waardoor je met een suf hoofd en niet helemaal uitgeslapen wakker wordt. Te weinig ochtendlicht en te veel avondlicht maakt dus dat avondtypes hun lichaamsklok systematisch achteruitduwen, wat hun slaapproblemen en sociale jetlag nog erger maakt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content