In meer dan tachtig Vlaamse steden en gemeenten kunnen dokters deelnemen aan het project Bewegen op Verwijzing. Daarbij kunnen ze patiënten met bepaalde aandoeningen doorverwijzen naar een bewegingscoach.
Dat meldt Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V).
Het project kan over een periode van vijf jaar rekenen op 4,5 miljoen euro ondersteuning.
Bewegen
Bewegen Op Verwijzing (BOV) kadert in het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid en de hieraan gekoppelde gezondheidsdoelstellingen. Heel wat Vlamingen bewegen onvoldoende, wat het risico op hart- en vaatziekten, sommige types van kanker en diabetes type II verhoogt.
Met Bewegen op Verwijzing kunnen huisartsen patiënten met bepaalde aandoeningen (zoals diabetes en obesitas) doorverwijzen naar een bewegingscoach. Die coach stelt dan samen met de deelnemer een beweegplan op maat op. Bedoeling is dat de drempel laag wordt gehouden. Dat kan gaan van activiteiten die passen in het dagelijkse leven van de patiënt (bijvoorbeeld met de fiets naar het werk gaan) tot lokale laagdrempelige sportinitiatieven.
Het project draait al enkele jaren proef in de regio Leuven. De resultaten daar wijzen op een succes. Mensen die door een inactieve leefstijl een verhoogd gezondheidsrisico lopen geraken niet alleen in beweging dankzij de coaching, ze blijven ook in beweging. Bovendien lijkt het project ook de meest kwetsbaren vlot te bereiken. ‘Uit het proefproject bleek dat liefst 37 procent van de deelnemers uit maatschappelijk kwetsbare groepen komen’, klinkt het.
Het project breidt volop uit. Intussen zijn er projectaanvragen in 26 kleinstedelijke gebieden goedgekeurd, goed voor in totaal meer dan tachtig steden en gemeenten. Vandeurzen: ‘Het Bewegen Op Verwijzing-project loopt voor 5 jaar. We trekken hiervoor 4,5 miljoen euro uit. Het Lokaal Gezondheidsoverleg en de lokale besturen zijn de drijvende krachten achter Bewegen Op Verwijzing. Ook de huisartsen vervullen een belangrijke rol. Het is voor hen een concreet instrument waarmee zij hun risicopatiënten kunnen verwijzen om meer te gaan bewegen.’
