Hormoon bepaalt verband tussen artrose en overgewicht

Tot nog toe was het algemeen aangenomen dat het de extra kilo’s waren die voor de belasting op de gewrichten zorgen.

Wie ‘stevig in het vlees’ zit, heeft een groter risico op het krijgen van artrose. Tot nog toe dachten wetenschappers dat die gewrichtsslijtage vooral te maken had met de druk van het gewicht die artrosepatiënten moeten meesleuren op het aangetaste gewricht. Nu blijkt echter dat er vooral een andere factor is het spel is: de adipokinen die ons lichaam bevat. Vetweefsel verandert de hoeveelheden adipokinen en dat heeft een effect op het beloop van artrose.
Het is een wetenschapper van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) die de ontdekking heeft gedaan en er ook mee promoveerde. Mensen met overgewicht lijden opvallend meer aan artrose dan mensen die mager door het leven gaan. Tot nog toe was het dan ook algemeen aangenomen dat het de extra kilo’s waren die voor de belasting op de gewrichten zorgen waardoor die sneller gaan slijten.

Maar, zo redeneerde de wetenschapper Yusuf Erlangga, waarom hebben mensen met overgewicht niet alleen artrose in de knie- en heupgewrichten, maar ook in hun handen? Daar ging de redenering van de mechanische belasting niet voor op.

Nieuwe behandeling

Erlangga begon het vetweefsel zelf te bestuderen. Vetweefsel produceert immers adipokinen, dat zijn hormonen, inflammatoire cytokinen en andere eiwitten. Eerder onderzoek had al aangetoond dat obesitas leidt tot de vorming van meer inflammatoire (die ontstekingen veroorzaken) en minder anti-inflammatoire (die ontstekingen tegengaan) adipokinen. In een mensenlichaam vinden we een vijftigtal soorten adipokinen terug. Erlangga onderzocht daar drie belangrijke van. Bij een van de drie – ediponectine – vond hij iets bijzonders: adipokinen worden door het vetweefsel gemaakt maar het vetweefsel van mensen met overgewicht maken minder adiponectine.

Hoe minder adiponectine een mens in zijn lichaam heeft, hoe meer hij lijdt aan artrose. Artrose die daardoor niet beperkt blijft tot de gewrichten die zwaar belast worden (zoals knie en heup), maar zich ook uitbreidt naar andere gewrichten, zoals die in de handen. Adiponectine remt immers de afbraak van kraakbeen af en stimuleert de vorming van kraakbeen. Mensen die weinig adiponectine hebben, lopen dan ook een verhoogd risico op snellere afbraak van het kraakbeen, wat het geval is bij artrose.

Die ontdekking kan in de toekomst de basis zijn voor een nieuwe behandeling waarbij het tekort aan adiponectine wordt aangevuld.

Désirée De Poot Bron: AMC

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content