‘Groot kwaliteitsverschil tussen ziekenhuizen voor heupprotheses’

Heup © Istock

Wie een totale heupprothese krijgt, heeft in sommige ziekenhuizen twee tot drie keer meer kans dat er een tweede operatie zal volgen.

Volgens cijfers van de Christelijke Mutualiteit (CM) is de kans op een tweede operatie na een totale heupprothese afhankelijk van het ziekenhuis waarin de patiënt geopereerd is.

In 2013 kregen bijna 20.500 patiënten een nieuwe heup. Een nieuwe heup gaat meestal meer dan vijftien jaar mee. Maar soms is een nieuwe operatie (een revisie) nodig. Uit cijfers die de CM publiceerde, blijkt dat wie een nieuwe heup krijgt, gemiddeld bijna 95 procent kans heeft dat die het tien jaar zal uithouden.

‘Internationaal gezien zijn dat goede cijfers, maar de kans op revisie loopt van ziekenhuis tot ziekenhuis uiteen’, klinkt het. Het OLV van Lourdesziekenhuis in Waregem scoort erg goed: patiënten lopen er bijna drie keer minder risico dat hun heup binnen tien jaar aan vervanging toe is. In het Sint-Vincentiusziekenhuis in Deinze hebben ze dan weer bijna twee keer meer kans dan het gemiddelde op een revisie binnen die periode. In het Universitair Ziekenhuis van Namen in Godinne is dat bijna drie keer meer kans.

Verschil in kwaliteit

Andere indicatoren wijzen ook op een verschil in kwaliteit. Zo is er bij gemiddeld 17 procent van de ingrepen een bloedtransfusie nodig. Maar het AZ Glorieux in Ronse haalt 56 procent. De verblijfsduur in het ziekenhuis voor een totale heupprothese bedraagt 7 dagen, maar loopt uiteen van 5 tot zelfs 24 dagen. De kans om na de operatie in intensieve zorg te belanden is gemiddeld 8 procent, maar in het ziekenhuis in Veurne is dat 82 procent.

‘De kwaliteit van de ingrepen is in ons land over het algemeen goed, maar er zijn verschillen tussen de ziekenhuizen’, zegt CM-voorzitter Luc Van Gorp. ‘Door transparant te communiceren over deze verschillen, hopen wij de algemene kwaliteit van de zorg nog te verbeteren.’ (Belga/AVE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content