Fietskar, bakfiets of fietsstoeltje: wat is het veiligst?

De fiets is een handige manier om kinderen mee te vervoeren. Met welk aanhang- of opzetstuk doe je dat het veiligst?

Is het terecht dat heel wat mensen gruwen bij het zien van kinderen in een kar die “bungelt” achteraan een fiets? Is een stoeltje op de bagagedrager dan veiliger? Inderdaad, een fietser is een kwetsbare weggebruiker. Niettemin raakt in ons land bij fietsongevallen “slechts” in 11,4% van de gevallen een auto betrokken. Driekwart van deze onfortuinlijke fietsers liep alleen wat builen en schrammen op. Veel vaker gebeurt het dat fietsers in hun eentje onderuitschuiven (33%), of tegen een andere fietser aanrijden (4,3%), of tegen een voetganger (5,7%), of tegen een obstakel (8,5%). De fietskar biedt door de kooi een extra veiligheid voor het kind. Zelfs als de fietser tegen de grond knalt, blijft de kar vaak overeind. En tuimelt de kar toch om, dan hangt het kind nog steeds in de veiligheidskooi, tenminste als het vastzit met een veiligheidsgordel (liefst een 5-punts). Europa heeft nog geen veiligheidsnormen voor de constructie van de veiligheidskooi uitgevaardigd (in tegenstelling tot de VS), maar die zouden er snel kunnen komen.

Breedte geen bezwaar

Bots je met zo’n brede kar niet overal tegenaan ? Hier geldt hetzelfde als voor de fietser die met een auto leert rijden : ook met een fietskar moet je je plaats op de weg leren innemen, bochten leren nemen enz. Het accent ligt dus op de vaardigheid van de fietser en niet op de omvang van de kar. Is het dan niet zo dat auto’s moeilijk langs de kar heen kunnen en dat dat de kans op een aanrijding doet toenemen ? De praktijk wijst uit dat een groot object met opvallende kleuren en reflecterende stroken chauffeurs tot voorzichtigheid noopt. Net omdat ze er niet gemakkelijk kunnen langsglippen, wachten ze tot de baan vrij is om in te halen. Fietskarren zijn zichtbaarder dan heel wat fietsers.

Tijdens een oefenrit kan je achterhalen hoe de fietskar zich op de weg en in verschillende verkeerssituaties gedraagt. Vervang daarbij het gewicht van het kind bv. door een tas vol boeken of een zak grind. Op die manier kan je ook wennen aan de grotere draaicirkels en de langere remafstand. Met een fietskar mag je wettelijk maximaal 45 kg vervoeren, maar met 2 kinderen en wat bagage is dat snel bereikt. Tel daarbij het framegewicht van 15 kg, en je komt aan een af te remmen gewicht van 60 kg.

Beter laag bij de grond

In een kar zit het kind dicht bij de grond en kan het dus niet diep vallen. In een fietsstoel bevindt het hoofdje zich op ongeveer 1,4 meter hoogte.

Er gebeurde nauwelijks onderzoek dat dit alles kan bewijzen. Twee oudere studies over ongevallen met fietsstoeltjes dateren uit de periode dat de kwaliteitsnormen nog minder hoog lagen en leveren weinig op. Een derde onderzoek, uit 2000, behandelt 6 ongevallen met een fietskar en 43 met een fietsstoel, wat de American Academy of Pediatrics een lichte voorkeur deed formuleren voor de kar. Ook bij onderlinge vergelijkingen uit 2009 komt de kar er meestal beter uit. In een kar zit het kind dicht bij de grond en kan het dus niet diep vallen. In een fietsstoel bevindt het hoofdje zich op ongeveer 1,4 meter hoogte, wat leidt tot een grotere impact bij een val. Het kind zit in de stoel ook vast met een veiligheidsgordel, waardoor het meegesleurd wordt door de fiets. Geen gordel is uiteraard geen optie. Al steken de zijkanten van de stoel boven het kinderhoofdje uit, dan nog blijft het risico op een hoofdletsel bij een zijwaartse val relatief groot, zelfs in combinatie met een fietshelm. Het is niet duidelijk of voor- of achteraan gemonteerde kinderzitjes een verschil maken voor de kans op kwetsuren.

Door hun lage en brede constructie kiepen fietskarren niet snel om. Hoe lager het zwaartepunt, hoe breder de wielbasis, hoe stabieler de kar. Een fiets is labieler. Op een mooi glad en horizontaal wegdek heeft een kind in een stoeltje weinig invloed op de stabiliteit. Maar bij lage snelheden, in stilstand, bij oneffenheden in de weg en/of met extra bagage, zoals winkeltassen, wordt het geheel wankel. De stabiliteit neemt ook af naarmate het kind groter en levendiger wordt. En ook het parkeren en het op- en afstappen van de fiets verloopt met een kinderstoel moeizamer en leidt weleens tot een val. Vooral bij mannenfietsen en bij vrouwenfietsen met een hoge of smalle instap. Twee kinderen meenemen op de fiets is hachelijk, in een fietskar is dat geen probleem.

Kooi met kreukelzone

Bij de aanrijding van een fietskar hangt een eventueel letsel vooral samen met de snelheid van de auto. Bij een lage snelheid biedt de fietskar als veiligheidskooi en kreukelzone een behoorlijke bescherming. De beelden van een crashtest bij 25 kilometer per uur van de Duitse automobielclub ADAC tonen hoe de fietskar overeind blijft en het kind schijnbaar niet geraakt wordt, terwijl de fietser onderuitgaat.

De vereniging van de Amerikaanse kinderartsen raadt aan om kinderen pas vanaf 1 jaar mee te nemen in een stoeltje waarin ze rechtop moeten zitten.

Een fietsstoel waarin het kind rechtop zit, is niet geschikt om in te slapen. Het hoofdje slingert dan in alle richtingen, en dat is niet goed voor jonge hersenen. Zacht opgepompte banden vangen kleine schokken op maar dreigen sneller lek te lopen. Fietsen met dikke banden, zoals mountainbikes, zijn in dat opzicht beter om kinderen mee te nemen. Er bestaan ook afgeveerde kinderstoeltjes en modellen die vrij horizontaal geplaatst kunnen worden, vooral voor de allerkleinsten.

In een fietskar zitten kinderen comfortabeler dan in een fietsstoel. Sommige karren zijn extra afgeveerd, maar een wat stuggere ophanging is wel beter voor de wegstabiliteit bij hogere snelheden. Om te verhinderen dat bij het slapen het hoofdje heen en weer schudt, kan een gefixeerd zijkussen een oplossing brengen. Een fietskar beschermt ook tegen slecht weer. De afsluitkap vooraan blijft beter dicht, zelfs bij zeer warm weer, als bescherming tegen opspringende steentjes.

De vereniging van de Amerikaanse kinderartsen raadt aan om kinderen pas vanaf 1 jaar mee te nemen in een stoeltje waarin ze rechtop moeten zitten. Voordien zou de nek niet stevig genoeg zijn om de schokken van de rit op te vangen. Niettemin is men in ons land minder streng en mag een kind al vanaf 6 maanden mee. Voorwaarde is wel dat het vanuit een kruiphouding vlot zelfstandig kan gaan zitten, waardoor het de vaardigheid heeft opnieuw recht te gaan zitten in de fietsstoel als het uit evenwicht is geraakt. Een kinderhelm voegt gewicht toe, en de nek moet dat kunnen dragen. Ook dat is een reden om een kind niet te vroeg mee te nemen op de fiets of in een kar.

Dierbare vracht in een bak

Fietskar, bakfiets of fietsstoeltje: wat is het veiligst?
© Belga

Van bakfietsen bestaan er meerdere modellen : met 2 of met 3 wielen, met een meedraaiende bak of met een vaste bak met draaiende voorwielen. Door hun verschillend weggedrag is vergelijken moeilijk. Het onderzoek is schaars. Bakfietsen met 2 wielen zijn minder stabiel dan die met 3, maar toch valt hun stabiliteit nog mee omdat het om een vrij lage constructie gaat, en is ze zelfs groter dan die van een fiets met kinderstoel, zeker wanneer je 2 kinderen wil meenemen. Voordeel is ook dat de kinderen vooraan zitten. Zo kan je gemakkelijk met hen praten en hen in het oog houden. Bij vervoer met een fietskar is een op het stuur gemonteerd spiegeltje in die zin nuttig, en tegelijk houd je zo het achteropkomende verkeer in de gaten. Bakfietsen zijn doorgaans zwaarder uitgevoerd, wat hen minder geschikt maakt voor lange tochten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content