Experimenteel ebolamedicijn: positief voor beperkte groep

© reuters

In Guinee komen de eerste resultaten aan het licht van het experimentele medicijn Favipiravir tegen ebola. Momenteel lijkt het enkel positief effect te hebben op wie weinig van het virus in het bloed heeft. Patiënten met meer virusdeeltjes en kleine kinderen zouden er niet bij gebaat zijn.

Bij patiënten die nog niet te veel ebolavirusdeeltjes in hun bloed hebben, verlaagt een behandeling met het experimentele medicijn Favipiravir van het Japanse bedrijf Toyama Chemical het sterftecijfer. Maar voor patiënten met veel ebolavirusdeeltjes, helpt het medicijn niet. Dat blijkt uit de eerste resultaten van een klinische studie die in december 2014 begon in een ebolacentrum van Artsen Zonder Grenzen in Guinee. Het onderzoek is echter nog niet helemaal afgerond.

Niemand weigert

Op 17 december begon de klinische studie in het ebolacentrum van Artsen Zonder Grenzen in Guéckédou, het epicentrum van de uitbraak, onder leiding van het Franse onderzoeksinstituut Inserm. Later namen ook patiënten uit de klinieken in N’Zérékoré en Macenta deel.

“Onze patiënten krijgen de volledige uitleg over het medicijn en het onderzoek en mogen kiezen of ze deelnemen of niet”, zegt dokter Annick Antierens, die voor Artsen Zonder Grenzen de klinische studie leidt. “Patiënten die de experimentele behandeling liever niet willen, krijgen die natuurlijk niet. Zij krijgen wel alle andere ondersteunende zorg.”

Tot nu toe heeft in Guéckédou geen enkele patiënt geweigerd om mee te doen aan de studie. “Bij veel patiënten was er zelfs een zekere trots. Heel de wereld wacht op een geneesmiddel tegen ebola, en ze zijn trots dat ze kunnen helpen”, zegt Julien Demeuldre, een verpleger van Artsen Zonder Grenzen die aan het hoofd stond van de kliniek in Guéckédou. “Maar er heerst zeker geen overdreven optimisme. De mensen hebben geen valse hoop. Ze kennen ebola, ze weten dat de kans groot is dat ze, experimenteel medicijn of niet, zullen sterven.”

Geen wondermiddel

Ook bij het verzorgende personeel is men trots op de medewerking van hun behandelingscentrum aan het medische onderzoek. Daar overheerst evenzeer het realisme. “We zagen dat de behandeling effect had op sommige patiënten en op andere niet. Sommigen genazen, anderen stierven”, zegt Demeuldre. “Hoe dat kwam, wisten we niet.”

Vandaag wordt er een verklaring naar voren geschoven door Inserm: voor patiënten die relatief weinig virusdeeltjes in hun bloed hadden, kan Favipiravir het verschil maken. De kans om te sterven in die groep patiënten daalde van 30 naar 15 procent. Maar voor patiënten met meer virusdeeltjes en voor kleine kinderen, helpt het medicijn niet.

“Er is meer onderzoek nodig”, stelt Antierens. “Dit zijn voorlopige resultaten, die moeten bevestigd worden en het onderzoek loopt nog. Voor een belangrijke groep patiënten, zij die er het slechtst aan toe zijn, is er bovendien geen goed nieuws. Favipiravir is duidelijk geen wondermedicijn.” Het onderzoek naar Favipiravir wordt voortgezet in Guinee.

Bloedplasma

Tegelijk worden andere pistes onderzocht. In het ebolabehandelingscentrum van Artsen Zonder Grenzen in de Guineese hoofdstad Conakry loopt momenteel een klinisch onderzoek met het toedienen aan patiënten van bloedplasma van genezen volwassen vrijwilligers, dat antistoffen bevat tegen het ebolavirus. Eind februari begint Artsen Zonder Grenzen met een onderzoek voor een experimenteel ebolavaccin, ook in Guinee.

In de getroffen regio in West-Afrika (Guinee, Liberia, Sierra Leone en Nigeria) werken zo’n 300 internationale medewerkers van AZG, onder wie een 20-tal Belgen, naast 3.500 lokale gezondheidswerkers. (Belga/WB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content