Uitzaaiende kankercellen gedragen zich anders dan cellen in de originele tumor. We moeten ze daarom ook anders behandelen.
Borstkanker is almaar minder een dodelijke ziekte, met dank aan efficiëntere screenings en betere behandelingen. Als het misloopt, is 90 procent van de sterfgevallen te wijten aan het uitzaaien van borstkankercellen naar andere organen. Geneticus Jonas Demeulemeester van de KU Leuven meldt met zijn collega’s in Genome Biology dat borstkankercellen zich relatief lang na hun ontstaan verspreiden. Dat impliceert dat er meer tijd is om de kanker te bestrijden voor hij uitzaait.
Kankerexperte Sarah-Maria Fendt van de Leuvense tak aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) stelde met haar collega’s vast dat uitzaaiende kankercellen hun activiteit afstemmen op die van de organen die ze infiltreren. In Cell Reports rapporteren de wetenschappers dat tumoren afkomstig van dezelfde cellen zich in de borst en de longen op een verschillende manier voeden. De omgeving weegt zwaarder door in de activiteit van een kankercel dan de genen die de kanker veroorzaken. Om de uitzaaiingen te behandelen, zijn daarom andere geneesmiddelen nodig dan om de originele tumor te bestrijden.
De ploeg rond Peter Carmeliet van dezelfde tak aan het VIB beschrijft in Nature de ‘uitvalswegen’ die kankercellen gebruiken om zich in een lichaam te verspreiden. Een belangrijke route zijn de lymfevaten, een stelsel van speciale aders dat cruciaal is voor de organisatie van ons afweersysteem.
Kankercellen kunnen zelfs de groei van extra lymfevaten stimuleren. Daarbij spelen vetten een sleutelrol. Lymfevaten halen voor hun groei vetten uit onze voeding, maar niet noodzakelijk dezelfde vetten die ‘wij’ nodig hebben. De onderzoekers gaan na of ze, door op de vetten in te grijpen, de groei van lymfevaten kunnen counteren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
