Celia Groothedde

‘Bevallen eindigt niet bij overleven’

Celia Groothedde Vlaams Parlementslid voor Groen

Na #MeToo moeten we lichamelijke grenzen respecteren, bepleit schrijfster Celia Ledoux. Ook in geboorte

Sofie Peeters liet in haar documentaire “The Road to Motherhood” drie vrouwen aan het woord over hun bevalling. Het zijn poëtische, zachte beelden over rauwe ervaringen, en de documentaire wordt druk gedeeld onder vrouwen op sociale media. Peeters klaagde de hervormingen aan in materniteiten en de overmedicalisering. Prompt komt tegenreactie van gynaecologen. De polemiek is ook geboren.

Er spelen in dit debat een paar schijntegenstellingen. Zoals: zorgverleners versus ouders, nog polariserender: artsen tegenover moeders. ‘Natuurlijk’ versus ‘gemedicaliseerd’. Of zelfs: moeders tegenover baby’s.

Bevallen eindigt niet bij overleven

Laten we met die laatste tegenstelling beginnen. In de documentaire zeggen moeders: ‘Stop met sleuren en manipuleren.’ Ze klagen gebrek aan informatie aan en beslissingen over hun hoofd heen, terwijl geïnformeerd zelfbeschikkingsrecht het hart van patiënten- en mensenrechten vormt. Scherp gesteld: de moeder wordt vaak behandeld als toevallig omhulsel van de baby. In dat lichaam wordt geknipt en als weeën stilvallen, wordt het als een automotor in gang gestoken, hoewel weeën met rust en continue zorg meestal weer opsteken. Maar het doel heiligt de middelen. Iedereen leeft nog. Oef! ‘Als je kindje maar gezond is’, moet mama zwijgen.

Terwijl het kind het beter doet als het haar goed gaat. Haar depressie, post-traumatische symptomen of lichamelijke schade wreken zich op het kind. Een moeder zal quasi nooit tegen het belang van de baby ingaan. Bovendien: wij staan zelfbeschikking voor in reproductieve rechten, van anticonceptie tot abortus. Waarom stopt die zelfbeschikking dan met gierende remmen bij bevallen?

België is een plek waar je zelden sterft bij je bevalling. Eindigt bevallen dan bij overleven alleen? Dat zo veel vrouwen lichamelijke of psychische schade overhouden aan ‘de mooiste dag van hun leven’, is niet normaal. Peeters heeft een punt dat medicalisering daarin een rol speelt. Onze 20 procent keizersneden liggen veel hoger dan wat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als veilig beschouwt. De cijfers per arts of ziekenhuis schommelen veel sterker dan hun cliënteel verantwoordt. Ook bij andere ingrepen zoals inleiding of knippen lijkt het duidelijk: hier spelen keuzes en houding buiten medische motieven.

De bevalling als lopend bandwerk behandelen zorgt voor veiligheid, lichamelijke integriteit noch respect voor vrouwenrechten. Onze huidige bevalcultuur werkt dat in de hand. Ze zadelt de dokter en het medisch personeel met beslissingen op die de moeder toebehoren – en daarmee met een loodzware belasting. Ze dwingt tot veel snellere zorg door minder mensen, terwijl continue zorg door één vroedvrouw of zorgverlener dé voorspeller is voor een vlotte ongecompliceerde geboorte. Ze zet aan tot het verwaarlozen van patiëntenrechten, want overleg kost tijd en past niet in een vast protocol. Ze zet aan tot angst – en als je eenmaal bang bent, voelt een ingreep geruststellend. Klinkt dat als prettig werk voor patiënt of professional? Nog een extra dilemma’tje: wie geld heeft, kan perinataal steeds meer zorg en tijd afkopen, terwijl de doorsnee zorg zwaarder onder druk staat. Willen we dat model kiezen?

Wij staan zelfbeschikking voor in reproductieve rechten, van anticonceptie tot abortus. Waarom stopt die zelfbeschikking dan met gierende remmen bij bevallen?

Wat Sofie Peeters aanklaagt, zet geen arts in een verdomhoekje. Onder deze cultuur lijden moeders én medische professionals.

Sowieso schort het aan onze kijk op geboortes. Wij zoogdieren hebben veiligheid nodig om te bevallen. Geboorte is bij ons evenzeer een hormonaal proces als pakweg seksualiteit, met evenveel capricieuze diversiteit. Beide blokkeren zonder geborgenheid en zelfbeschikking. TL-lampen, onbekenden, haast, opgedrongen procedures, de dode-babykaart (‘als we nu niet ingrijpen..!’), strakke standaards zijn zelden best practice en maken een zo simpel mogelijke bevalling niet waarschijnlijker. Ze dringen vrouwen ook keuzes op die ze misschien niet willen maken.

Keuze: dat is de basis van het probleem. Mevrouw hoort niet ‘mee te beslissen’, zij heeft als patiënt medische rechten en de volle beschikking over haar lichaam. Ze mag elke ingreep weigeren. Geef je een vrouw werkelijke inspraak, dan hoort zij ook te kunnen kiezen voor een ingreep. Al heeft een vrouw daarvoor meestal goede redenen, iemand anders heeft daarover eigenlijk niets te vinden. Behalve de arts, die altijd kan kiezen om een ingreep te weigeren als die continuïteit van zorg waarborgt. ‘Natuurlijk’ staat dus niet tegenover ‘gemedicaliseerd’. Zoals Sofie Peeters, hoor ook ik vrouwen niet vallen over de gemedicaliseerde bevalling op zich. Niemand vraagt om een ‘mooie’ bevalling – al is dat altijd meegenomen. Het breekpunt is niet gehoord worden, platgewalst, genegeerd in een van de cruciaalste beslissingsprocessen van hun leven. We staan stil bij #MeToo, maar in geboorte mag je opeens over lichamelijke grenzen gaan? Er wordt over lichamen en levenskeuzes beslist in de plaats van vrouwen. Of dat nu in bed of in de geboorte is: dat mag met geen mens gebeuren. In geen enkele situatie.

Het is tijd voor een nieuwe geboortecultuur. In ieders belang.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content