Afkomst bepaalt doeltreffendheid geneesmiddel

De al dan niet doeltreffende werking van een geneesmiddel hangt ook af van de etnische afkomst van de patiënt.

De al dan niet doeltreffende werking van een geneesmiddel hangt ook af van de etnische afkomst van de patiënt. Artsen houden te weinig rekening met de afkomst van de patiënt bij het voorschrijven van de behandeling.Geneesmiddelen hebben vaak een andere werking bij patiënten van niet-Westerse afkomst. Artsen en apothekers moeten daar, in onze multiculturele wereld, wel degelijk rekening mee houden. Dat stelt een rapport in het MEM-Tijdschrift over praktijkgerichte farmacotherapie.

Het metabolisme, of de manier waarop het lichaam met stoffen zoals geneesmiddelen omgaat, kan tussen etnische groepen verschillen, zo stellen twee onderzoekers in het tijdschrift. Vaak gaat het om de snelheid waarmee het metabolisme werkt. Bij een traag metabolisme is de kans veel groter op een overdosis, bij een snel metabolisme kan het zijn dat het geneesmiddel daardoor zijn werking mist en de patiënt dus eigenlijk onderbehandeld wordt.

Een van de voorbeelden die de auteurs aanhalen is het gebruik van bètablokkers (bloeddrukverlagers) bij patiënten van Afrikaanse afkomst. Zij reageren vaak niet op de courante bloeddrukverlagers die wel zeer doeltreffend zijn bij Westerlingen. Aziaten, langs hun kant, mogen niet dezelfde dosis cholesterolverlagers krijgen als de Belgen. Zij hebben immers een trager metabolisme, waardoor het risico op overdosering groot is.

Volgens de auteurs is het gebrek aan therapietrouw bij niet-Westerlingen onder meer te wijten aan dit fenomeen en aan het feit dat Westerse artsen niet vertrouwd zijn met de taboes van andere bevolkingsgroepen, zoals over het gebruik van zetpillen.

Désirée De Poot

Bron: de Apotheker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content