Waar ging het Dispuut van Valladolid over?

Het klooster Colegio de San Gregorio te Valladolid waar het dispuut werd gehouden. Tekening van Jenaro Pérez Villaamil, ca 1850.

Het dispuut van Valladolid van 1550/51 werd gehouden in de gelijknamige Spaanse stad op instigatie van keizer Karel V die daarmee hoopte een oplossing te vinden voor een prangende vraag in die dagen, namelijk of het gerechtvaardigd was dat uit naam van de keizer de indianen in Zuid-Amerika door de Spaanse kolonisten werden belaagd, tot slaaf gemaakt en gedwongen zich te bekeren tot het katholieke geloof. Een vraag die in zekere zin nog steeds actueel is, omdat ook nu de internationale gemeenschap herhaaldelijk worstelt met de vraag wanneer het gerechtvaardigd en moreel verplicht is geweld te gebruiken tegen bepaalde staten of volkeren. De voorstanders van de harde lijn in Valladolid werden vertegenwoordigd door de priester-filosoof Juan Gines de Sepúlveda, zijn tegenstanders door de dominicaner monnik Bartholomé de Las Casas, ooit zelf een kolonist, maar naar eigen zeggen tot inkeer gekomen.

Juan Gines de Sepúlveda.
Juan Gines de Sepúlveda.

Voor een tribunaal van veertien hoge ambtenaren en geleerden moesten beide heren hun positie verdedigen. Het betoog van Sepúlveda kwam neer op vier punten. 1) De oorlog tegen de indianen is rechtvaardig omdat zij die hebben verdiend vanwege hun vreselijke misdaden, zoals afgoderij. Op een dergelijke oorlog rust de zegen van God, omdat in het Bijbelboek Deuteronomium duidelijk staat dat God verschillende volkeren wilde straffen voor hun goddeloosheid en dat Hij de Israëlieten had uitgekozen deze strijd te leveren. 2) Indianen zijn onbeschaafd, missen het vermogen rationeel na te denken en zijn, zoals de Griekse filosoof Aristoteles al had aangetoond, derhalve van nature ondergeschikt aan en slaven van meer beschaafdere volkeren, zoals het Spaanse volk. 3) Geweld is het beste middel om de Indische volkeren te dwingen het geloof in Christus te omarmen, omdat zij niet vatbaar zijn voor verstandelijke argumenten. De grote kerkvader Aurelius Augustinus had dit al begrepen, want ook hij was al een pleitbezorger van het compelle intrare, het dwingen om zich aan te sluiten en binnen te treden. 4) De oorlog tegen de indianen is een zegen voor de mensheid en voor de indianen zelf, omdat deze een einde zal maken aan de door hen gebezigde onnatuurlijke praktijken, zoals het offeren van mensen aan hun afgoden en het consumeren van mensenvlees.

Bartholomé de Las Casas.
Bartholomé de Las Casas.

Aan De Las Casas de taak de argumenten van Sepúlveda te ontzenuwen. Hij beroept zich net als zijn tegenstander op de Bijbel, christelijke schrijvers en klassieke filosofen, maar echt overtuigen doet hij niet. Na afloop van het debat gaat het geweld tegen de indianen gewoon door.

Heeft u ook vragen?

Mail deze naar redactie@g-geschiedenis.eu

Partner Content