The English Channel

Panoramablik op de 'Seven Sisters' in het Zuid-Engelse Sussex. © BEELDBRON: ISTOCKPHOTO.COM/RLASTRES; KARTE: AGENTUR2/CHRISTOPH RAUCH

Het Kanaal heeft de Engelsen lange tijd behoed voor invasies – en stimuleert nog altijd een denken in termen van veiligheid en autonomie.

Bij goed zicht staan de krijtrotsen van Dover de bezoeker van de Franse kust zo helder voor ogen, dat zelfs nuances in het wit ervan duidelijk herkenbaar zijn. Op zulke dagen lijkt het Nauw van Calais nog smaller dan de 34 kilometer die het op deze plaats in werkelijkheid meet. Vanaf de overkant ziet het er echter volstrekt anders uit. Vanuit Engels perspectief is het Kanaal zo breed als de Atlantische Oceaan.

Engelands ligging op een eiland is bepalend voor zijn nationale geschiedenis. Als het niet ’this fortress built by Nature for herself’ geweest was, zoals Shakespeare het in Richard II uitdrukt, had het zich nooit in ‘splendid isolation’ kunnen wiegen. Engeland en later Groot-Brittannië konden zich de moeite van een duur staand leger besparen – een oorlogsvloot was genoeg. Met behulp van die vloot bouwde het land vervolgens het grootste koloniale imperium op dat de wereld gekend heeft.

Grondslag voor het wereldrijk

De invasie van de Romeinen en die van Willem de Veroveraar konden slagen omdat Engeland nog geen oorlogsvloot had. Sinds het Kanaal echter door zwaarbewapende schepen wordt verdedigd, vormt het een schier onbedwingbare hindernis. Dat was het bijvoorbeeld voor de Spaanse Armada, bedoeld om een groot leger vanuit Vlaanderen over te zetten: de Spaanse schepen werden verdreven door de Engelse en vielen ten prooi aan stormen en schipbreuk. Precies honderd jaar later ging het net even anders: de Nederlandse stadhouder Willem III wist in 1688 wél de Engelse kust te bereiken en er met zijn leger aan land te gaan. ‘Protestantse winden’ hadden de Engelse schepen belet in zee te steken – en zo het lot van de ongeliefde, katholieke koning Jacobus II bezegeld.

Flessenhals: op het smalst van de zeestraat scheiden slechts 34 kilometer de Engelse en Franse kust.
Flessenhals: op het smalst van de zeestraat scheiden slechts 34 kilometer de Engelse en Franse kust.

In de Napoleontische tijd heerste er in Engeland een regelrechte invasiehysterie, door de pers aangewakkerd met afb eeldingen van geruisloos naderende militaire ballonvaarders en van enorme, door windmolens aangedreven vlotten. In werkelijkheid had de Royal Navy een enorm overwicht, dat met de victorie in de Slag bij Trafalgar alleen nog maar groter werd. Ook Hitler kon de oversteek op z’n buik schrijven – zijn ‘Operatie Zeeleeuw’ mislukte doordat Duitsland niet de suprematie in het luchtruim bóven het Kanaal wist te winnen.

Tegenwoordig is het Kanaal geen horde van belang meer. Sinds 1994 is Engeland via de Eurotunnel met het vasteland verbonden. Lange tijd was er voor de bouw van een tunnel gewaarschuwd. ‘Een tunnel zou ons strategisch verzwakken,’ waarschuwde oorlogsheld Bernard Montgomery. ‘Ik ben er uit de grond van mijn hart tegen.’ Uiteindelijk legden economische overwegingen het af tegen militaire. Bij de opening van de tunnel hoopten velen dat de Engelsen nu ook gevoelsmatig dichter bij continentaal Europa zouden komen te staan, maar daarin kwamen ze bedrogen uit.

Kanaal weer buitengrens

De symbolische betekenis van het Kanaal is onverminderd groot. De krantenkop ‘Mist boven het Kanaal – het Continent geïsoleerd’ is weliswaar een verzinsel, maar hij treft wel precies het zelfb eeld van eilandbewoners die zich als het middelpunt van de wereld beschouwen. Als Britten ‘Europa’ zeggen, bedoelen ze het vasteland. ‘We vliegen naar Europa,’ zeggen vakantiegangers. En in de Brexitdebatten leek het of de EU maar twee lidstaten had: het eiland en het continent.

‘U kunt er zeker van zijn,’ zei de Britse premier Winston Churchill in 1944 kort voor de landing in Normandië tegen Charles de Gaulle, ‘dat wij, als wij ooit voor de keus tussen het continent en de open zee gesteld worden, altijd voor het laatste zullen kiezen.’

Van Churchill stamt ook de uitspraak ‘wij horen niet bij één werelddeel, wij horen bij alle werelddelen’. In de hoogtijdagen van het Britse imperialisme mag dat juist opgemerkt geweest zijn, maar veruit de meeste tijd in zijn geschiedenis hoorde Engeland – Kanaal of niet – slechts bij één werelddeel en dat was Europa. In het heetst van de Brexit-discussie hebben 248 historici daar nog eens op gewezen. In een gezamenlijke verklaring schrijven zij: ‘Het politieke, sociale, culturele en economische leven in Groot-Brittannië hing altijd af van Europa, was erop gericht en heeft er ook iets aan teruggegeven.’ Hun appèl heeft de meerderheid niet bereikt. Die sprak zich uit tegen het EU-lidmaatschap.

MEER WETEN?

Jeremy Paxman, The English. A Portrait of a People. Penguin 2007, antiquarisch

Partner Content