Polderen in den vreemde

'Dijken of wijken' -- middeleeuwse dijkenaanleg in de Saksenspiegel (boven).

Niet ver van Hamburg, aan de Elbe, ligt het Alte Land, een streek die op de Unesco-werelderfgoedlijst wil en bepaald on-Duits oogt.

Het Alte Land is bekend om z’n fruitteelt, vooral om z’n sappige appels. Wie het bezoekt, treft windmolens, ophaalbruggen, ziet ’s zomers welig groen, doorsneden door sloten en kanalen. De streek onder de rook van Hamburg is een cultuurlandschap in optima forma, dat niet toevallig aan Nederland doet denken: het waren Zuid-Hollandse kolonisten die het zijn aanzien gaven.

Ooit was dit kweldergrond, veel te drassig om te bebouwen. De Romeinse natuurgeleerde Plinius de Oudere schreef rond het jaar 50 enigszins meewarig: ‘Tweemaal in de spanne van een dag en een nacht komt de oceaan machtig opzetten en bedelft onder zijn watermassa’s een eeuwig twistpunt van de natuur – zee of land, niemand weet dat met zekerheid te zeggen. Daar huist een beklagenswaardig mensenslag op de voornaamste hoogten of kunstmatige, tot net boven de vloedlijn opgeworpen heuvels. Met hun blote handen verzamelen ze drek, die ze meer in de wind dan in de zon te drogen leggen. Op dat goedje koken ze hun eten en aan de gloed ervan warmen ze hun verkleumde lijven.’

Ziet eruit als Nederland, is toch echt Nedersaksen -- die Hogendiekbrücke in het Alte Land.
Ziet eruit als Nederland, is toch echt Nedersaksen — die Hogendiekbrücke in het Alte Land.

Van drassig marsland maakten de Hollanders akkerland

Omstreeks 1500 v. Chr. vestigden de eerste mensen zich aan de benedenloop van de Elbe. Ze hadden een karig bestaan, dat voortdurend door hoogwater bedreigd werd. Veel later, In de 12de eeuw n. Chr., kwam een nieuwe migratiestroom op gang, dit keer uit Holland. De Bremer aartsbisschop had hun toegestaan de kwelders in cultuur te brengen. Daarvoor wierpen ze dijken op, groeven sloten, bouwden sluizen en deden bij de drooglegging hun voordeel met de getijdenwerking. Zo werd ‘mijl voor mijl’ moeras ingedijkt en in akkerland omgezet. Telkens kwam er ‘nieuw land’ bij het bestaande, ‘oude’ ( oll of olt in het Plattduuts). Maar volgens sommigen betekende de naam Olland niet ‘Altes Land’, maar was het een verbastering van ‘Holland’… Een bijzonderheid is verder dat de Nederlanders niet alleen hun land- en waterbouwkundige kennis meenamen, maar ook hun rechtstelsel, waarin de boeren veel meer autonomie toekwam dan in dit deel van Duitsland gebruikelijk was.

Partner Content