Overkill: als ik ga ga jij ook

Test met een waterstofbom boven het Bikini-atol, 1954. Deze bom zou bijna duizend keer krachtiger geweest zijn dan de Hiroshima-bom. © GRAFIEK: PICTURE ALLIANCE/DPA INFOGRAFIEK/A. BRÜHL/K. KLINK/ STAND APRIL 2015, BEELDBRON: ULLSTEIN/AP

De wapenwedloop tussen het Westen en de Sovjet-Unie bracht de wereld meermaals aan de rand van de afgrond. Een armageddon bleef echter uit.

Luitenant-kolonel Stanislav Petrov zal de nacht van 26 september 1983 wel nooit meer vergeten – de nacht waarop hij de wereld voor de ondergang behoedde. Petrov was die nacht eindverantwoordelijke in de alarmcentrale waar de meldingen van Ruslands raketdetectiesatellieten binnenkwamen. Kort voor middernacht loeiden de sirenes. De computer meldde Amerikaanse raketten op een koers richting Sovjet-Unie. Dat de VS een atoomoorlog zouden beginnen hielden de Sovjets niet alleen voor mogelijk, maar zelfs voor waarschijnlijk.

Een Sovjet-kolonel behoedt de mensheid voor de ondergang

Had president Ronald Reagan hun land soms niet voor ‘Rijk van het Kwaad’ uitgemaakt? Na de stationering van Russische middenlangeafstandsraketten in Wit-Rusland en de Oekraïne werden er in West-Europa op Moskou gerichte Pershing-II-raketten opgesteld. Dat de Sovjet-legerleiders daar erg nerveus van werden, bleek wel op 1 september 1983, toen zij een Koreaans passagiersvliegtuig lieten neerhalen dat per ongeluk in het Russisch luchtruim terechtgekomen was.

Maar kolonel Petrov hield een paar weken later het hoofd koel. Eerst gaf hij opdracht het computersysteem te controleren. Het bleek naar behoren te functioneren en één satelliet had zelfs nog vier andere inkomende Amerikaanse raketten gedetecteerd. Toch vertrouwde Petrov het systeem niet. Hij kon zich eenvoudigweg niet voorstellen dat de Amerikanen met zo weinig raketten tot een first strike zouden overgaan. Daarom greep hij naar de telefoon en meldde de commandocentrale een loos alarm. Na enige minuten van gespannen wachten kwam de bevestiging van de radarsystemen aan de grond: er was geen enkele raket in de lucht. Later bleek dat de verkenningssatelliet de schittering van zonnestralen op een wolkendek had aangezien voor de lichtflits waar de lancering van intercontinentale raketten mee gepaard gaat. Een storinkje dat de mensheid de das om had kunnen doen …

Naam: Ivy Mike (waterstofbom) Diameter van vuurbal: 5 kilometer Explosieve kracht: gelijk aan 10.400 kiloton TN
Naam: Ivy Mike (waterstofbom) Diameter van vuurbal: 5 kilometer Explosieve kracht: gelijk aan 10.400 kiloton TN

Datzelfde jaar schetste het Duitse weekblad Der Spiegel het verloop van zo’n atomaire oorlog: zo’n vijfduizend kernkoppen komen boven dichtbevolkte gebieden in Noord-Amerika, Europa en Azië tot ontploffing. Hierdoor worden 1.124 steden (elke plaats met meer dan 100.000 inwoners is doelwit) met de grond gelijk gemaakt, waarbij 750 miljoen mensen het leven laten. Nog eens 340 miljoen mensen raken gewond, om over de latere stralingsschade maar te zwijgen.

Het is een scenario dat zich tijdens de Koude Oorlog een paar keer bijna heeft voorgedaan. Midden jaren vijftig hadden beide partijen al een atoomwapenarsenaal dat groot genoeg was om de aarde een paar keer mee te vernietigen. Deze zogeheten overkill-capaciteit werd een graadmeter voor het bepalen én nastreven van een atomair evenwicht. De achterliggende gedachte was dat iedereen afziet van een aanval, zolang de daarmee uitgelokte vergeldingsslag automatisch de eigen ondergang tot gevolg heeft : Mutual Assured Destruction, kortweg: MAD. In het ABM-verdrag dat Washington en Moskou in 1972 sloten, komt deze doctrine van de ‘gegarandeerde wederzijdse vernietiging’ tot uitdrukking. Het beperkte het aantal antiballistische raketten, waardoor geen van beide landen erop kon hopen een vergeldingsslag te ontlopen. Een atoomoorlog is inderdaad uitgebleven, maar dat hoeft nog allerminst te betekenen dat de afschrikkingsdoctrine juist was.

Naam: Little Boy (Hiroshima, uraniumbom) Diameter van vuurbal: 160 meter Explosieve kracht: gelijk aan 13,4 kiloton TNT
Naam: Little Boy (Hiroshima, uraniumbom) Diameter van vuurbal: 160 meter Explosieve kracht: gelijk aan 13,4 kiloton TNT

Een bom om nooit te gebruiken: het afschrikkingsevenwicht

De wapenwedloop heeft haar wortels in de Tweede Wereldoorlog. Toen de VS in 1945 de eerste atoombom inzetten, vreesde Sovjet-leider Jozef Stalin dat de Amerikanen hem met dit wapen tot concessies bij het scheppen van de naoorlogse wereldorde zouden kunnen dwingen. Hij spoorde daarom zijn beleidsmakers onmiddellijk aan tot de allergrootste haast bij het ontwikkelen van een eigen atoombom.

Het Westen raakte ervan overtuigd dat alleen een harde opstelling Stalins expansiedrang zou kunnen beteugelen. In maart 1947 hield president Harry Truman een redevoering, waarin hij aankondigde ‘de vrije naties te ondersteunen’ die zich tegen onderwerping door een buitenlands agressor verzetten – de Truman-doctrine was geboren. Zo’n belofte om verafgelegen landen te beschermen kon alleen met een atoombom gestand gedaan worden. De blokkade van Berlijn in 1948 leverde daarvoor het bewijs: de Sovjets zagen ervan af de in tweeën gedeelde stad met geweld in hun bezit te krijgen. ‘De bom’ bestendigde de status quo.

‘Diplomatiek drukmiddel’: een superbom achter slot en grendel

Maar toen de Sovjet-Unie op 29 augustus 1949 op een testbasis in de woestijn van Kazachstan een eigen atoombom tot ontploffing bracht, kegelde dat de Amerikaanse verdedigingsstrategie omver. Eigenlijk moest de balans tussen de grootmachten nu hersteld worden door het aantal manschappen in het Amerikaanse leger naar dat van het Rode Leger te tillen. Maar dat was veel duurder dan de atoombom geweest was en daarom zwengelden de Amerikanen de atoomwapenproductie aan. Begin 1950 meldden ze bovendien met verhoogde urgentie aan een ‘superbom’ te gaan werken. Door waterstof- tot heliumatomen te laten fuseren zou men minstens een honderdvoud van de verwoestende kracht van de Hiroshima-bom kunnen bereiken. Voorstanders van dit project gaven aan dat de waterstofbom bij uitstek geschikt was als diplomatiek drukmiddel. ‘We moesten de bom wel ontwikkelen, al wilde niemand hem gebruiken. Hij was nodig, zij het alleen voor de onderhandelingen met de Russen,’ zei Truman zelf daarover.

70 jaar atomaire wapenwedloopSinds het einde van de Koude Oorlog daalde het aantal atoomwapens, maar wereldwijd zijn het er nog altijd 10.300.
70 jaar atomaire wapenwedloopSinds het einde van de Koude Oorlog daalde het aantal atoomwapens, maar wereldwijd zijn het er nog altijd 10.300.

Op 1 november 1952 brachten de VS op het Eniwetok-atol in de Pacifische Oceaan de eerste waterstofbom tot ontploffing. Die had een equivalent van tien miljoen ton TNT en was ongeveer 700 keer krachtiger dan de bom die Hiroshima verwoestte. Er ontstond een vuurbal van vijf kilometer doorsnee, waarin het eiland Elugelab volledig verdampte. Op 12 augustus 1953 explodeerde de eerste Russische waterstofbom in de woestijn van Kazachstan.

Om elkaar onder schot te kunnen blijven houden investeerden beide supermachten astronomische bedragen. Alleen al in de Verenigde Staten werd tijdens de Koude Oorlog zes biljoen dollar uitgegeven aan nucleaire bewapening – meer dan het land in die periode uitgaf aan onderwijs, gezondheidszorg, wegenbouw en niet-militaire onderzoeksprojecten. In zijn afscheidsrede had president Dwight D. Eisenhower er in 1961 voor gewaarschuwd dat het conglomeraat van leger, wapenindustrie en lobbyisten wel eens te veel macht en invloed zou kunnen krijgen. Acht jaar later sprak presidentieel adviseur Kenneth Galbraith van grootscheepse beïnvloeding van de politiek door de legertop in de VS: ‘Die heeft haar eigen stromannen in het Congres.’ De leden van dit militair-industriële netwerk grepen elke crisis in de Koude Oorlog aan om gevoelens van angst te voeden. Wapenlobbyisten ontdekten telkens nieuwe ‘lacunes’ in de afweersystemen. Was het niet een schreeuwend tekort aan nucleaire-bommenwerpers, dan wel aan raketten. Telkens stak het eigen leger pover af bij het Russische. In 1998 deed de ‘Brookings Institution’ een onderzoek naar de achtergronden van deze agitatie. In dat onderzoek stelde de Washingtonse denkfabriek vast dat het Sovjet-leger op geen enkel moment in de Koude Oorlog het Amerikaanse leger in nucleaire bewapening heeft weten te overvleugelen.

De angst voor straling bracht menig Amerikaans huisgezin ertoe een eigen atoombunker te bouwen; of je daarin een atoomaanval overleefde valt te betwijfelen.
De angst voor straling bracht menig Amerikaans huisgezin ertoe een eigen atoombunker te bouwen; of je daarin een atoomaanval overleefde valt te betwijfelen.

Hoewel de VS en Rusland in het START-verdrag (1991) toezegden hun atoomwapenarsenaal aanzienlijk in te krimpen, lag een volledige nucleaire ontwapening nooit in de bedoeling. Beide landen waren er nog altijd van overtuigd dat deze wapens de vrede in stand hielden. Ook konden non-proliferatieverdragen niet voorkomen dat de nucleaire techniek in handen kwam van allerlei nieuwe landen, zoals Pakistan, Israël en Noord-Korea. Zowel de gevestigde als de aankomende atoommachten blijven de atoombom beschouwen als de ultima ratio van hun defensieen veiligheidsstrategie.

MEER WETEN?

Maarten van Rossem, Koude Oorlog. Een hoorcollege over de wereldgeschiedenis van de strijd tussen Oost en West. (luisterboek) Home Academy 2006

Yvan Vanden Berghe, De Koude Oorlog. Een nieuwe geschiedenis (1917-1991). Acco 2008

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content