De wereld van de Victualiënbroeders

Vergrendelbare kist uit de tijd van Störtebeker.

In de volksoverlevering vormen de piraten één grote, egalitaire gemeenschap. Strookt dat met de historische feiten?

Het begrip ‘likedeeler’ (‘zij die gelijk delen’) suggereert een hechte, Robin Hood-achtige, op vrijwilligheid baserende gemeenschap van zeerovers, die de buit die ze rijke kooplui afhandig maakten broederlijk deelden. Uit de bronnen komt dat echter niet onomstotelijk vast te staan. Het is goed mogelijk dat de Victualiënbroeders hun buit eerlijk deelden, zoals dat ook onder huurlingen in de Late Middeleeuwen gebruikelijk was. Maar het grote aantal hoofdmannen, merendeels uit de verarmde, lagere adel, lijkt er wel op te wijzen dat dit in kleine, zelfstandig opererende groepjes gebeurde.

Het is dus zeer de vraag of er tussen álle vrijbuiters een sterk bindend element was. Op schepen waar de bemanning tegen de honderd liep, moet er wel zoiets als een lotsgemeenschap ontstaan zijn, alleen omdat de herkomst van de mannen zonder een dergelijke ‘nieuwe’ identiteit veel te divers was om hen bij elkaar te houden. Vaak werd die in Middeleeuwen gesticht door een eed af te leggen.

Het ontbreken van een sterk centraal gezag maakte het de Victualiënbroeders mogelijk hun buit te gelde te maken. Zelfs kooplieden uit de Hanzesteden Hamburg en Bremen behoorden tot hun afnemers.

Partner Content