Brandpunt Berlijn

Confrontatie bij Checkpoint Charlie In 1961 zijn Russische en Amerikaanse tanks elkaar bij de grensovergang tot op een steenworp genaderd. © BEELDBRON: GETTY IMAGES/KEYSTONE, ULLSTEIN/KEYSTONE

In Berlijn stonden Oost en West veertig jaar lang oog in oog met elkaar. Was het misschien aan deze gevaarlijke nabijheid te danken dat ze elkaar uiteindelijk niet te lijf gingen?

Toen de geallieerden in Jalta vastlegden hoe ze het Derde Rijk zouden opdelen, was al te voorzien dat het Rode Leger de beide hoofdsteden Wenen en Berlijn als eerste zou bereiken. Toch hielden de westerse bondgenoten vast aan de eis dat de steden net als de landen in vier bezettingszones verdeeld zouden worden. Het curiosum dat dit in Wenen opleverde, kennen we vooral als coulisse voor de filmklassieker The Third Man. In Berlijn daarentegen speelden zich de echte politieke drama’s af, die de wereld meermaals op de rand van een nieuwe oorlog brachten.

De luchtbrug kweekt goodwill

In elk geval was het sneller met de eensgezindheid van de bezetters gedaan dan zij zich in Jalta hadden kunnen voorstellen. Dat ieder van hen in de eigen bezettingszone zijn eigen politieke stelsel zou invoeren was te verwachten. De onverenigbaarheid van deze stelsels werd het westerse kamp door de geforceerde sovjetisering vlak buiten de deur al snel duidelijk. Het stelde hier in de westelijke zones de eigen democratische staat en vrijemarkteconomie tegenover, die ook in het eigen deel van Berlijn zouden moeten gelden. Het zichtbare teken daarvan was de invoering van de D-mark in 1948. Stalin beantwoordde dat met het afsluiten van alle weg- en treinverbindingen van de stad, in de hoop het westen daarmee tot opgave van West-Berlijn te dwingen. Maar dat peinsde daar niet over. Bijna een jaar lang zorgde een luchtbrug voor alle levensbehoeften van 2,2 miljoen Berlijners – tot Stalin de blokkade beeindigde. Hij had de transportvliegtuigen toch niet durven neerhalen. In de ogen van de West-Duitsers waren de Amerikanen, Engelsen en Fransen door de luchtbrug van bezetters in bondgenoten veranderd.

In de tussentijd was de splitsing van Duitsland in twee staten, Bondsrepubliek en DDR, bezegeld. Oost-Berlijn was daarbij tegen de zin van het westen tot ‘hoofdstad van de DDR’ verklaard.

De deling had van korte duur kunnen zijn, want in 1952 kwam Stalin met een voorstel tot hereniging van Duitsland op de proppen – op voorwaarde dat het land strikt neutraal zou worden. Boezemde het aangrenzen van Oost en West hem zoveel angst in dat hij zich liever achter een zwakke bufferstaat terugtrok? Of hoopte hij daarmee alsnog heel Duitsland het Oostblok binnen te sluizen? In het Westen overwoog de scepsis. Men wees het aanbod van de hand en de beide Duitse staten bleven de kruitmagazijnen en voorposten van de Koude Oorlog.

Enkele jaren later dreigde de DDR een staat zonder burgers te worden. De hoop op vrijheid en welvaart lokte miljoenen over de Russische zonegrens, die nergens makkelijker over te steken was dan in Berlijn.

Vanaf 1960 nam deze ‘Republikflucht’ een omvang aan die ook het Westen verontrustte. Hoe zou de Sovjet-Unie reageren op de leegloop van haar Duitse vazallenstaat? Moskou en Oost-Berlijn staken in Washington hun diplomatieke voelhoorns uit en stuitten bij de Kennedy-regering op een zeker begrip voor een drastische aanscherping van de grensbeveiliging.

Voor president Kennedy is de Muur beter dan een oorlog

Bijna had Walter Ulbricht de uitkomst van deze stille diplomatie nog om zeep geholpen. Ulbricht was een hoge functionaris van de SED, de eenheidspartij die er sterk toe had bijgedragen om van de DDR een socialistische staat te maken. Op een persconferentie in juni 1961 flapte hij er een van grootste leugens in de Duitse geschiedenis uit door te beweren ‘Niemand heeft het voornemen een muur te bouwen!’ En dat terwijl er nog niemand van een muur gerept had. Het merendeel van de Westerse pers deed alsof hier niet een ‘part of the deal’ was uitgelekt, maar de DDR-burgers, gewend als zij inmiddels waren om tussen de regels te lezen, wisten wel beter: in de maanden juli en augustus sloeg de uittocht om in een massale vlucht, tot op 13 augustus de metselploegen verschenen. De Oost-Duitsers verdwenen achter een muur, de West-Duitsers eisten tegenmaatregelen. Maar de regering Adenauer sloot zich schouderophalend aan bij het oordeel van president Kennedy: ‘Het is geen erg aangename oplossing, maar een muur is verdomd veel beter dan een oorlog.’

Een Brits soldaat bewaakt de zonegrens, 1961
Een Brits soldaat bewaakt de zonegrens, 1961

De versperringen die rond heel Berlijn en langs de hele Duits-Duitse grens aangebracht werden, vormden met hun prikkeldraad, mijnenvelden en automatische schietinstallaties voortaan een dodelijke hindernis voor vluchtelingen. Als frontlinie van de Koude Oorlog bleek ‘de Muur’ – ondanks of misschien wel dankzij de vele wapens die er in buurt opgesteld waren – juist een stabiliserende factor. Alleen verloor de DDR er alle geloofwaardigheid door. De regering betitelde het monstrum als ‘antifascistische verdedigingswal’, maar elke dode die er viel, liet zien dat het een instrument van onderdrukking was. En toen de Muur viel, begreep de wereld dat het gedaan was met Stalins erfenis, het Sovjetimperium.

MEER WETEN?

Frederick Taylor, De Berlijnse muur. 13 augustus 1961-9 november 1989. Spectrum 2010

‘Niemand heeft het voornemen een muur te bouwen!’

Walter Ulbricht op 15 juni 1961

1945

Na de oorlog verdeeld in vier sectoren.

1948/1949

Blokkade van Berlijn, luchtbrug.

1961

De DDR bouwt een muur om de leegloop van het land te stoppen.

1989

De val van de Muur maakt de weg vrij voor de Duitse hereniging.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content