1600?…….. Slag bij Nieuwpoort!

De afbeelding toont verschillende momenten van de slag. Het noorden is rechts. Linksboven steekt het Staatse leger de haven van Nieuwpoort over en worden posities ingenomen op het strand. In het midden op de voorgrond worden kanonnen door vijftien paarden in positie geplaatst. Maurits is zichtbaar op zijn paard net over het water (Son Exc) met naast hem zijn stiefbroer Frederik Hendrik (F. Henry de Nassau). Rechts staat het Spaanse leger opgesteld en vinden in het midden de eerste schermutselingen plaats: achter de eerste Spaanse linies zien we dode soldaten en paarden. Het onderste deel toont de opstelling van beide partijen tijdens het opkomen van de vloed, vlak voor de definitieve confrontatie. De noodzakelijke verplaatsing naar de duinen is helemaal onderaan zichtbaar. Rechts in het midden staat Albert van Oostenrijk (S. Alt).; TABVLA PRÆLII PROPE NEOPORTVM COMMISSI II IVLII MDC. inter Exercitus Alberti Archiduci Austriæ', etc. DD Ordinum Foederatæ' Belgicæ' ductu Principis Maurity Comitis Naáoviæ, etc. 42 x 52 cm. Anonieme kopie naar Floris Balthasarsz. van Berckenrode, 1601. (Amsterdam, Het Scheepvaart Museum)

Maar hoe was het ook alweer?….De Tachtigjarige Oorlog. De Spaansen tegen de Staatsen. Dat klopt, maar de details en achtergronden zijn vaak vervaagd in ons historisch geheugen. Er is in de loop der eeuwen uitvoerig over deze slag gepubliceerd. Een schets van de context en achtergrond van de slag aan de hand van een bijzondere plattegrond; zie de pagina’s 8-9.

Hoofdrolspeler was prins Maurits van Nassau, zoon van Willem van Oranje. Gedurende zijn militaire carrière lag zijn voorkeur vooral bij belegeringen van steden. Hiermee dwong hij, met geduld en veel strategisch inzicht, de Spaanse bezetters tot overgave in onder andere Zutphen, Deventer, Nijmegen en Groningen en de vestingen langs de Rijn. Maurits was geen voorstander van veldslagen. Een slag leveren en direct in gevecht gaan, behoorde tot de uitzonderingen, ondanks het feit dat onder zijn leiding zijn leger uitstekend getraind was. Dit was ook het geval bij Nieuwpoort, waar een gepland beleg per ongeluk uitliep op een veldslag. Aanvankelijk wilde Maurits niet naar Vlaanderen, zo ver in vijandig gebied en met weinig kans op succes. Maar de druk van de Staten-Generaal was hoog, vanwege het strategische belang van de haven van Nieuwpoort en van Duinkerken, die beschouwd werden als Spaanse ‘kapersnesten’. Tegelijk kon de Republiek dan Oostende (tot 1604 Staats) beter beveiligen. Bovendien was de Spaanse staat bankroet en moest opperbevelhebber Albert van Oostenrijk, de tweede hoofdrolspeler, zijn aandacht verdelen tussen Frankrijk en de Republiek. Volgens de laatste berichten bevond het Spaanse leger, ook nog geplaagd door muiterij, zich bij Maastricht.

Portret van Prins Maurits door Pieter Claesz. Soutman, ca 1640. (Rijksmuseum)
Portret van Prins Maurits door Pieter Claesz. Soutman, ca 1640. (Rijksmuseum)

Alles of niets

De troepenverplaatsing begon over zee met de bedoeling direct bij Nieuwpoort te landen. Ongeveer 1.300 schepen vertrokken op 19 juni met 13.000 soldaten, 2.700 ruiters en 2.300 werkkrachten richting de Vlaamse kust. Maar door een verkeerde windrichting moest de vloot aanleggen bij Philipinne in Zeeuws-Vlaanderen en werd op 21 juni ad hoc besloten de tocht over land te vervolgen. De schepen voeren later alsnog naar Nieuwpoort. Maurits had door deze wijziging meer tijd nodig en ontving gedurende de tocht geen nieuws over de posities van het Spaanse leger. Op 27 juni arriveerde hij bij Nieuwpoort en begon met het beleg van de stad. Daar pas hoorde hij op 1 juli dat het Spaanse leger onder aanvoering van aartshertog Albert van Oostenrijk persoonlijk op weg was vanuit Oostende om te proberen hem te omsingelen. Tijdens de hele reis door Vlaanderen had Maurits geen enkele moeite gedaan om op de hoogte te blijven. Dat bleek een grote vergissing. In een snel uitgevoerde achtervolgingsrace hadden de Spanjaarden in zes dagen de 240 kilometer tussen Maastricht en Vlaanderen afgelegd, zonder dat Maurits dat in de gaten had. Hij stuurde direct zijn neef Ernst van Nassau met een regiment naar het westen van Oostende om te proberen de Spanjaarden in de duinen de pas af te snijden. Maar Ernst kwam te laat. Alberts leger was al bijna voorbij, versloeg het regiment en joeg de manschappen van Ernst richting zee, waar velen verdronken. Maurits moest nu plotseling en onvoorbereid slag leveren. Na een aantal expres uitgelokte schermutselingen om tijd te winnen werd hij aan alle kanten ingesloten en gedwongen om op 30 juni 1600 alles op het spel te zetten in een veldslag bij Nieuwpoort. Het werd alles of niets. Nu moest hij zijn getrainde soldaten en zijn nieuw ontwikkelde gevechtsstrategieën in de praktijk gaan uitvoeren. De Spaanse infanterie, die nog steeds de beste in Europa was, trok vanuit Oostende naar het zuiden langs het strand en de duinen.

De buitgemaakte Spaanse strijdhengst van aartshertog Albert van Oostenrijk. Jacob de Gheyn (II), 1603. (Rijksmuseum)
De buitgemaakte Spaanse strijdhengst van aartshertog Albert van Oostenrijk. Jacob de Gheyn (II), 1603. (Rijksmuseum)

Last van de laagstaande zon

Maurits bracht zijn leger in staat van verdediging en stuurde de voor de kust liggende schepen weg. Hij stelde op 2 juli de infanterie op in drie slagordes en liet deze formatie in de flanken dekken door kanonnen aan de zeezijde en de cavalerie aan de voet van de duinen. De hele slag, die plaatsvond op het strand, duurde zes uur. Maurits ging niet zelf tot de aanval over, maar besloot het initiatief van de Spanjaarden af te wachten. Uiteindelijk besloot Albert tot de aanval over te gaan. De strijd werd chaotisch door de opkomende vloed en de hoge duinen die het zicht voor beide partijen belemmerde. Twee factoren werkten in het voordeel van Maurits. Aan het einde van de dag kregen de Spanjaarden last van de laagstaande zon en ontbrak het hen aan houten matten om de kanonnen te verplaatsen. Maurits beschikte hier wel over en kon veel gerichter schieten en de kanonnen snel verplaatsen. Uur na uur trokken de Nederlanders zich in een gesloten formatie langzaam terug, totdat de Spanjaarden vermoeid raakten. Toen pas ging Maurits zelf tot de aanval over en werd door zijn ruiterij een frontale verrassingsaanval uitgevoerd, die de Spanjaarden naar alle kanten uiteenjoeg. Niet door overmacht, maar door wendbaarheid, strategie en de inzet van de cavalerie slaagde Maurits erin de overwinning te behalen.

Ernst Casimir, graaf van Nassau-Dietz. Uit het atelier van Michiel Jansz. van Mierevelt, ca 1623-1633. (Rijksmuseum)
Ernst Casimir, graaf van Nassau-Dietz. Uit het atelier van Michiel Jansz. van Mierevelt, ca 1623-1633. (Rijksmuseum)

Een dure prestigekwestie

Aan Spaanse zijde werden 600 soldaten gevangen genomen en vielen drieduizend doden, aan Staatse zijde duizend. De buit bestond onder andere uit de witte strijdhengst van aartshertog Albert. Ondanks het winnen van de strijd eindigde deze slag in een patstelling. Het beleg van Nieuwpoort eindigde op 15 juli 1600, maar dat van Oostende duurde vier jaar, kostte handenvol geld en leidde uiteindelijk in 1604 tot het verlies van de goeddeels verwoeste stad aan de Spanjaarden. Van twee kanten was zoveel geld, materieel en manschappen aan de belegering besteed, dat het een prestigekwestie werd en beide partijen hardnekkig stand hielden, tegen beter weten in.

MEER WETEN?

Kees Zandvliet, Maurits Prins van Oranje (pps. 230-236). Zwolle, 2000

Carel Verhoef, Nieuwpoort. De bekendste slag uit de Tachtigjarige Oorlog. Soesterberg, 2001

Christi Klinkert, Nassau in het nieuws. Nieuwsprenten van Maurits van Nassaus ondernemingen uit de periode 1590-1600 (pps.217-246). Zutphen, 2005

Werner Thomas (red.), De val van het nieuwe Troje. Het beleg van Oostende (1601-1604). Leuven 2004. Hierin ook de voorgeschiedenis met de Slag van Nieuwpoort, blz. 35-45.

Partner Content