Urbain Vandormael

Francorchamps: een van de mooiste en spectaculairste circuits van de wereld

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Aanstaande zondag wordt in Francorchamps de Grote Prijs van België Fomule 1 gereden. Het belooft een open strijd te worden op een van de mooiste en spectaculairste circuits van de wereld. In de formule 1 gaat het echter om meer dan de sportieve challenge.

Dat Jenson Button zichzelf opvolgt als winnaar van de Grote Prijs van België F 1 is zo goed als uitgesloten. Het eens zo succesrijke team van McLaren is al het hele seizoen op achtervolgen aangewezen. Vettel (Red Bull) staat met vier overwinningen stevig aan de leiding, gevolgd door Räikkönen (Lotus), Alonso (Ferrari) en Hamilton (Mercedes).

Nog hebben de nummers twee tot en met vier de hoop niet opgegeven om Vettel alsnog van een vierde wereldtitel te kunnen houden. Maar de combinatie van een uitstekende auto en een zeer goede rijder is sterk. Alhoewel. De Red Bull van Vettel is dit jaar al een paar keer uitgevallen en de jonge Duitser heeft zelf ook een paar fouten gemaakt. Wat maakt dat de competitie spannend blijft en dat niemand al zijn geld durft in te zetten op een zege van Vettel in Francorchamps, een van de mooiste en spectaculairste circuits ter wereld. Outsiders maken hier geen kans! Tenzij een ongeleid projectiel als Grosjean (Lotus) in de eerste bocht opnieuw rechtdoor gaat en de helft van het deelnemersveld in de vernieling rijdt.

Red Bull beschikt over het grootste budget en de beste mensen

De nummers een tot en met vier op de voorlopige ranglijst zijn gevestigde waarden, met één of meerdere wereldtitels op hun naam. Lotus, Ferrari en Mercedes hebben als merk zelf ook autosportgeschiedenis geschreven. Red Bull is in feite een nieuwkomer in de koningsklasse van de autosport maar beschikt over een groot budget en met geld kun je in de formule 1 alles kopen, mensen én knowhow. Sinds Adrean Newey het team van Red Bull in 2006 is komen versterken, heeft de renstal een opmerkelijke opgang gekend. De Brit is met drie verschillende teams (Williams, McLaren en Red Bull) wereldkampioen geworden en is met 10 miljoen euro per jaar de best betaalde ingenieur in de formule 1. Hij weet als geen ander een racewagen zo te stroomlijnen dat hij weinig wind vangt en maximale grip heeft.

Red Bull is een energiedrankje uit een combinatie van water en suiker dat goed op weg is om Coca-Cola van de troon te stoten. Red Bull investeert vele miljarden in merkreclame en het sponsort bijna uitsluitend extreme sporten. Zo wil het de grote baas van Red Bull, Dietrich Mateschitz. Deze Oostenrijkse euro-miljardair kent als geen ander de kracht van marketing, en heeft al lang berekend wat de return-on-investment is. “De Formule 1 is een mondiaal gebeuren dat in alle landen op televisie komt en ook druk wordt becommentarieerd in de printmedia. Voor een volumemerk dat wereldwijd actief is, is formule 1 een interessante en lonende investering.”

De Red Bull-baas geeft zeer zelden interviews en komt bijna nooit in beeld. Dat in tegenstelling met Bernie Ecclestone, de big boss van de Formule One én moneymaker par excellence. Eind oktober wordt hij 83, maar dat is de man met de witte haardos niet aan te zien. Hij heeft van de formule 1 een goed geoliede machine én veilige spektakelsport gemaakt, die honderden miljoenen autosportliefhebbers over de hele wereld aan de buis kluistert. Enkel grote multinationals komen in aanmerking voor sponsoring, zo groot is het financieel engagement dat zij over meerdere jaren moeten aangaan.

Ook de werkingsmiddelen van de teams zijn explosief gestegen en bedragen een veelvoud van pakweg tien jaar geleden. De teams waren decennialang eigendom van bemiddelde ondernemers die van autosport hun hobby hadden gemaakt, of van succesrijke piloten die hun prijzengeld in een eigen renstal hadden geïnvesteerd. Maar de privéteams krijgen het almaar moeilijker om het legertje ingenieurs overeind te houden dat nodig is om een F 1-renstal draaiende te houden. In feite moeten enkel Red Bull en Toro Rosso – beide eigendom van Red Bull-baas Dietrich Mateschitz – en de fabrieksteams van Mercedes en Ferrari zich geen (geld)zorgen maken. Lotus overleeft dankzij de steun van motorenleverancier Renault maar heeft onvoldoende budget om zijn toprijder Räikkönen nog een jaar langer aan boord te houden. Het geeft aan hoe zwaar de financiële druk is die op de teams weegt.

Formule 1 als laboratorium voor serieproductie

De sponsors verlangen resultaten, maar het verschil tussen winst en verlies bedraagt vaak maar enkele fracties van een seconde. Toch eindigen steeds dezelfde topteams vooraan, omdat zij over meer financiële mogelijkheden beschikken en miljoenen kunnen investeren in het ontwikkelen van onderdelen en aerodynamische hulpmiddelen die uiteindelijk beslissen over winst en verlies.

Ferrari, Mercedes en Renault – de drie grote motorenleveranciers in de Formule 1 – implementeren sommige van die oplossingen in hun straatmodellen. Om die nog sneller en vooral nog veel efficiënter te maken. Karl Schuybroek (Renault) : “De ingenieurs van Renault Sport werken zeer nauw samen met hun collega’s van het departement onderzoek en ontwikkeling en wisselen constant informatie en ervaring uit. Er is zelfs een vrij groot verloop tussen beide afdelingen – op projectbasis en voor een welbepaalde duur. Zo is de nieuwe dieselmotor van Renault ontworpen door een ingenieur van Renault Sport en heeft het departement O&O dankbaar gebruik gemaakt van de knowhow en ervaring uit de racerij met het zogenaamde KERS-systeem bij het ontwikkelen van de elektrisch aangedreven ZOE. Dankzij de recuperatie van remenergie beschikt de ZOE over een grotere actieradius. Ik kan niet spreken voor andere merken, maar voor wat betreft Renault kan ik bevestigen dat de formule 1 als een soort laboratorium fungeert voor de serieproductie.”

Dat is allicht ook de reden waarom andere constructeurs overwegen om met een eigen team terug te keren in de koningsklasse van de autosport of een alliantie aan te gaan met een van de privéteams in geldnood. Vanaf volgend jaar rijden de F 1-bolides opnieuw met kleinere (turbo)motoren en vertrekt elk team bij wijze van spreken opnieuw van nul. Bij wijze van spreken, want met geld koop je in de formule 1 alles, mensen en knowhow. Maar laat die bijgedachte de pret aanstaande zondag niet bederven.

Urbain Vandormael

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content