Ludo Bekkers

Foto’s zijn fragieler dan we denken

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

In het Petit Palais in Parijs loopt er momenteel een expositie die de kring rond de 19e eeuwse fotograaf Gustave Le Gray (1820-1882) situeert als de allereerste “modernen”.

Toen het nieuwe medium (letterlijk) het licht zag en het technisch experimenteren volop bezig was ontstond formeel ook de behoefte om zich te meten met de schilderkunst Dit picturalisme heeft lang stand gehouden, ook in België, maar het vreemde bij Le Gray en consorten was dat, onder zijn leiding, een heel andere attitude werd aangenomen. Het werden voorlopers van een moderniteit die pas in de 20e eeuw zou doorbreken. Dat is de wat gewaagde stelling die in de catalogustekst wordt geponeerd.

Los daarvan was het wel zo dat de groep rond Le Gray bijzondere aandacht toonde voor geometrische composities en niet terugschrok om zijn onderwerpen te kiezen uit eerder banale dingen. Formeel was er een voorkeur aan ruimtewerking die door de toeschouwer zelf moest ingevuld worden. Retroactief bekeken, dan toch voorlopers van een zekere moderniteit!

Los van de uitzonderlijke historische en artistieke waarde van deze zowat 150 getoonde foto’s is er een ander aspect dat in dergelijke soort tentoonstellingen fundamenteel is voor de materialiteit van het kwetsbare fotobeeld. Hoe moet een museum of archief omgaan met vaak unieke afdrukken. Het probleem stelde zich acuut bij deze tentoonstelling. Die was bedacht voor en eerst voorzien in het Maison européenne de la photographie.

Maar dat bleek onmogelijk omwille van specifieke materiële omstandigheden. Gedurende de jongste zeventien jaar werden in dit fotografiecentrum permanent tentoonstellingen georganiseerd en nu bleek plots, volgens technische experts, dat de installatie voor klimaatbeheersing geen optimale presentatie meer kon waarborgen omdat er grote kans bestond dat die zou uit vallen. Het was dus een vrij behoorlijk risico om de delicate werken in situ te tonen. Daarom werd veiligheidshalve uitgeweken naar het Petit Palais. De installatie van een nieuw sisteem gaat zowat 400.000 euro kosten.

Het lijkt misschien niet zo maar ook foto’s tentoonstellen is een delicate en risicovolle onderneming en zeker in dit geval waarbij het om uitzonderlijke, vaak unieke werken gaat. Er bestaan strikte internationale regels die trouwens ook gelden voor het exposeren van tekeningen. 40% relatieve vochtigheid, een belichting van maximum 50 lux en een temperatuur tussen 18 à 20 graden Celsius. Ook bij de conservatie gelden bijzondere voorzorgen die moeten behoeden tegen milieuverval, chemische, fysische en biologische degradatie. Foto’s moeten dan ook in het donker worden bewaard en in gesloten dozen die uit zuurvrij materiaal vervaardigd zijn.

Bovendien kan men ze slechts opnieuw tonen na drie jaar zodat ze op die manier voldoende “gerust” hebben. Het is ook de regel dat originele foto’s niet mogen reizen en slechts op één plaats mogen getoond worden. Dat foto’s het moeilijkste expositiemateriaal vormen heeft te maken met de fragiliteit van de bovenste beeldlaag. Oude foto’s die geprint werden door blootstelling aan het daglicht worden beschouwd als minder stabiel dan foto’s die in een klassieke ontwikkelaar werden behandeld. Het blootstellen aan het licht doet de beeldzijde van een foto langzaam verdwijnen en uiteindelijk vergaan. En met die kennis worden nu ook al foto’s uit de jaren twintig en dertig met dezelfde voorzorgen behandeld als die van vroegere periodes. De opkomst van de digitale beelden zal ontegensprekelijk andere conservatieproblemen stellen die men nu nog niet kan inschatten en ook de houdbaarheidsdata zijn nog een grote onbekende.

Ludo Bekkers Tentoonstelling : “Modernisme et Modernité : les photographes du cercle de Gustave Le Gray ” , Parijs, Petit Palais, nog tot 6 januari 2013.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content