Ludo Bekkers

Foto’s als politiek statement

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Nooit is bij revoluties of gewelddadige politieke machtswisselingen de fotografie van doorslaggevend belang geweest als de jongste decennia. Samen met televisiebeelden heeft zij, via de sociale media, de ogen geopend van het internationale publiek.

Het FoMu in Antwerpen heeft nu over dat fenomeen een uitgebreide expositie over opgezet geconcentreerd op de troebelen in het Midden-Oosten.

De omwentelingen die zich, tijdens de voorbije decennia, in de Arabische wereld voltrokken hebben veel te maken met precies die sociale media. Duizenden foto’s genomen met zowel lichte digitale camera’s als zaktelefoons werden on the spot verspreid over de hele wereld en opgepikt door de diverse media. Het waren getuigenissen, zoals op het Tharirplein in Caïro, van in oorsprong vredelievende spontane betogingen die later met geweld werden geïntimideerd. Fotografie in al haar applicaties werd zo een politiek statement.

Een voorbeeld daarvan is het initiatief van een aantal vrouwen die een Facebook opstartten “The Uprising of Women in the Arabic World”. Zuiver fotografisch heeft die actie niet zoveel te betekenen want het zijn typische beelden van dit soort medium, portretten van vrouwen, maar het belang schuilt in het feit dat ze allemaal een tekstbord tonen met dezelfde beginnende zin : Ik behoor tot de groeiende groep vrouwen in de Arabische wereld omdat …en dan volgen individuele redenen Die gaan van het recht op echtscheiding, zelfbeschikkingsrecht, vrije keus voor studie en beroep, de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen en tegen uitbuiting, verkrachting en vernedering. Allemaal elementen die in Arabische landen, met fanatieke moslimcultuur, zelfs niet mogen genoemd worden. Hier zijn het zeker niet de fotografische kwaliteiten die aandacht vragen maar gaat het overduidelijk om de boodschap. Bovendien dienden die foto’s om op openbare plaatsen te worden opgehangen.

Anders is het gesteld met de Egyptische Nermine Hammam (1967) die heel uitgesproken artistieke normen wil hanteren voor haar protest. Ze kiest foto’s van You Tube of van andere sociale media of uit kranten en monteert die via de digitale collagetechniek over Japanse landschapsschilderijen. De harde fotobeelden zoals een beeld v an Egyptische militairen die brutaal een jonge vrouw wegsleuren, ontkleed tot op haar blauwe bh. print ze over een idyllisch Japans landschap. Het nieuwe beeld fungeert als het ware als een brug tussen de multiplicatie van de burgersjournalistieke beelden en een artistieke toepassing.

De meeste ruimte in de tentoonstelling wordt ingenomen door het Kadhafi archief. Het is een uitgebreide verzameling foto’s en documenten die na de conflicten in Libië uit het land meegenomen werden door internationale fotografen en een team van Human Rights Watch. Het zijn eigenlijk foto’s van originelen die in het land werden achtergelaten om in de archieven te worden bewaard. Ze werden teruggevonden op plaatsen waar men ze systematisch aan het verbranden was. HRW vond het nodig om de geschiedenis van het land te documenteren. Het waren immers documenten die vier decennia geschiedenis van terreur en dictatuur konden illustreren en nu eindelijk openbaar mochten gemaakt. De gehate leider Kahdafi verscheen in die tijd op reuachtige billboards in elke wijk van de steden, er werden foto’s gemaakt van zijn overtalrijke officiële bezoeken aan buitenlandse personaliteiten, eerste nog in militair uniform, later in een of ander excentriek gewaad die, althans voor buitenstaanders, de lachlust opwekte. De hele reeks is een chronologisch overzicht van het politieke leven van een jonge revolutionair die eindigde als een tiran. In een besloten ruimte is trouwens een video te bekijken van een openbare terechtstelling van een jonge universiteitsstudent, Sadiq Shwehdi, die eerst een openbare schuldbekentenis dient af te leggen en daarna opgehangen werd. Dit drama werd rechtstreeks op de Libische televisie uitgezonden Het illustreert de wreedheid van het regime en plaatst de tentoonstelling in een juiste context.

Eenzelfde dictatuur kenden de Tunesiërs onder president Habib Bourguiba en later onder Zine El Abidine Ben Ali. Ook hun foto’s verschenen overal in het straatbeeld. De socio-politicologe Lina Khatib verklaart die zucht naar zelfverheerlijking als de neiging van elke dictator om via zijn portret ook zijn ideologie te verspreiden, zich te legitimeren als leider en het volk te demobiliseren. Het is trouwens een wereldwijd verschijnsel dat we in de vorige eeuw al hebben zien opduiken, ook in Europa.

Syrië mocht uiteraard in de lijst niet ontbreken en daar zijn ook foto’s van. Die zijn ondermeer van Issa Touma (1962) die oprichter was van Le Pont Organisation in Aleppo. Bedoeling was om kunst en fotografie in te zetten als gewicht tegen de gewelddadigheid in zijn land. Maar vreemd genoeg lijkt bij Touma de afbeelding van Bashar al-Assad soms kritiekloos op te duiken. Citaat “Mijn werk gaat over hoe we opgroeiden met afbeeldingen van de President. We dansten voor dat beeld, we praatten er tegen en we leefden voor die afbeelding;” . Dat is vandaag wel even wennen omdat het lijkt op een kritiekloze vaststelling. Van zijn kant documenteerde de Zwitserse fotograaf Nicolas Rhigetti (1967) met zijn serie “L’avenir en rose” de (voorlopig) laatste verkiezingscampagne van Assad. Hij combineerde de foto’s met enkele niet mis te verstane citaten van de Syrische president.

Het probleem dat in deze expositie aan de orde is resumeert zich in enkele vaststellingen. Fotografie is nooit onschuldig en al helemaal niet in de politieke arena. Welke situatie deed zich werkelijk voor, wie fotografeerde ze, was men zich bewust dat er een fotograaf aan het werk was, hoe en in welke context werd de foto verspreid, wie selecteerde ze. Dus is de weg die een politiek geladen foto aflegt tot ze bij de toeschouwer komt een van constante betekenisgeving en betekenisverandering. Stof tot nadenken dus.

Het is in zekere zin een moedig initiatief voor het FoMu om dergelijke tentoonstelling op zijn programma te zetten. Het gaat niet om zuiver vrijblijvende artistieke fotografie noch om esthetische oefeningen. Ditmaal is er engagement mee gemoeid, weliswaar ver van ons bed, maar toch in de actualiteit. Die verruiming van de functie van een museumopdracht om dingen te tonen die dwars liggen op de traditionele normen is a priori niet dankbaar omdat het publiek misschien wat anders hoopt te zien. Maar van een hedendaags museum mag men toch ook wat standpunten verwachten en daarmee een risico inbouwen.

Ludo Bekkers

Tentoonstelling “Power, Photos, Freedom” Antwerpen, Museum voor Fotografie, nog tot 9 juni.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content