Matthias Depoorter

Expo: Maeterlinck-Verhaeren

Matthias Depoorter Matthias Depoorter is recensent Expo.

Het Provinciaal Museum Emile Verhaeren snijdt enkele hoofdstukken Maeterlinck aan.

Het Provinciaal Museum Emile Verhaeren snijdt in Maeterlinck-Verhaeren (***) enkele hoofdstukken Maeterlinck aan.

Nobele onbekende

Als enige Belg de Nobelprijs voor literatuur op je cv mogen schrijven en toch, jaren na datum, een nobele onbekende zijn: het kan verkeren. Maurice Maeterlinck (1862-1949) sprak Frans, verhuisde naar onze zuiderburen, componeerde voornamelijk theaterteksten en was de symbolistische grammatica bijzonder genegen. Eerlijk, hij maakt het zijn potentiële fans niet makkelijk.

Het Provinciaal Museum Emile Verhaeren verzorgde een degelijke expositie rond zijn Nobelprijs van 1911 en behandelt losweg het hele oeuvre van de Gentenaar. Op geijkte wijze, precies zoals in eerdere expo’s zoals Entr’amis en Henri Ramah, concipieerde men een literaire tentoonstelling. Hoe wek je een literair oeuvre tot leven zonder slaapverwekkende of onduidelijke tentoonstellingen te maken? Men kent de valkuilen in Sint-Amands, al leken die vorige edities op kunsthistorisch vlak net wat overtuigender.

Illustratief

Het symbolisme werd voortgestuwd door de dichtkunst, maar manifesteerde zich ook in de muziek en het theater. De beeldende kunsten zijn de bindende factor. Vandaar het illustratieve materiaal van Khnopff, Van Rysselberghe (een schets van het hoofd van Maeterlinck voor zijn chef d’oeuvre De lezing uit 1903 in de collectie van het MSK Gent), Spilliaert en Waterschoot op de expo.

Het was Léon Spilliaert (1881-1946) die steendrukken bij de dichtbundel Serres chaudes (1889) ontwierp. Vier voorbeelden hangen in de kleine museale ruimte, maar slechts twee overtuigen. Spilliaert weet niet helemaal de melancholische, broeierige stemming over te brengen. Maeterlinck putte uit zijn jeugdig sentiment – impulsen uit een tastbare wereld -, maar vermengde dit op originele wijze met fictieve, sprookjesachtige elementen.

In het universum van Maeterlinck vliedt de tijd niet. De benauwde atmosfeer in serres herinnert aan zijn jeugd. Het ongrijpbare blauw, tussen hond en wolf, is zijn kleur. De realiteit achter de zintuiglijke werkelijkheid wordt via symbolen onthuld. Zij zijn de neerslag van de subjectieve esthetische ervaring van de kunstenaar. Hij heeft toegang tot een hogere werkelijkheid, hier schemert het romantisch genie in door. Claude Debussy gaf deze tekenende uitleg ter verantwoording van zijn opera Pelléas et Mélisande, naar het bekende stuk van Maeterlinck uit 1892: “Je voulais à la musique une liberté qu’elle contient peut-être plus que n’importe quel art, n’étant pas bornée à une reproduction plus ou moins exacte de la nature, mais aux correspondances mystérieuses entre la Nature et l’Imagination.”

Net iets beter dan de Spilliaerts zijn de foto’s van hedendaags fotograaf Peter Waterschoot (1969) die in sommige werken in zijn reeks Entropia het blauw van Maeterlinck weet te vatten. Denk aan een stille wereld onder een blauwe stolp. Misschien hoeft, net zoals Debussy aangeeft, dit soort van symbolisme niet veel meer uitleg. Suspense is minstens even belangrijk.

Maeterlinck was overigens ook in de insectenwereld geïnteresseerd. Het hypnotiserende en monotone gezoem van bijen weerklinkt in de tentoonstellingsruimte en verwijst naar het essayistische werk La vie des abeilles uit 1901.

Gedecoreerd

Wat op de expo net iets minder uit de verf komt is de band tussen Verhaeren en Maeterlinck. De raakpunten waren eigenlijk niet zo talrijk. Rond 1900 dongen beiden mee naar de Nobelprijs. In 1909 en 1910 stonden ze samen op de longlist. Verhaeren wilde met het nodige lobbywerk laureaaat worden, maar het was zijn jongere collega Maeterlinck die het in 1911 haalde. Dat jaar stond de man met de snor niet op de lijst. Kans verkeken, want hij overleed in 1916.

De prijs levert de Belgische laureaat 200.000 goudfrank op. Maurice Maeterlinck haalt de oorkonde overigens niet persoonlijk op. Een geveinsde breuk aan de hand toont aan hoe gereserveerd hij tegenover officiële huldebetonen stond. Men verheft hem niettemin in 1932 in de adelstand. In een langwerpige vitrine in het museum is de hobbelige weg naar de prijs goed te volgen via correspondentie. Het originele diploma, leesbaar voor wie het Zweeds machtig is, ligt te pronken in de vitrine.

Maeterlinck-Verhaeren en de Nobelprijs literatuur 1911
Tot 31/8
Provinciaal Museum Emile Verhaeren
Emile Verhaerenstraat 71
2890 Sint-Amands

Matthias Depoorter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content