Matthias Depoorter

Expo: Henri-Jean Closon. Peintre belge à Montparnasse

Matthias Depoorter Matthias Depoorter is recensent Expo.

Het Musée René Magritte leert ons Henri-Jean Closon kennen.

Het Musée René Magritte leert ons Henri-Jean Closon kennen.

Mouwveger

Het Musée René Magritte in Jette leert ons Henri-Jean Closon (1888-1975) via de degelijke, kleinschalige expo Henri-Jean Closon. Peintre belge à Montparnasse (*** 1/2 ) kennen. Verwar het Musée René Magritte overigens niet met het Magritte Museum op de Kunstberg. Het museum in Jette betreft het burgerhuis dat Magritte en zijn vrouw van 1930 tot 1954 bewoonden. Het interieur biedt een bijzondere en belangrijke inkijk in ’s mans leven en psyche. Vreemd toch hoe weinig onderling contact, laat staan samenwerking, er tussen beide musea is.

Henri-Jean Closon begon als slager in Luik, maar de crisis van de jaren 1930 maakte het leven van de zelfstandige onmogelijk. In 1933 koopt hij in Voiron, in het departement van de Isère in Frankrijk, een boerderij en trekt zich voor de komende 19 jaar op het Franse platteland terug. Hij leeft er als een asceet, en in de ban van dat spiritueel reveil neemt hij zijn kunst onder handen. Die ondergaat zoetjesaan een metamorfose: de abstractie lonkt. Na twee decennia van ascese en van hunkeren naar een persoonlijke schilderstijl houdt hij het platteland voor bekeken en nestelt zich vervolgens in de Parijse kunstenaarsgemeenschap van Montparnasse.

Nooit heeft Closon comfortabel van zijn inkomen als schilder geleefd, niettemin verkoos hij de moeilijke weg van de abstractie. Closon verstond de kunst van het mouwvegen niet, of wilde er vooral niets van weten. Galeriehouders en mecenassen moet je benaderen en bewerken, maar de trotse Closon hield liever de handen af van het mercantiele aspect van het schildersvak. Die obstinate karaktertrek hield het uitzwermen van zijn werk en naam tegen. Daarenboven was de man, toen hij zijn rentree in Parijs maakte, de zestig al gepasseerd. De concurrentie was te duchten: velen dongen naar de gratie van bemiddelde kunstliefhebbers.

Kleurige abstractie

Closon werd aanvankelijk beïnvloed door de groten uit de schilderkunst: Paolo Uccello, Rembrandt van Rijn, Eugène Delacroix, Paul Cézanne, Claude Monet, maar was tegen het begin van de jaren ’30 stukje bij beetje richting abstractie geëvolueerd. Vroeg in zijn carrière was een ontmoeting met de Duitse expressionist August Macke (1887-1914) van belang. Vergelijkbaar met Piet Mondriaan (1872-1944) zocht Closon naar de essentie, of een manier om het spirituele in het universum te vatten. Closon noemde Mondriaan zijn vriend, ook al hielden beiden er een verschillende visie op na. Closon had een voorliefde voor zowel rechte als voor kromme lijnen. Vele van zijn schilderijen zouden volstrekt legitiem op hun kop getoond kunnen worden. Sommige van zijn stukken signeerde hij dan ook boven- en onderaan. Het zijn zaken die we ons bij de exacte kunst van Mondriaan niet kunnen voorstellen.

Closon wilde baden in kleur en zocht via zijn coloristisch vocabulaire zijn toevlucht tot dansende melodielijnen via lichtgevende kleuraccenten, arabesken en ritmewisselingen. Statische kleur vond de Luikenaar maar niets. Bij kleur hoort een cadans. Kleurenbanden plaatste hij naast elkaar om lumineuze vibratie op te wekken. Bij Closon is alles kleur: de alfa en de omega van zijn transcendente schildervisie. In dat opzicht is er bijwijlen een sterke verwantschap met de Parisien Robert Delaunay (1885-1941) en diens onderzoek naar kleuren, vormen en ritmes.

Braaf maar belangrijk

De opstelling in het Musée René Magritte is wat aan de brave kant, maar daarom zeker niet onverdienstelijk. Naast het monsteren van Closons kleurexperimenten, kan de bezoeker in persoonlijke spullen en archiefstukken van René Magritte snuffelen. Ook al bestaat er een grote stijlbreuk tussen het werk van beide heren, toch vallen de Closons in het huis van Magritte niet uit de toon. Boeiend is bijvoorbeeld de dialoog tussen Closon en Magrittes tapijt met de kubistische en kleurrijke naakte vrouw. Men koestert in Musée René Magritte overigens de droom om ook een museum met abstracte kunst op te richten. Surrealisme en abstractie broederlijk naast elkaar.

Ook al oogt de expo wat bescheiden, toch moeten we vaststellen dat men een belangrijke Belgische schilder voor het voetlicht brengt, in alweer een expo over een vergeten kunstenaar. Closon was niet echt een eersterangsschilder, daarvoor ontbrak het hem wat aan branie, aan originaliteit en aan weergaloze techniek. Maar Closon was wel een van de eerste Belgische abstracte schilders, én de man was authentiek, geen goedkope poseur.

Henri-Jean Closon. Peintre belge à Montparnasse
Tot 22/1
Musée René Magritte
Esseghemstraat 135
Brussel
www.magrittemuseum.be

Matthias Depoorter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content