Johan Van Overtveldt (N-VA)

Europlan Van Rompuy: hopeloze timing

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Het ontbreken van een heel concreet actieplan voor de heel nabije toekomst maakt een krantentitel als “Revolutionair plan voor Europa” bijna hilarisch.

Er gebeuren vreemde dingen in Europa, en vooral binnen de eurozone. Guy Verhofstadt, de fractieleider van de liberalen in het Europees Parlement, verklaarde op BBC Radio 4 dat de broodnodige eurobonds er nu echt wel zitten aan te komen. “De druk op landen als Spanje en Italië is nu zo immens groot dat zelfs Duitsland nu bereid lijkt mee te marcheren in de richting van eurobonds”, aldus Verhofstadt. Mede door deze uitlating van Verhofstadt gonsde het de ganse dag van geruchten dat er inderdaad een verrassende wending in de Duitse nein tegen eurobonds zat aan te komen.

In de loop van de avond zorgde de als steeds uiterlijk ijzig kalme Angela Merkel, de Duitse bondskanselier, voor een ijskoude douche. “Keine eurobonds, solange ich lebe”, aldus Frau Merkel. Spiegel Online meldde dat Merkel deze uitspraak deed voor de liberale fractie (FDP) in het Duitse parlement. Nog steeds volgens Spiegel Online reageerden de FDP-parlementariërs enthousiast op de uitlating van Merkel. Er zijn dus duidelijk Europese liberalen die qua eurobonds en aanverwante niet op de golflengte van Guy Verhofstadt zitten.

Hoe dan ook, het is toch even slikken inzake deze uitspraak van Merkel want ze is niks meer of niks minder dan een verstrakking van de Duitse houding tegenover eurobonds, geen afzwakking. Tot nu toe verbond Merkel de introductie van eurobonds aan een rist voorwaarden met als voornaamste het zetten van onomkeerbare stappen in de richting van een Europese politieke unie met ondubbelzinnige afstand van souevereiniteit voor elk van de lidstaten. Merkel lijkt er nu van uit te gaan dat er sowieso niet aan die voorwaarden zal kunnen voldaan worden. De andere mogelijke hypothese, namelijk dat ze niet lang meer zal leven, lijkt niet aan de orde.

Ofwel praten de Europese toppolitici niet meer met elkaar, ofwel verstaan ze elkaar niet meer maar een klucht zoals gisteren opgevoerd rond eurobonds is natuurlijk vrij nefast voor de geloofwaardigheid van alles en iedereen die met de monetaire unie in Europa te maken heeft. Een duidelijke, pro-actieve consensus rond concrete actieplannen om de euro te redden, lijkt steeds meer onhaalbaar.

Deze realiteit weegt ook loodzwaar op het rapport dat gisteren vrijgegeven werd over de toekomst van de monetaire unie. Vier topmensen uit de euro-arena staken daarvoor de hoofden bij elkaar: Europees president Herman Van Rompuy, Commissievoorzitter José-Manuel Barroso, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB) Mario Draghi en de voorzitter van de eurogroep van ministers van Financiën Jean-Claude Juncker.

De zeven vellen tellende tekst van wat we de kwartetnota zullen noemen, zou twee jaar terug – bijvoorbeeld ten tijde van het eerste hulppakket voor Griekenland in mei 2010 – indruk gemaakt hebben. Het zou op dat moment een duidelijke indicatie geweest zijn van het feit dat de euroleiders inzagen dat er dringend bijkomende werken aan het eurohuis dienden te worden uitgevoerd. Op dat moment schreeuwden alle euroleiders het echter van de daken dat er niks mis was met de structuren van de eurozone en dat de problemen die zich voordeden puur het gevolg waren van wanbeleid in landen als Griekenland.

Ook op dit moment zou het rapport van het kwartet diepe indruk kunnen maken op de markten en op investeerders. Het geeft immers vrij nauwkeurig aan wat er moet gebeuren om de monetaire unie alsnog terug op het rechte spoor te trekken. Alleen, die diepe indruk zou enkel maar ontstaan indien op dit moment alles nog kits zou zijn met de monetaire unie. Het rapport zou dan zelfs vrij visionair zijn met betrekking tot de verdere afwerking van de goed functionerende monetaire unie. Het zou het geloof fors doen toenemen dat Europa zich op een doordachte manier voorbereidt om een mogelijke toekomstige crisis krachtig en efficiënt te kunnen aanpakken.

De onaangename realiteit is evenwel dat de eurozone vandaag niet functioneert en steeds dieper wegzakt in een crisis waarvan steeds meer direct betrokkenen ondubbelzinnig stellen dat het om een existentiële crisis gaat. Er zijn niet enkel Griekenland, Spanje, Cyprus en op de achtergrond ook nog altijd Portugal en Ierland maar wie de Italiaanse premier Mario Monti bezig hoort (en de analyse van de cijfers maakt), weet dat er ook grote heisa rond Italië op komst is. Dan helpt het echt niet meer om te komen met indicaties van wat er “gedurende het komende decennium” moet gebeuren en met de toezegging dat hetzelfde kwartet “tegen de Europese top van december 2012” met “gedetailleerde voorstellen” zal komen “voor een in stadia opgesplitst proces dat tot een echte monetaire unie zal leiden”. Het gaat er vandaag niet op de eerste plaats om wat we over de komende tien jaar willen gaan doen maar wel wat we de komende dagen, weken en maanden gaan doen om de eurozone op de één of andere manier bij elkaar te houden.

Het was van bij de aanvang de bedoeling dat dit rapport de weg op langere termijn zou aangeven maar het extreem acute karakter van de crisis maakt de oefening vrij zinloos zonder een omstandig hoofdstuk over de korte termijn. Misschien dat dit er tijdens de komende Europese top wordt bij gekleefd maar we durven dat te betwijfelen. Bovendien is het zeker ook niet zo dat de nota van het kwartet ook alle lange termijn-opties klaar en duidelijk aangeeft, integendeel zelfs.

De nota van het kwartet stelt dat er een bank- en budgetunie moet komen, dat er een geïntegreerd raamwerk voor de coördinatie van het economisch beleid moet komen en dat de Europese dringend grotere democratische legitimiteit moet verwerven. De principes zijn correct en, tussen haakjes, reeds zeer lang bekend. De checklist van de voorwaarden waaraan moet voldaan zijn om een goed werkende monetaire unie te hebben, staat al sinds de jaren 1960 op punt. In de aanloop naar de start van de monetaire unie wuifden Kohl,, Mitterrand, Delors, Dehaene en nagenoeg alle andere direct betrokken beleidsmensen deze checklist weg. Theoretisch gezwets van economen, zo klonk het toen vaak.

De nota van het kwartet lost de problematiek van de verhouding tussen het Europese en het nationale niveau inzake bevoegdheden niet op. Bijvoorbeeld inzake de noodzaak aan financiële integratie (bankunie) is het bijna pijnlijk om lezen hoe men zich in vele bochten wringt om de relatie tussen het Europese en het nationale niveau te concretiseren. Wat er nu precies aan Europa op een ondubbelzinnige manier gedelegeerd wordt, staat niet in de nota.

Ook in de andere domeinen weegt dat spanningsveld zwaar. Het is ondertussen zonneklaar dat net op het terrein van de bevoegdheidsdelegatie de afstand tussen bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland groter is dan ooit.

De nota van Van Rompuy, Barroso, Draghi en Juncker is qua uiteenzetting van de principes die men moet hanteren rond de toekomst van de monetaire unie prima. Het ontbreken van een heel concreet actieplan voor de heel nabije toekomst maakt een krantentitel als “Revolutionair plan voor Europa” echter bijna hilarisch. Het meest verontrustende inzake deze kwartetnota is dat het de indruk geeft dat het politieke establishment er nog altijd van uitgaat dat zij de agenda en de tijdslijnen bepalen. De trieste realiteit is dat dit niet meer zo is, vooral omdat het politieke establishment veel te lang onvoldoende krachtdadig en efficiënt heeft ingegrepen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content