Rik Van Cauwelaert

Europlan Van Rompuy: het heeft iets Belgisch

Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

‘Voorspoed is de beste bewaker van de principes.’ De vaststelling is van Mark Twain en geldt nog steeds, ook voor de Europese staatshoofden en regeringsleiders die deze week voor de zoveelste keer in Brussel samenscholen om zich te buigen over de eurocrisis.

Van Rik Van Cauwelaert in Washington

‘Voorspoed is de beste bewaker van de principes.’ De vaststelling is van Mark Twain en geldt nog steeds, ook voor de Europese staatshoofden en regeringsleiders die deze week voor de zoveelste keer in Brussel samenscholen om zich te buigen over de eurocrisis.

De toenemende sociale ellende in Zuid-Europa, in Griekenland, Spanje, Portugal en Italië in het bijzonder heeft ook de rest van Europa doen twijfelen over de goede zin van het europroject. En dat project is gedoemd als de Europese Unie de voorspoed van haar burgers niet langer kan garanderen.

Na lang aanmodderen heeft voorzitter Herman Van Rompuy, samen met Commissievoorzitter José Manuel Barroso, voorzitter van de eurogroep Jean-Claude Juncker en voorzitter van de Europese Centrale Bank Mario Draghi, een plan uitgetekend – een plan dat omwille van de verschillende gevoeligheden nog geen plan mag heten. Doch de voorstellen van de Europese vier vormen alvast een denkraam waarbinnen oplossingen dienen te worden gevonden.

Het plan heeft iets Belgisch, al was het maar door de vaagheid waarmee het is geformuleerd. Elkeen kan er wat van zijn gelijk in terugvinden.

Er is sprake van een geïntegreerd begrotingsbeleid dat moet toelaten ‘onhoudbare budgettaire beslissingen van lidstaten ongedaan te maken of te corrigeren’. Dat kan natuurlijk niet anders, want die maatregelen werden eigenlijk al goedgekeurd, ook door het Europees parlement, dat zich enthousiast uitsprak over six- en two-pack en fiscal compact, de wapens om dat geïntegreerd begrotingsbeleid af te dwingen.

Maar, en dan komt het, zo’n beleid moet toelaten om ‘op termijn’ – de Duitsers mogen immers niet geschoffeerd worden – te evolueren naar de uitgifte van gemeenschappelijk schuldpapier en een mutualisering van de staatsschulden. Maar dat manoeuvre hadden ze in Berlijn al meteen in de gaten. Kanselier Angela Merkel liet sofort opmerken dat die mutualisering van de schuld zelfs in Duitsland na 60 jaar nog niet werd gerealiseerd en dat het bijgevolg ook in de Europese Unie nog niet voor meteen zal zijn.

Volgens het plan van Van Rompuy moet worden gestreefd naar een coördinatie en convergentie van het economisch beleid van de lidstaten – allemaal waarheden als een koe die destijds bij de invoering van de euro in de wind werden geslagen.

Opmerkelijk is toch dat de auteurs van het plan zich bewust zijn van het democratische deficit waarmee de Unie kampt. Europese beslissingen worden nauwelijks nog gedragen door de burgers, die telkens voor voldongen feiten worden geplaatst.

Het Europese parlement is een logge, dure, inefficiënte machine. Het vertegenwoordigt alleen zichzelf en heeft nauwelijks controle op de Europese beslissingen die veelal elders, achter gesloten deuren, worden genomen. Dat Europees parlement zoals het nu bestaat moet worden afgeschaft en vervangen door een parlement van afgevaardigden van de nationale vergaderingen. Maar het lijkt niet Van Rompuys bedoeling om daaraan te beginnen.

Het belangrijkste punt in het plan is meteen ook het eerste: de bankenunie. Verantwoordelijkheid en toezicht op de banken moeten in Europese handen komen, net als de depositiegaranties en het mechanisme voor eventuele vereffening van banken.

Het bankenluik van Van Rompuys plan is het meest voldragen onderdeel van de tekst. Wat op zich niet verwonderlijk is, want de eurocrisis is op de eerste plaats een bankencrisis.

De invoering van de euro en de lage interesten als gevolg daarvan, zorgden in Zuid-Europa voor een heuse consumptieboom, waar dan weer de noordelijke eurolanden van profiteerden. Door die groei bleef ook de dure welvaartstaat enigszins betaalbaar.

Aan dit alles kwam een brutaal einde door de wereldkrach van 2008-2009. Bubbels, aangericht door de banken, spatten uit mekaar, de begrotingstekorten en staatsschulden schoten de hoogte in, investeerders gingen zenuwachtig heen en weer schuiven, met als eerste gevolg dat voor de zwakste eurolanden de interesten door het plafond schoten. Het delicate evenwicht tussen economische groei en de prijzige sociale zekerheidssystemen was brutaal verbroken.

Maar de pijnlijkste vaststelling was dat de banken bijzonder weinig eigen kapitaal en bijgevolg erg wankele funderingen bleken te hebben. De toestanden van de banken is vandaag zo benard dat het interbancaire geldverkeer tussen Europese banken volkomen is opgedroogd. Belgische banken, hebben, net als hun Europese concurrenten, op korte termijn miljarden euro’s nodig om overeind te blijven. Voor hen blijft alleen de uier van de nationale banken.

Doch ook het geldverkeer, al dan niet voorzien van het nodige onderpand, tussen Europese en Amerikaanse banken is volkomen stilgevallen en zorgt in Washington voor grote nervositeit, om niet te zeggen wrevel.

Het zal nog moeten blijken dat Europa de controle op de banken en het internationale geldverkeer aankan. In 2008 hadden ze in Brussel alvast niks in de gaten. De beurscrisis heette hier een Amerikaanse crisis. Bij Eurostat, het statistische bureau van de EU, stonden alle barometers op stabiel weer. Er waren interventies van onder meer het Internationaal Muntfonds (IMF) nodig om ze d’r in Brussel op te wijzen dat ze met een gigantisch probleem opgescheept zaten, niet alleen in Griekenland maar ook in de rest van Zuid-Europa, dat volkomen uit de pas liep met Noord-Europa.

Die breuken kunnen alleen overbrugd geraken door het geldverkeer opnieuw op peil te krijgen. Dat is – in dit geval letterlijk – de va banque waar de Europese Unie voor staat. Zo niet komt het einde van de euro akelig dichtbij.

Nog voor hij zijn plan ontvouwde liet Herman Van Rompuy zich in de Duitse krant Die Welt ontvallen: ‘Ik word elke dag bozer wanneer ik zie dat wij ons destijds in zo’n avonturen hebben gestort zonder gemeenschappelijk beleid.’

Wie dat 12 jaar geleden durfde te zeggen werd als een verkrampte nationalist, in het beste geval als een euroscepticus weggezet, ook door de kopstukken van Van Rompuys eigen CD&V.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content