Rik Van Cauwelaert

EU begint stilaan met het aanleggen van zuidelijke ‘poverty belt’

Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Van het sociale model dat Bekaert en zijn medestanders voorstonden, blijft steeds minder over. Aan die afbouw heeft de Europese Unie flink meegeholpen.

Bekaert schrapt in België 609 banen en nog eens 1250 in de Chinese vestigingen. ‘Het is de zwaarste herstructurering ooit voor Bekaert.’ Die verklaring van ceo Bert De Graeve leek haast een schuldbekentenis. Voor één keer was de oorzaak van de ontslaggolf niet de loonlasten.

Het West-Vlaamse bedrijf had zwaar ingezet op de productie van zaagdraad waarmee silicium wordt gesneden. In 2010 was die zaagdraad, gebruikt bij de aanmaak van zonnepanelen, nog de spil van de Bekaertproductie. Vervolgens klapte de verkoop van de zonnepanelen in elkaar en nam de concurrentie flink toe. Het is een van de grote kwalen van de Belgische industrie dat ze producten blijft voortbrengen die al te makkelijk kunnen worden nagemaakt.

De gevolgen zijn uiteraard pijnlijk voor het management van Bekaert, dat vorig jaar al nagenoeg zeventig procent van zijn beurswaarde zag wegsmelten, maar vooral voor de werknemers die eerstdaags hun ontslagbrieven krijgen.

Velen onder hen hebben nooit in een ander bedrijf gewerkt. Hoewel het de voorbije jaren al enkele saneringsoperaties doorvoerde, stond Bekaert niet alleen in de eigen regio maar eigenlijk in heel Vlaanderen voor werkzekerheid – voor rustige vastheid, zeg maar.

Het staalbedrijf in Zwevegem dankte die reputatie aan Léon-Antoine Bekaert, zoon van de stichter van het bedrijf, die ongetwijfeld de invloedrijkste naoorlogse Belgische ondernemer is geweest. Niet alleen wegens zijn onmiskenbare zakelijke successen, maar vooral ook omdat hij het naoorlogse sociaal overleg heeft vormgegeven.

Tijdens de oorlog al overlegde Léon Bekaert in het geheim met vakbondsleiders als August Cool van het ACV. Wat later leidde tot het productiviteitspact, dat de wederopbouw van het land zou stimuleren, en nog later tot het Sociaal Pact van 1960.

Eerst als voorzitter van de Federatie van Katholieke Patroons en later als voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen, sleutelde Léon Bekaert aan die sociale dialoog met de vakbonden. Zelfs tot vlak voor zijn dood, tijdens de bittere winterstaking van 1960-’61.

Over zijn zorg voor het sociale welzijn van de werknemers zei hij in 1956: ‘Hoe dikwijls hebben wij, als katholieke werkgevers, het verwijt niet moeten horen dat ons streven naar sociale hervormingen zou leiden naar het einde van de vrijde onderneming. Hoe dikwijls heeft men niet gezegd: het is allemaal goed en wel het peil van de lonen, de arbeidsvoorwaarden, de samenwerking in de onderneming te willen verbeteren, maar al uw toegevingen hebben maar één gevolg: ze vergroten de macht van de syndicalisten, ze doen hun eisen bestendig stijgen en vroeg of laat zult u het gezag van de patroon ondermijnen, het economische rendement van onze ondernemingen in het gedrang brengen en ons iedere mogelijkheid ontnemen de leefbaarheid en de expansie van onze bedrijven te verzekeren. (…) Zeer dikwijls in het leven zoekt men een zekere tegenstelling tussen idealisme en werkelijkheid. Al te dikwijls gaat de patroon, die in of buiten zijn onderneming de sociale vooruitgang nastreeft, door voor iemand die met zijn beide voeten niet in de werkelijkheid staat. Ik durf vandaag te beweren dat een sociaal vooruitstrevende patroon, de enige is die een realistische kijk op de zaken heeft.’ Ondernemers als Bekaert zijn vandaag overal vervangen door bonusgedreven chief executive officers, geïnspireerd door de hire & fire-voorbeelden in de handboeken van de Amerikaanse managersicoon Jack Welch.

Van het sociale model dat Bekaert en zijn medestanders voorstonden, blijft steeds minder over. Aan die afbouw heeft de Europese Unie flink meegeholpen.

Toen hij aantrad als voorzitter van de Europese Commissie zei Manuel Barroso dat er geen probleem was met de verzorgingsstaat, maar dat de verzorgingsstaat het probleem was. Barroso en anderen in de Europese machtscenakels hebben ernaar gehandeld.

Gaandeweg, en nu met de eurocrisis als groot excuus, is de Washington Consensus, met zijn rigide begrotingsdiscipline, deregulering, privatiseringen, lage rentes en el even lage belastingen voor bedrijven, ook de Brussels Consensus geworden.

Over de gevolgen daarvan weten ze in Griekenland, Portugal en Spanje intussen mee te praten. Want de EU is stilaan begonnen met het aanleggen van een zuidelijke poverty belt. De zogeheten trojka, gevormd door EU, ECB en IMF, eist van de Grieken dat zij het minimumloon terugschroeven tot minder dan 600 euro.

Wat zou Mijnheer Léon daarvan hebben gedacht?

Rik Van Cauwelaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content