Rik Van Cauwelaert

Een veertiger

Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

De lezers hebben het net gekaapt.

Februari 1971. Premier Gaston Eyskens sprak ons in die dagen nog toe met ‘waarde landgenoten’ wanneer hij zich via een regeringsmededeling op televisie en radio tot de natie richtte. Eerste ministers doken toen niet op in spelprogramma’s – van talkshows was op de BRT geen sprake. Journalisten van de openbare omroep, als die al eens in zijn buurt opdoken, bekeek vader Eyskens met dezelfde afstandelijkheid als die waarmee hij het statitief onder de microfoon observeerde.

Toen een West-Vlaamse uitgever, Willy De Nolf, op de derde woensdag van februari 1971 de Vlaamse bladenmarkt kwam verstoren met een nieuwsmagazine met de onmogelijke titel Knack, was de ‘ontideologisering’ van de media nog niet ingezet. Socialistische en liberale kranten schreven nog altijd over wat de katholieken niet mochten weten, en de katholieke bladen over wat de socialisten en liberalen niet wilden weten. Al vertoonde het ideologische vernis van sommige bladen de eerste barstjes. De komst van Knack zou de ontideologisering doen versnellen.

In 1991, bij de twintigste verjaardag van Knack, had Frans Verleyen het er nog over dat het soms lastig was om tijdens die lange tocht – de eerste twintig jaar van Knack -, vrijwel zonder geestelijke rustpauze, de grillige signalen van de tijd correct op te vangen en daar iets aan toe te voegen. Verleyen zou de internetdijkbreuk niet meer beleven. Hij had net zijn eerste gsm aangeschaft toen hij in oktober 1997 plots overleed.

In die jaren was het, om de woorden van Rupert Murdoch te gebruiken, nog mogelijk om lezers en kijkers als een kudde schapen te behandelen. Intussen hebben die lezers en kijkers zich, met de hulp van het internet, tot herders ontpopt. Vorige week kocht het Amerikaanse internet conglomeraat AOL (America Online) de internetkrant Huffington Post voor 315 miljoen dollar of 234 miljoen euro. Een half jaar eerder werd het gevestigde nieuwsmagazine Newsweek van de hand gedaan voor 1 symbolische dollar. Het zijn treffende illustraties van de ingrijpende mutatie die de media het voorbije decennium doormaakten.

Nadat hij in Parijs de wereldtentoonstelling van 1867 had bezocht, stond op het enthousiasme van de technofiele Victor Hugo geen maat meer. En hij voorspelde: ‘Binnenkort zal de mens met zevenmijlslaarzen over de aarde trekken, zoals Homeros’ goden door de hemel. Nog een paar jaar, en dan zal de elektrische draad van de eendracht de aardbol omspannen en de wereld omhelzen.’

Op die eendracht is het nog even wachten, maar de draad van het internet omspant de wereld. De oude krant, het traditionele weekblad, ze bestaan eigenlijk niet meer. Er blijft alleen de titel, een betrouwbare merknaam. Onder die titel opereren vandaag, behalve het blad, verscheidene informatieplatforms, newsrooms, tv-studio’s en websites die dagelijks nieuwsbrieven en applicaties op de iPad aansturen, als ze al niet breaking news-berichten doen oplichten op de smartphone van hun lezers.

De lezers hebben het net gekaapt. En zij gebruiken het steeds vaker om de journalisten scherp te houden. Ze mengen zich onvervaard in de debatten en leveren striemende kritieken op de berichtgeving. Jammer genoeg kan op het net iedereen om het even wat beweren. Ooit publiceerde The New Yorker een cartoon met twee honden achter een pc. Zegt de ene hond tegen andere: ‘Het fantastische aan het net is dat niemand weet dat je een hond bent.’ In de blogosfeer verspreiden geruchten en halve waarheden zich inderdaad als kankers. Op het net is zelden plaats voor subtiliteit, precisie, onderscheid, consistentie. Alleen voor simpele voorstellingen en ruwe schetsen. De Nederlandse journalist Henk Hofland bestempelde het net ooit als ‘het medium van de briesende huismus’. Niettemin was de nieuwsverspreiding via het internet niet alleen een technologische revolutie maar een journalistieke cultuuromslag.

Maar de revolutie op het Tahrirplein in Caïro kan dan wel in real time worden gevolgd, het duiden van het machtsspel achter de schermen en de gevolgen van de Arabische revoltes vragen een grotere diepgang.

Ooit zei Mieke Vogels, toen Agalev-minister, na een meningsverschil met dit blad: ‘Je weet hoe dat gaat: Knack begint ermee. De Morgen neemt dat dan over en dan begint De Standaard.’ We zullen de politica voor één keer niet tegenspreken, want er zit veel waarheid in haar bewering.

De afgelopen jaren was Knack inderdaad voor honderdduizenden Vlamingen de betrouwbare seismograaf voor de snel opeenvolgende veranderingen. Omdat het blad op elk moment de stelregel volgde van Martha Gellhorn: ‘Serieuze, degelijke en eerlijke journalistiek is essentieel, niet omdat ze een gidsfunctie heeft, maar omdat ze een vorm is van eerbaar gedrag waarbij verslaggever en lezer betrokken zijn.’

De redactie, vastbesloten op die lijn te blijven, dankt alle lezeressen en lezers voor al die jaren van vertrouwen.

Rik Van Cauwelaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content