Johan Van Overtveldt (N-VA)

Een heel slecht idee van Laurette Onkelinx

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Hopelijk slagen de Vlaamse regeringspartijen erin het spaarboekje van de PS de wiegendood te laten sterven. Dit idee is even onzinnig als dat het perfide is.

Groen! trok de sprint aan en de PS kwam snedig spurtend uit het wiel. Bij monde van vice-premier Laurette Onkelinx lieten de Waalse socialisten weten dat ze de creatie willen van een nieuw soort spaarrekening (“het spaarboekje B”) dat de spaarder een betere opbrengst dan thans gegeven wordt moet opleveren. 2,5% is het opbrengstpercentage dat dan het meest geciteerd wordt. Het spaarboekje B zal, aldus de argumentatie van PS en Groen!, twee euvels in één beweging oplossen: het rendement voor de spaarder opkrikken en de kredietverlening aan de economie terug op peil brengen. Te mooi om waar te zijn? Inderdaad maar de kritiek op het idee van Onkelinx dient nog veel verder te gaan. Laat men de PS hier zijn gang gaan dan wordt er nieuwe belangrijke stap gezet in de financiële repressie door de staat.

Laat we eerst even een kritische blik werpen op de twee basisclaims achterliggend aan het idee van Groen! en het PS-initiatief van het spaarboekje B. Het gebrek aan rendement op thans bestaande spaarrekeningen is, ten eerste, een selectief gegeven. Surf bijvoorbeeld naar Spaargids.be en onmiddellijk zal duidelijk zijn dat meer dan een handvol instellingen een opbrengst tot 2,65% aanbieden op spaargeld. Niet elke van deze instellingen is misschien even solide maar dan is het in ieder geval aan onze regulatoren om daar werk van te maken. De Belgische spaarder kan dus vandaag al vrij makkelijk opbrengsten halen van 2,50% binnen het huidige aanbod.

Ten tweede heeft de lage vergoeding op de spaaartegoeden natuurlijk ook veel te maken met het gevoerde monetaire beleid. De basisrentevoet van de Europese Centrale Bank (ECB) ligt vandaag op 0,75%. Deze rentevoet is cruciaal voor het geheel van de rentestructuur in euros.De retoriek van de ECB-top geeft aan dat er niet snel verandering zal komen in de erg lage rentestand. Zo er toch rentebeweging zou komen, zal die veel eerder neerwaarts dan wel opwaarts zijn. Gegeven een inflatie van 2% en meer kan het niet anders dan dat zulk een monetair beleid finaal zijn tol eist bij de spaarders. Wie als Belgisch politicus klaagt over een te lage rente voor spaarders zou dus beter eerst eens met onze mensen bij de ECB gaan praten, namelijk Peter Praet als lid van het directiecomité van de ECB en Luc Coene als goiuverneur van de Nationale Bank.

Hoe zit het met de tweede claim van de PS en Groen!, namelijk die van de gebrekkige kredietverlening? Uit de cijfers van zowel Febelfin, de beroepsvereniging van de financiële sector, als van de Nationale Bank kan niet direct worden afgeleid dat er kredietschaarste is.Toch blijven er hardnekkige commentaren tot het tegendeel opborrelen inondernemingskringen. Unizo bijvoorbeeld meent te mogen stellen dat op basis van de informatie bekomen van haar leden er wel degelijk een probleem is met de kredietvoorziening van onze ondernemingen. Verhalen over geweigerde kredietaanvragen, onverwachte en drastische kredietopzeggingen en kredietvoorstellen met exorbitante waarborgvoorwaarden en dito renteplaatjes vallen inderdaad dagelijks te noteren. Uiteraard zullen de dupes van dergelijke verhalen altijd hun versie in de verf zetten zodat voorzichtigheid inzake algemene conclusies echt wel aan de orde is.

Er is, zo durven we toch concluderen, een probleem met de kredietverlening. Waar ligt de grond van dit probleem? De banken zien zich vandaag geconfronteerd met een onzekere regulatoire omgeving, zoals bijvoorbeeld op het vlak van kapitaals- als liquiditeitsvereisten.Ook de eurocrisis en de recessie verhogen de onzekerheid. Dat maakt hen terughoudend inzake het beheer van hun balans die nog altijd zwaar gehavend is door de excessen uit het verleden. Het valt niet te ontkennen dat zeker de grootbanken er in een recent verleden eenecht potje van maakten. Een soms aan waanzin grenzend herbeleggingsbeleid leidde tot verliezen die hen in een toestand van faling bracht die enkel kon afgewenteld worden door massale inzet van geld van de belastinsgbetaler. De bankiersprofessie is nog wel enige tijd zoet met de rehabilitatie van haar maatschappelijk aanzien. Dat heeft niks met stemmingmakerij te maken; het is een schuld- en boetekleed dat men zichzelf aangepast heeft.

De beladen donkerte van het bankierswezen mag echter objectieve analyse van de feitelijke situatie op dit moment niet in de weg staan. Terughoudendheid inzake kredietverlening heeft veel te maken met grote onzekerheid in de omgeving en met de erfenis uit het verleden. Een belangrijke lering getrokken uit dat verleden is ook dat banken proberen zoveel mogelijk weg te gaan van het aantrekken van financieringsmiddelen uit de markten. Een stevige deposito- en spaarrekeningbasis kan daar in belangrijke mate toe bijdragen. Meteen is er meer dan een vermoeden dat de meeste instellingen hun beste beentje zullen voorzetten om de houders van die rekeningen naar zich toe te halen. Zou het kunnen dat de huidige vergoedingen toegekend op de spaarrekeningen naar het maximale neigen wat in de huidge omstandigheden en met het huidige monetaire beleid mogelijk is?

Tegen de achtergrond van bovengaande analyse rijst de vraag hoe Groen! en de PS van Onkelinx de kredietverlening aan onze bedrijven gaan verbeteren. Er valt immers ook niet te ontkomen aan de vaststelling dat veel van onze bedrijven terughoudend zijn inzake investeringen en stockopbouw. Dat heeft te maken met de grote onzekerheid in de omgeving. De recessie en de eurocrisis komen dan aan de orde maar ook het beleid van de regering Di Rupo. Er zijn niet enkel de voortdurende belastingsverhogingen en de tendens tot niet altijd even doordachte regulering maar er is vooral het feit dat deze regering in uitspraken en houding niet echt overkomt als een regering die oprecht veel consideratie opbrengt voor de noden van het bedrijfsleven. Misschien dat Laurette Onkelinx eerst eens iets aan dat attitude-gegeven moet doen.

Bovendien rijst voor de protagonisten van het spaarboekje B ook onweerstaanbaar de vraag hoe men het gaat aan boord leggen om met de wederbeleggingen van de verzamelde spaargelden het beloofde rendement van bijvoorbeeld 2,5% te halen. Onkelinx wil die rendementen halen uit kredietverlening aan KMO’s en uit besteding van middelen in publieke projecten zoals infrastructuur, ziekenhuizen etc. Wat de kredietverlening aan bedrijven betreft, is de staat, zo leert onze geschiedenis en die in het buitenland, een bijzonder slechte scheidsrechter. Objectieve beoordeling van de rendabiliteit van investerings- en ondernemingsprojecten is geen kolfje naar de hand van instellingen geleid vanuit de politiek. Meer nog, politieke motieven gaan al te vaak de doorslag geven om bedrijf X wel en bedrijf Y niet van krediet te voorzien. Rendabele wederbelegging van gespaarde gelden wordt dan een precaire zaak.

Quid publieke projecten? Daar bestaat zonder de minste discussie behoefte aan in ons land. Stel dat de staatsbeheerder van de spaarboekjes B zijn wederbelegingen doet in dergelijke publieke projecten. De terugbetaling van de leningen moet uit de opbrengst gegenereerd door de investeringen gaan. In veel van de publieke projecten is het uiteindelijk, en dat is ook normaal, de belastingsbetaler die opdraait voor de terugbetaling van de leningen. De opbrengst van een spaarboekje garanderen op basis van verhoogde belastingen in de toekomst? Dat lijkt niet enkel een gek idee. Dat is het ook.

Waarom, tot slot, is het hele idee van Onkelinx en Groen! ook perfide? Omdat het de deur wagenwijd open zet naar verdere financiële repressie van de burgers. Hoezo? Stel dat het fameuze spaarboekje B er komt. Zoals nu geafficheerd door de verdedigers van het idee zal het toezicht op die gelden en op het gebruik ervan in wederbeleggingen aan de staat toebehoren. Onze staat heeft voortdurend geld nodig. De voorbije jaren leren dat het snel kan gaan met verlies van toegang tot de geld- en kapitaalmarkten. Komt België ooit in een dergelijke situatie dan mag er gif op ingenomen worden dat snel en over de hoofden van iedereen zal beslist worden om de op spaarboekjes B beschikbare gelden te draineren naar de staatskassen. Bovendien zal de wetenschap dat er een dergelijke spaarpot ter beschikking staat ook de druk wegnemen bij de politici om onze staatshuishouding grondig te saneren. Meer dan redenen genoeg dus om de B van het spaarboekje B goed in te vullen. Blokkeren en Begraven.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content