Dirk Draulans

Een aantrekkelijk landschap wordt zeldzaam

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Genieten van mooie natuur is bijna per definitie een kwestie van een avontuurlijke vakantie geworden. Dat vreselijke concept van grenzeloze groei móét immers, als je het niet-economisch interpreteert, tot miserie leiden.

Soms kom je voor verrassingen te staan als je duurzaam door het leven wil gaan. We gingen het deze vakantie eens anders doen. Geen nieuwe landkaarten kopen, geen nieuwe reisgidsen, die vervolgens na enkele weken gebruik thuis blijven slingeren als nog net niet oud papier.

We kochten een wegenkaart in de kringloopwinkel, voor 0,25 euro, en we namen twee reisgidsen mee uit de bibliotheek, die nadien netjes weer werden afgeleverd. Jammer genoeg ontdekten we pas onderweg dat de wegenkaart uit 1993 dateerde, en de reisgidsen uit 2006. Wat de reis een wat avontuurlijker, wegens onvoorspelbaarder cachet gaf.

Maar finaal werd het een leerzame bedoening. We trokken – met de wagen, niet zo duurzaam dus – door Noord-Spanje en Noord-Portugal, en stelden tot onze verbazing vast dat de meeste autowegen in 1993 nog niet op de wegenkaart stonden. Her en der was het zelfs een kluwen geworden, met moeilijk interpreteerbare kruispunten, waardoor de gps regelmatig de mist in ging, want die wist het ook niet altijd. Hier en daar was er aan een autoweg begonnen, maar lagen de werken stil, vooral waar er viaducten moesten komen.

Het gaf sterk de indruk dat er de voorbije 25 jaar zwaar in de regio was geïnvesteerd, maar niet altijd op even verantwoorde wijze. Al dan niet met steun van de Europese Commissie overspeelden landen en regio’s hun hand, wat zal hebben bijgedragen tot het financiële fiasco waar Spanje en Portugal nu mee worstelen. Dat vreselijke concept van grenzeloze groei toch altijd, van investeren in infrastructuur om werkgelegenheid en andere vormen van economische meerwaarde te creëren – een economisch model dat, als je het niet-economisch interpreteert, tot miserie móét leiden.

De gevolgen van wat we gemakshalve maar de ontsluiting van de regio zullen noemen, waren pijnlijk voelbaar. Wegen die in 1993 nog als pittoresk op de kaart stonden aangegeven, waren snelwegen naar massatoerisme-oorden geworden. Sommige van die oorden stonden in de gidsen van 2006 nog als aantrekkelijk omschreven, maar bleken ter plekke te zijn ontaard in monsterlijke badplaatsen – Blankenberge in het kwadraat.

Vooral het Portugese stadje Aveiro, door topschrijver José Saramago nog als een variant van Venetië omschreven, was onherkenbaar veranderd. Aveiro en zijn strand lagen volgens de gidsen aan de monding van een rivier die met zijn vele lagunes en zoutpannes een biologisch pareltje was. Niks biologisch pareltje. Overal flatgebouwen, fabrieken, auto’s en een massa volk. De ooievaars broeden er op elektriciteitspylonen en autowegenstructuren, de zilverreigers waden er langs havenloodsen en zware industrie. De vogels – of toch op zijn minst deze soorten – leken er niet aan te tillen dat hun milieu zo onnatuurlijk was geworden.

En uiteraard is het beter dat veel vakantiegangers geconcentreerd raken op weinig plaatsen, om te vermijden dat er overal menselijke beïnvloeding is. Maar we moesten het wel erg ver gaan zoeken om op zijn minst de indruk te hebben in een min of meer natuurlijk Portugees of Noord-Spaans biotoop terecht te komen. Het is onwaarschijnlijk hoe snel de mens wat hij nog niet naar zijn hand heeft gezet, meeneemt in zijn vernietigende verhaal. Het is beangstigend hoe weinig er rest van wat als oorspronkelijke natuur kan worden beschouwd. Je moet echt bijna onbereikbare oorden gaan zoeken om nog (bijna) ongerepte natuur te vinden. Daar moet je je dan op voorbereiden, met stevig stapgerei en een goede tent en het nodige proviand, want er zijn niet altijd voorzieningen beschikbaar. Genieten van mooie natuur is bijna automatisch een kwestie van een avontuurlijke vakantie.

Er waren ook enkele duurzame ontwikkelingen, nieuwigheden sinds de reisgidsen uit 2006. Het hoge aantal windmolens – moderne windmolens, voor energieopwekking dus, geen Don Quichot-achtige maaltoestanden – was opvallend, net als de grote inzet op viskwekerijen in baaien van de Atlantische Oceaan. Ingrepen die schadelijke fossiele brandstoffen en overbevissing moeten bestrijden, maar die niet per definitie een verhoging van de landschappelijke aantrekkelijkheid in de hand werken.

Het lijkt er sterk op dat het concept landschappelijke aantrekkelijkheid volledig achterhaald wordt door menselijke ontwikkelingen, de ecologisch verdedigbare inbegrepen.

Dirk Draulans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content