Domme Bosnis

Ik vraag me af of Bosniërs het nog vaak over de oorlog hebben. Ja dus. Naast me op de bus zit Sehat, 56, uit Banja Luka. Zijn vrouw en twee kinderen leven al sinds 1992 in Nederland. Hij vocht drie jaar in het Bosnische leger tegen de Serviërs. Toen Banja Luka na de oorlog tot de Republika Srpska zou gaan behoren, vluchtte hij zwaar teleurgesteld zijn gezin achterna. Intussen had hij tussen de gevechten door een buitenechtelijk kind verwekt. “Tijdens de oorlog zijn er geen zekerheden meer.”

Maar Sehat miste zijn land en keerde na vijf jaar terug. In Banja Luka was hij als Bosnische “moslim” niet meer welkom. Hij vestigde zich in de industriestad Zenica, waar samenleven nog min of meer lukt.

“Ik ben geen moslim. Ik ben Bosniër, en atheist. Ik hoef geen hemel na de dood. Ik wil mijn hemel hier en nu.”

“Het is nog niet over in Bosnië. Het land is verdeeld langs etnische lijnen. In veel scholen is er apartheid, en de politiekers zijn corrupt. Bij de recente verkiezingen is maar 50 procent van de bevolking gaan stemmen, en dan nog voor nationalistische partijen. De rest lag op hun luie krent. Zo zal hier nooit wat veranderen. Domme Bosniërs. En ja, ik ben er zelf een. Maar als Bosnië tegen Nederland voetbalt, dan supporter ik voor oranje. Ik ben Nederland ontzettend dankbaar.”

“Ken je de Bosnische rap-groep Dubioza Kollektiv? Ze rappen in het Engels tegen de oude idioten die de Bosnische politiek beheersen. Luister naar hun teksten, en je kent de tragedie van Bosnie.”

De bus rijdt verder de nacht in. Spoedig dommelt iedereen in. Ook Sehat is bedaard.

We passeren de Kroatisch-Bosnische grens in Slavonski Brod. Uit de ochtendnevel rijzen overwoekerde ruines op, karkassen van wat ooit grote en mooie huizen waren, spookachtige silhouetten van steunbalken zonder dak of muren.

Nick Hannes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content