Vrije Tribune

Democratie is een werkwoord

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

We hebben twee manisch-depressieve zomermaanden achter de rug. Het weer was om snel te vergeten maar enkele andere dingen houden we best goed bij. En dan hebben we het niet enkel over de onderhandelingen in de ‘lokale’ politiek.

In het zo rustige en vredelievende Noorwegen sloeg de haat toe van een zeer fanatieke, opgezweepte man met een missie. Een etnisch puur Noorwegen, terwijl hij koel jonge (Noorse!) kinderen neermaaide met een machinegeweer. Louter en alleen omdat ze andere politieke denkbeelden koesterden. De veerkracht en de gratie waarmee Noorwegen – én haar politieke leiders én de Noren zelf – op de aanslag reageerde strekt het land tot eer.

De solidariteit bruiste letterlijk door het land. Niemand kan onberoerd blijven bij de brief die een 16-jarige overlever aan de dader schreef: “Maar bedenk hoeveel liefde we kunnen tonen als we allemaal samen zijn. Mensen van wie ik dacht dat ze me haatten, omhelsden mij op straat. Mensen die ik al jaren niet meer gehoord had, schreven me lange brieven over hoeveel het voor hen betekent dat ik het heb overleefd. Wat zegt u daarvan? U wou iets kapotmaken, maar u hebt onze banden versterkt.”

We doen er goed aan te beseffen dat mensen – zelfs op de meest duistere momenten – troost kunnen vinden bij elkaar, leed delen en solidair zijn. Maar de gebeurtenissen herinneren ons er ook aan dat de democratie en een open maatschappij geen definitieve verworvenheden, maar permanente opdrachten zijn. Een onaf project dat constant leven moet ingeblazen worden, gestuwd en onderhouden door debat, respect en openheid. Anders sijpelt haar legitimiteit langzaam maar zeker weg. Democratie is een werkwoord.

Na ijzeren hand van dictator
Een heel ander land, misschien wel even rijk aan olie, merkt nu voor de eerste keer dat democratie een werkwoord is. Na de ijzeren hand van een dictator moeten in Libië de eerste embryonale pasvormen van de democratie – rechtssysteem, kieswetten, verkiezingen, politieke vertegenwoordiging, middenveld, vrije media,… – uitgedacht en toegepast worden. Zulke transities gaan zelden vlekkeloos. In tegenstelling tot Egypte en Tunesië kwam een deel van de bevolking gewapenderhand in verzet en nam het heft, duidelijk en breed geruggensteund door de NAVO, in handen. Volgt er een bloedige repressie? Afrekeningen? Botsingen tussen religieuze groepen of clans? Het komt er nu op aan de goede elementen uit het economisch systeem mee te nemen – Libië is relatief welvarend in vergelijking met haar buurlanden – en een nieuwe democratische grondwet te vormen, die rekening houdt met álle strekkingen. Laat ons hopen dat de realiteit beter is dan de fictie en we geen ‘Lawrence of Arabia’-scenario krijgen, waarbij het land door interne twisten (nog eens) gekolonialiseerd wordt.

Gadaffi is jaren lang – vooral door Italië en Frankrijk – de hand boven het hoofd gehouden. Het westen kan het land zeker helpen met bepaalde democratische groeipijnen, maar de klemtoon moet dan wel liggen op ‘helpen’ en niet op paternalisme of (neo)kolonialisme. Los van die terechte zorgen kun je niet anders constateren dan dat 2011 een bijzonder jaar blijft, met de Arabische ontwaking (men spreekt over lente maar dit is dan wel een zéér lange lente) en de brede volksbewegingen die op de reset-knop hebben gedrukt. Zij hebben resoluut gekozen voor meer democratie en meer participatie.

Federalisme = werkwoord
Ook in België merken we dat democratie een werkwoord is. Net als andere federale landen (Duitsland, Spanje,..) zijn we in een discussie verwikkeld wie welke bevoegdheden het best kan invullen. In tegenstelling met andere federale landen zijn we door een wederzijdse polarisatie geblokkeerd geraakt.

We doen er goed aan in die troebele discussie drie zaken naar voren te schuiven.

1. Er bestaat niet zoiets als de perfecte staats(her)vorming. Homogene bevoegdheden zijn in een klein land per definitie moeilijk af te bakenen. Coherente bevoegdheden, waarbij beleidsniveaus afstemming en samenwerking zoeken is een veel interessantere piste dan het koppig zoeken naar beschotten tussen beleidsniveaus. De verstrengeling van dit land zie je het sterkst in de knoop bij uitstek: Brussel.

2. Niemand wint bij polarisatie. Het politieke debat is verruwd, waarbij men vaak op de man of vrouw speelt en pijnlijke persoonlijke verwijten maakt, of zelfs gewoon begint te schelden. Dat is volledig contraproductief. Daarvoor hoef je zelfs geen andere taal te spreken. In de VS hebben Republikeinen en Democraten dat uitvoerig bewezen met de discussie over het schuldenplafond. Politici zijn trouwens rolmodellen. Ze moeten beseffen dat mensen naar hen opkijken en hun (brutale of vriendelijke; conflictueuze of coöperatieve; ….) gedrag imiteren.

3. Een staats(her)vorming gaat over efficiëntie: men mag gerust het Pareto-criterium toepassen, dat stelt dat +1 mensen het beter moet(en) hebben. Maar kan men dat garanderen, laat staan bewijzen? En wil men dan ook de overgang mee incalculeren? Laat ons niet dagdromen: er zullen jaren nodig zijn om de overgang te organiseren (wetten, Koninklijke Besluiten, transfer van instellingen en personeel….). En, in die tussentijd is er óók goed beleid nodig.

Besparingen en uitgaven: niet ieder voor zich, maar ieder voor allen De verstrengeling van dit land is niet alleen belangrijk voor bevoegdheden, ook voor budgettaire kwesties. Steven Vanackere zegt daarover zeer terecht: “Neem de federale besparingen waar we de komende jaren voor staan. Nu doen sommigen alsof de Vlaamse gezinnen en instellingen dat niet zullen voelen. Dat klopt niet. (…) Daarom zeg ik ook: de federale staat is een mede-eigendom. En de waarde van de verschillende appartementen zal heus niet stijgen als we de gemeenschappelijke delen verwaarlozen.” (DS/13 augustus 2011)

Zal deze sanering inspanningen vragen? Natuurlijk. Niets zonder inspanning. Moet iedereen inspanningen leveren? Natuurlijk. We zouden nooit gestaan hebben waar we nu staan (in een van de sterkste economieën en meest robuste sociale modellen) indien niet iedereen inspanningen had geleverd. Iedereen erkent de noodzaak tot saneren en tot hervormen van de staatshuishouding. Maar welke reacties worden in de pers geventileerd? Het lijkt het wel “ieder voor zich”. Wat we nodig hebben is “ieder voor allen”.

Dat sommige zeer vermogenden nu al zeggen dat ze een bijdrage willen doen voor een begrotingsinspanning is welkom, maar het mag ons ook niet verblinden voor het feit dat de zeer rijken sowieso in België zeer weinig belastingen betalen, dankzij enkele fiscale achterpoortjes. Zeer uitgebreid en secuur uitgelegd in de Knack van 16 augustus 2011 door Danny Bruggeman, ACV-afgevaardigde en diensthoofd fiscaal bestuur van Financiën. De eenpersoonsvennootschappen, vruchtgebruikconstructies, gegoochel met verrekenprijzen,… De lijst is schier oneindig.

Het is niet (alleen) voor onze Bourgondische keuken dat zoveel Nederlanders en Fransen in (respectievelijk) de Kempen of Knokke gaan wonen. Het fiscaal regime is hier zeer gunstig voor een klein percentage gefortuneerden. Professor Michel Maus (VUB) noemt België onverbloemd “een fiscaal paradijs voor degenen die hun welvaart en welstand halen uit een vermogen”. Voorbeelden zijn legio: men kan als Belg in het tweede en ook het derde verblijf – in Toscane, Benidorm of de Provence – energiebesparende renovaties uitvoeren én die investering fiscaal aftrekken. De regel maakt namelijk geen onderscheid tussen verblijven in België of in het buitenland. Van een zeer pervers Mattheüseffect gesproken waar allicht niemand naar vraagt en waarvan elk maatschappelijk of economisch nut zoek is.

In plaats van Mattheüs-effecten kiezen wij voor de meer rechtvaardige Lucas-methode. Je weet wel: “aan wie veel gegeven is, zal veel gevraagd worden”.

Verrassend en verfrissend dan te horen dat ook een burggraaf zo begint te redeneren: “Het is niet zo dat mijn dagelijkse levensstijl zal veranderen door zo’n hogere belasting. Daarom is die aanvaardbaar. Je kunt moeilijk mensen extra gaan belasten die nu al op hun tandvlees zitten. Als je extra geld zoekt, dan moet je het doen bij mensen die nog een bijdrage kunnen leveren.” (Etienne Davignon).

Dus niet ieder voor zich, maar ieder voor allen. Ook bij moeilijke herverdelingskeuzes is democratie een werkwoord.

Ook internationaal niet aan de kant blijven staan De inspanningen om onze economie en onze maatschappij door de woelige wateren te loodsen mogen en moeten van eigen bodem komen. Alhoewel we de deuren niet moeten sluiten voor anderen. De Amerikanen, de Japanners, de Duitsers, ja ook de Congolezen hebben veel betekend voor de ontwikkeling van ons welvaartsmodel. In een globaliserende wereld ontsnapt niemand meer aan de internationale economische en financiële kruisbestuivingen. Bekijk bv. hoe de Chinese communisten het Amerikaanse kapitalisme aan het redden zijn.

Maar ook internationaal is democratie een werkwoord. Ook internationaal is er nood aan gefundeerde debatten, analyses, zorgvuldige besluitvorming en rechtvaardige verdeling van lasten en lusten. Het hongerdrama in de hoorn van Afrika is niet alleen de schuld van vechtende clans. Het is ook de verantwoordelijkheid van zij die hen tot de tanden bewapend hebben. En het zijn niet de stervende Somaliërs en Ethiopiërs die verantwoordelijk zijn voor de stijgende prijzen van het voedsel. Daar zorgen westerse speculanten voor. Dat ze in Oost-Afrika vroeger (slechts) om de tien jaar met extreme droogte werden geconfronteerd en nu zowat om de drie jaar, heeft te maken met klimaatswijzigingen waar geen enkele Afrikaan met de vinger voor kan gewezen worden. Dat mogen ze ons aanwrijven.

Europees tenslotte is er ook werk aan de winkel. Een geoliede democratische Europese machine is er nog niet. Maar er is vooruitgang. Het bewustzijn van de Belg, de Duitser, de Griek en de Hongaar dat hij/zij in het zelfde bootje zit als de Fransman, de Bulgaar en de Pool heeft deze zomer een elektroshock gekregen. Uit het bootje springen betekent verdrinken. Op de boot afspraken maken, de taken verdelen en samen roeien is de enige optie.

Met andere woorden: de tijd is gekomen om te trancheren. Zoals George Bernard Shaw zei: “The possibilities are numerous once we decide to act and not react.”

Patrick Develtere (De auteur is ACW-voorzitter)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content