Patrick Martens

De tijd is inderdaad op

Een jaar geleden viel de regering-Leterme II. Na Pasen kan de regering-Leterme III als een klassieke tripartite in de steigers worden gezet.

Na het budget voor 2011 (met een tekort van 3,6 procent) heeft de ontslagnemende regering-Leterme II nu ook een stabiliteitsplan en een sociaaleconomisch hervormingsprogramma aan de Europese Commissie bezorgd. Het plan mikt tegen 2015 op een klein begrotingsoverschot. Het programma formuleert de Belgische ambities tegen 2020 op het vlak van werkgelegenheid, onderzoek en ontwikkeling, onderwijs, armoede en energie.

De heisa tussen de ontslagnemende meerderheid en de N-VA over de vraag of dit nu al dan niet als een ‘lopende zaak’ kan worden beschouwd, is slechts een partijpolitiek spel. Meer dan algemene doelstellingen voor de lange termijn worden tenslotte niet voorgelegd. Premier Yves Leterme (CD&V) mag dan al langs geweest zijn bij de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank voor een toelichting, de streefcijfers – geleend van de Hoge Raad voor Financiën en duidelijk afgestemd op de Europese agenda 2020 – zijn vaak verhullend en soms zelfs ronduit misleidend. Over concrete maatregelen en een overlegde verdeling van de inspanningen tussen de federale overheid, de sociale zekerheid, de deelstaten en de lokale besturen wordt niets gezegd.

Een regering van lopende zaken kan dat normaal gezien ook niet regelen. Tegelijk zit een daarvoor noodzakelijke en grondige staatshervorming, met nieuwe bevoegdheidsafspraken en transparante financieringsregels, er ruim 300 dagen na de federale verkiezingen niet (meer) in. De reden daarvoor is eenvoudig: de Franstaligen willen die niet omdat ze hun economische inhaalbeweging in Wallonië onder geen beding willen hypothekeren met een ‘copernicaanse revolutie’.

Het volstaat om de nota – twee velletjes – te lezen die PS-voorzitter Elio Di Rupo in juli vorig jaar meebracht naar het eerste overleg met de N-VA in Vollezele. De krijtlijnen van de opstelling van de PS en daarmee van alle Franstalige partijen zijn daarin beschreven: een fors geconditioneerde splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, meer geld voor Brussel en alleen een versterking van de gewesten met extra bevoegdheden en eventueel ook meer financiële verantwoordelijkheid voor economie en werkgelegenheid. En verder niets. De nota had het toen overigens ook al over ‘une véritable Fédération Wallonie-Bruxelles’.

Om dat af dwingen, moeten de Franstaligen niet de loopgraven opzoeken, zoals Philippe Moureaux (PS) voorstelt. Ze zitten daar al vier jaar in en hebben eerst Leterme en na hem N-VA-voorzitter Bart De Wever uitgeput en afgebrand, ook bij andere Vlaamse partijen. De Wever heeft dan ook gelijk: de tijd is helemaal op. De Wetstraat is klaar voor een klassieke tripartite zonder zijn partij. Getekend door communautaire en ideologische tegenstellingen, kan die dan verder aanmodderen zonder in cruciale dossiers – werk, pensioenen, gezondheidszorg, fiscaliteit, asiel en migratie, energie, de staatsinrichting – ook maar één knoop deftig door te hakken. De electorale rekening wordt later wel weer gemaakt, in 2012 bijvoorbeeld. De financiële en sociale kosten van al die lethargie krijgt de hele bevolking hoe dan ook ooit op haar bord.

Patrick Martens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content