Johan Van Overtveldt (N-VA)

De strategen van Riyad

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Het regime in Saudi-Arabië wil in deze woelige tijden in het Midden-Oosten de westerse vrienden gunstig stemmen.

Sinds begin september zat de prijs van ruwe olie weer stevig in de lift. De symbolische grens van méér dan 120 dollar per vat als marktprijs voor crude, kwam tegen medio september heel dichtbij. Prompt schoot Saudi-Arabië, ’s werelds belangrijkste exporteur van ruwe olie, in actie. De olieproductie werd tot iets boven tien miljoen vaten per dag opgevoerd (voorheen produceerde het land 9,8 miljoen vaten per dag) en prompt dook de prijs weer in de richting van de 100 dollar per vat.

Diverse elementen inspireerden de oliestrategen in Riyad om tot actie over te gaan. In de eerste plaats wil het regime in Saudi-Arabië in deze woelige tijden in het Midden-Oosten de westerse vrienden gunstig te stemmen. Zowel de VS als Europa lieten weten dat ze een echt hoge olieprijs kunnen missen als kiespijn. Hoge olieprijzen voeden de inflatie en remmen de economische activiteit af.

Riyad is er zelf ook zeer beducht voor om de olieprijs te hoog op te drijven. De oliestrategen van het land beseffen immers maar al te goed dat een olieprijs ver boven de 100 dollar per vat op termijn de vraag naar – Saudische – olie grondig kan ondermijnen. Meer bepaald vrezen zij twee ontwikkelingen: doorgedreven besparingen op het verbruik in de olie-importerende landen en de ontwikkeling van alternatieven voor de klassieke ruwe olie. Denk bijvoorbeeld aan oliewinning uit teerzanden en leisteen.

Voor een land als Saudi-Arabië zijn beschouwingen op de (heel) lange termijn echt aan de orde. De schattingen van de bewezen reserves aan ruwe olie liggen voor Saudi-Arabië tussen de 270 en de 300 miljard vaten. Zelfs met het zeer hoge productieritme van vandaag hebben de Saudi’s nog voor minstens 75 jaar zwart goud in hun bodem steken. Onder meer op basis van allerhande nieuwe en verbeterde technieken voor de opsporing van en de concrete winning van ruwe olie is die 75 nagenoeg zeker een onderschatting.

Op wereldvlak komt enkel Venezuela in de buurt van de Saudi’s qua omvang van de reserves. Rusland bijvoorbeeld heeft slechts 80 à 90 miljard vaten reserves. Iran en Irak scoren beide rond de 159 miljard vaten. Landen met relatief beperkte reserves verkiezen een hoge prijs hier en nu, om de doodeenvoudige reden dat hun voorraden grotendeels geplunderd zullen zijn tegen dat de substitutie-effecten gaan spelen. Een land als Saudi-Arabië wil die substitutie-effecten tijdig temperen.

Ten derde wil Saudi-Arabië met een afvlakking van de olieprijzen ook de inkomsten van aartsrivaal Iran aftoppen. Door gebrek aan onderhoud van en investeringen in de olie-installaties en door de gevolgen van de internationale boycot slabakt de Iraanse olieproductie. Met een fors hogere prijs zou Teheran zijn olie-inkomsten toch voor een stuk op peil kunnen houden. Riyad ziet dat liever niet gebeuren. Een armlastig Iran is de Saudi’s veel liever dan een in de oliedollars zwemmend Iran.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content