Ann Peuteman

De premier wil nog een keer burgemeester worden

Alle kabinetten leggen de thuisstad van de minister in de watten. Niet alleen dat van Elio Di Rupo.

De premier wil nog een keer burgemeester worden. Van Bergen. Dus mogen al zijn stadsgenoten hem laten weten aan welke losliggende stoeptegels ze zich ergeren, wanneer ze last hebben van straatlawaai en waar er te weinig parkeerplaatsen zijn. Al die commentaren en suggesties mogen ze opsturen naar Elio Di Rupo, Wetstraat 16, 1000 Brussel. En dat kan volgens zijn politieke tegenstrevers niet. Didier Reynders raadt de premier fijntjes aan om zijn Bergense activiteiten in Bergen te houden, en de N-VA beschuldigt hem van misbruik van belastinggeld. Want het kan niet de bedoeling zijn dat kabinetsadviseurs betaald worden om de verkiezingscampagne van de premier voor te bereiden.

Het is dan misschien wel de eerste keer dat een premier ook kandidaat-burgemeester is, maar voor gewone ministers en vicepremiers is dat heel normaal. Zegt een minister dat het burgemeesterschap hem niet interesseert, dan is dat alleen maar omdat hij beseft dat hij geen enkele kans maakt. Want zo’n sjerp is in de praktijk zeer handig, ook al wordt die dan meteen aan een waarnemende partijgenoot doorgegeven. Zelfs in tijden van provinciale kieskringen houdt elke nationale politicus nu eenmaal beter een stevige voet aan de grond in zijn eigen fief. Zeker als hij op lange termijn wil kunnen overleven in de politiek en tegen een paar stormen bestand wil zijn. Politici die de voorbije jaren waren gaan geloven dat ze beter hun opwachting konden maken op televisie dan op de barbecue van hun eigen partijafdeling hebben ondertussen gemerkt hoe riskant die strategie is. Want alleen wie zich ook verdienstelijk maakt in de plaatselijke politiek en ervoor zorgt dat zijn eigen stad of streek vanuit Brussel gesoigneerd wordt, kan op de steun van de plaatselijke afdelingen rekenen als hij ooit als lijsttrekker gecontesteerd wordt of pakweg een gooi naar het partijvoorzitterschap doet. Denk maar aan de Brakelse burgemeester Herman De Croo, die er altijd voor heeft gezorgd dat Vlaamse Ardennen niet te klagen hadden en onder meer daardoor aardig wat gewicht in de schaal kon leggen binnen de Open VLD. Zinde iets hem echt niet, dan dreigde hij ermee een paar bussen vol plaatselijke leden naar het partijcongres te vervoeren. Geen partijvoorzitter die eraan twijfelde dat hij daar ook toe in staat was.

Slimme ministers zorgen er dus voor dat ze iets te zeggen hebben in hun stad, maken geregeld tijd vrij voor een spreekuur in het lokale partijhoofdkwartier, en zetten op hun kabinet een paar streekgenoten aan het werk. En niet alleen om de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen voor te bereiden. Die adviseurs waken erover dat hun minister genoeg aandacht heeft voor de noden van zijn thuisbasis, dat hij zijn stad van proefprojecten en subsidies voorziet, en ook dat zijn partijgenoten in het schepencollege of de gemeenteraad als eersten informatie krijgen over lokale dossiers. Hoe dichter de gemeenteraadsverkiezingen naderen, hoe meer het sommige burgemeesters begint op te vallen dat de oppositie vaak sneller kan communiceren over de een of andere door de Vlaamse regering goedgekeurde doorbraak dan zijzelf. Vooral de Vlaamse N-VA-ministers zijn daar naar verluidt zeer bedreven in.

Maar dat neemt niet weg dat Elio Di Rupo zijn stadsgenoten ook had kunnen vragen om hun klachten naar Hôtel de Ville, Grand Place, 7000 Bergen te sturen. Dan kon zijn chauffeur ze daar elke ochtend oppikken voor hij naar Brussel vertrok. Kleine moeite.

Ann Peuteman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content