Johan Van Overtveldt (N-VA)

De loodzware opdracht voor John Crombez

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Als de SP.A-youngster “iets” wil doen aan sociale en fiscale fraude moet hij allereerst de niet-frauduleuze alternatieven aantrekkelijker maken.

Het behoort nu al tot de uitspraken van het jaar, staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (SP.A) die zegt: “Soms sta je als goedmenend bedrijf voor de keuze: ofwel doe je zoals de concurrentie en pleeg je sociale en fiscale fraude, ofwel dreig je failliet te gaan … Ik keur fraude niet goed maar ik begrijp wel waarom ze bestaat. Ik ga daar iets aan doen”.

Het strekt de SP.A-youngster tot eer dat hij bovengaande uitspraak deed. Dit is de meest zinnige uitspraak die de voorbije lichtjaren in de politiek over fraude en zwartwerk gedaan werd. Tegelijk moet John Crombez gewaarschuwd worden: hij staat, zeker binnen de context van deze regering, voor een zo goed als onmogelijke opdracht.

We durven de staatssecretaris aan te raden enkele dagen uit te trekken om aan de University of Chicago Gary Becker te gaan opzoeken (wacht nog even, het is nu nog berekoud in Chicago). In opvolging van de in 2006 overleden Milton Friedman is Gary Becker zowat het opperhoofd van de Chicago School-falanx. Becker kreeg in 1992 de Nobelprijs Economie, vooral voor zijn werk rond maatschappelijke fenomenen die traditioneel niet thuishoorden in de economische analyse. Misdaad en fraude vormen zulke maatschappelijke fenomenen die Becker met het economische analyse-instrumentarium te lijf ging.

Tweeledige aanpakMisdaad loont niet, zo klinkt het in de volksmond maar Becker vindt dat onzin: er is misdaad omdat het loont aan misdaad te doen. Hetzelfde geldt voor fraude. Als je fraude wilt bestrijden, moet je het uitoefenen van frauduleuze activiteiten minder lonend maken.

In de analyse van Becker leidt dat tot twee simpele conclusies: je moet de attractiviteit van de niet-frauleuze alternatieven opvoeren enerzijds en de pakkans en bestraffing in geval van effectieve fraude verhogen anderzijds. Enkel het laatste doen zonder van het eerste werk te maken, is maatschappelijk geen productieve aanpak daar het verregaande verzuring en geweld in de hand werkt. De fraudeur als een soort Robin Hood vormt geen aantrekkelijk perspectief.

Fiscale druk op arbeid en BTW verlagenAls John Crombez “iets” wil doen aan sociale en fiscale fraude moet hij dus allereerst de niet-frauduleuze alternatieven aantrekkelijker maken. In het geval van zwartwerk bijvoorbeeld kan dat enkel maar door de fiscale druk op arbeid naar omlaag te brengen. Bij BTW-carrousels kan dat enkel door het BTW-tarief naar beneden te brengen. Die verlagingen moeten omvangrijk (bv. een BTW-tarief van 21% naar onder de 10% brengen) en geloofwaardig zijn.

Het tweede (geloofwaardigheid) is de voorbije jaren een groot probleem voor het Belgische politieke establishment geworden (denk, bijvoorbeeld, aan Yves Leterme die dagenlang beweerde dat Dexia de belastingsbetaler niks ging kosten). Het eerste – de belastingen substantieel naar beneden brengen – is utopie binnen deze regeringscoalitie.

Dus blijft in het Beckeriaanse schema John Crombez enkel met het alternatief van een verscherping van de repressie. Daar worden we enkel op de korte termijn een klein beetje beter van.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content