Johan Van Overtveldt (N-VA)

De kost van de euro wordt ondraaglijk

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

De sociaal-economische en politieke kosten van wat we met en rond de euro doen (en vooral niet doen), escaleren dan na dag.

“In the long run we’re all death”, zo luidt één van de meest geciteerde uitspraken van John Maynard Keynes (1883-1946), misschien wel de meest invloedrijke econoom uit de geschiedenis. De crisis binnen de eurozone neemt de jongste dagen dergelijke vormen aan dat de vraag rijst of er voor de Europese monetaire unie überhaupt nog een lange termijn perspectief kan gehanteerd worden. Een niet-exhaustieve lijst van (uitslaande) brandhaarden.

1. Spanje praktisch herleid tot junk
Spanje is nu na de downgrades van Fitch en Moody’s zo goed als herleid tot junkstatus. De lening van 100 miljard euro voor de Spaanse banken werd door de markten zeer slecht onthaald omdat, ten eerste, veel meer nodig zal zijn om de Spaanse banken overeind te houden en, ten tweede, Spanje nog met diverse andere nijpende problemen zit. Wat dit laatste betreft, denken we aan de torenhoge werkloosheid van 25% met + 50% voor de jongeren en de precaire financiële en budgettaire situatie van de Spaanse regio’s.

2. Griekse verkiezingen lijken uit te draaien op Grexit
De Griekse verkiezingen van komende zondag lijken onvermijdelijk uit te draaien op een exit van Griekenland uit de eurozone (grexit). Het gonst van de geruchten dat de ECB en de nationale centrale banken van de eurozone zich nu actief op een grexit voorbereiden.

Alexis Tsipras, de leider van linkse partij Syriza die waarschijnlijk de verkiezingen zal winnen, deed via een column in de Financial Times gisteren een poging om rustig en pro-euro over te komen. Zijn column was echter louter ingegeven door de paniek die nu in heel politiek Athene overheerst als gevolg van de massale en escalerende kapitaalvlucht uit het land. Zelfs een linkse radicaal als Tsipras beseft de vernietigende draagwijdte van wat zich nu in zijn land afspeelt. De Griekse crisis destabiliseert het kleine Cyprus dat reeds junkstatus heeft volkomen.

3. Portugal en Ierland willen steun hernegociëren
Portugal en Ierland slaan misnoegd op tafel omdat ze, volkomen terecht trouwens, vinden dat Spanje een voorkeursbehandeling kreeg. Zij willen hun hulppakketten en de daaraan gekoppelde zware saneringseisen heronderhandelen.

Ondanks schouderklopjes vanwege de Troika (EU, ECB, IMF) dreigt vooral Portugal in de komende maanden in een Griekse scenario terecht te komen: uitdiepende recessie die de begroting verder in het rood jaagt waardoor nieuwe besparingen / belastingsverhogingen zich opdringen met als gevolg: nog diepere recessie.

Net zoals Griekenland ontbreekt het de Portugese economie aan internationaal concurrentievermogen om via meer export de groei terug aan de praat te krijgen.

4. Italiaanse saneringstrein staat stil
In Italië lijkt eerste minister Mario Monti compleet vast te zitten. De hervormings- en saneringstrein staat stil. De weerstand van georganiseerde belangengroepen (vakbonden zowel als ondernemingsorganisaties) die hun gepriviligeerde posities in gedrang zien komen en politici die steeds meer op de verkiezingen van begin 2013 beginnen de focussen, liggen aan de basis van Monti’s terugval. Italië moet de komende drie jaar voor 1000 miljard euro naar de markten. De jongste veilingen wijzen op groeiende problemen terzake voor Italië.

Lichtpunt voor Italië blijft de lage schuldgraad van de privé-sector. Het helpt ook niet dat Monti, in reactie op de Oostenrijkse minister van Financiën die hulp voor Italië onvermijdelijk acht; zelf zeer expliciet kwam vertellen dat Italië geen bailout nodig heeft. De voorbije twee jaar leren dat regeringsleiders die dergelijke uitspraken doen drie tot zes maanden later wel om een bailout dienen te komen vragen.

5. ECB kan markten niet kalmeren
De geldinjecties vanwege de ECB (denk aan de grote LTRO-operaties en de meer punctuele interventies) kalmeren de markten absoluut niet, integendeel zelfs Bovendien blijkt uit gegevens van de ECB dat het gebruik van het ELA-mechanisme escaleert. ELA staat voor Emergency Liquidity Assistance en laat nationale centrale banken van het eurosysteem toe op eigen houtje interventies ten behoeve van de eigen banken en overheden te organiseren. Het is niet evident voor de ECB in Frankfurt om het ELA-gebruik strak in de hand te houden. De ELA-interventies liepen de voorbije weken fors op, naar alle waarschijnlijkheid tot boven de 20 miljard euro.

6. Duitsland steeds meer geïsoleerd
Binnen de ECB neemt de oppositie van de Duitse Bundesbank toe. De Buba was tegen de directe interventies vanwege de ECB om papier van noodlijdende landen op te kopen. De Buba was tegen de LTRO-operaties. De Buba was tegen de versoepeling van de regels inzake de kwaliteit van de collateral die de ECB mag aanvaarden. En nu keert de Buba zich ook vierkant tegen de oproep van voorzitter Draghi om zo snel mogelijk tot een bankunie te komen.

Het toenemende isolement van de Buba binnen de ECB is symptomatisch voor het algemeen stijgend isolement van Duitsland in de hele discussie rond de crisis in de eurozone. De Duitse publieke opinie steigert bij de idee dat de regering in Berlijn de voorlopig nog rijkelijk gespijsde Duitse kredietkaart ter beschikking zou stellen van het hogere Europese belang. Duitsland blijft echter wel veruit het belangrijkste land binnen die eurozone.

7. Kosten voor lage rente escaleren
De crisis in de eurozone verplicht de ECB tot een beleid van lage rente (in ieder geval lager dan de inflatie) om de conjunctuur niet helemaal de das om te doen, om te vermijden dat de financieringskosten voor de overheden escaleren en om de overlevingsproblematiek van de banken niet nog nijpender te maken. Aan dit beleid van systematisch lage rentevoeten kleeft echter ook een kostenplaatje dat steeds meer escaleert. Met name de stabiliteit van verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen komt nu echt in het gedrang.

8. Overheidschuld wordt gedomesticeerd
Overheidsschuld en bankactiviteiten worden binnen de eurozone steeds meer terug “gedomesticeerd”. De banken kopen, na bevoorrading bij de ECB, in toenemende mate de schuld van hun eigen overheid terug in en plooien wat hun activiteiten betreft steeds meer terug binnen de originele landsgrenzen. Leningen tussen de eurobanken over de nationale grenzen heen liggen nu 60% lager dan in 2008. ECB-voorzitter Draghi geeft deze fragmentatie openlijk toe. Het argument dat de eurozone is als een omelet waaruit je de samenstellende individuele eitjes niet kan recuperen, komt alzo alsmaar meer te vervallen.

Zowel IMF-topvrouw Christine Lagarde als financieel goeroe George Soros geven de euroleiders nog drie maanden de tijd om de problemen van de monetaire unie ten gronde aan te pakken. De lange termijn-plannen waar Europees president Herman Van Rompuy, samen met vooral Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), en Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de eurogroep van ministers van Financiën, op broedt om het euroschip terug vlot te trekken, dreigen een maat voor niets te worden tenzij ze op heel korte termijn op een geloofwaardige manier kunnen uitgerold worden.

Snelle, efficiënte besluitvorming is wat constant ontbrak gedurende de ruim twee jaar dat de crisis in de eurozone nu woedt. Vooral als gevolg van dat consistent falen van de leiders in de eurozone staan we nu voor een situatie die hoe langer hoe meer een zware last legt op de sociaal-economische evolutie en zelfs op de politieke stabiliteit binnen een aantal eurolanden. Er werd de voorbije periode steeds weer gewezen op de grote voordelen verbonden aan het bestaan van een eenheidsmunt. Die voordelen zijn reëel en verdienen blijvende aandacht. De kosten verbonden aan het voortbestaan van de huidige euroconstructie nemen echter dag na dag toe.

De helse vicieuze cirkel waarin de eurozone gevangen zit, werkt bondig samengevat als volgt. Er heerst grote onzekerheid over het verdere verloop van deze crisis en in toenemende mate ook over de toekomst van de eurozone an sich (en dus per afgeleide ook over de toekomst van de Europese Unie). Deze onzekerheid werkt verlammend op de economie: investeerders vluchten in zekerheid (wat de middelen beschikbaar voor entrepreneurial initiatieven beknot), ondernemingen voeren investeringsstops door en overwegen in versneld tempo delocalisaties, banken bouwen verwoed hun balansen af en staan zwaar op de rem inzake kredietverlening en particulieren reduceren de consumptie-uitgaven om het voorzorgsparen te kunnen opvoeren. Last but not least geven de overheden niet de indruk, om het zacht uit te drukken, zich bewust te zijn van de enorme escalatie van de overheidsschuld die overal in de pijplijn zit. Daar ten gronde iets aan doen, zit helemaal ver weg.

Als gevolg van het geheel van de hierboven beschreven factoren zakt de euro-economie steeds verder weg. Moody’s stelt onomwonden een downgrade van alle euro-economieën inclusief Duitsland in het vooruitzicht. Het was tekenend dat de 0,6% groei van de Belgische economie in het eerste kwartaal werd onthaald als een groots evenement. Iedereen weet dat het tweede kwartaal terug naar af zal zijn met sombere perspectieven voor het derde en het vierde kwartaal. Het gebrek aan groei maakt de structurele problemen van de eurolanden en van het gebied als geheel alsmaar moeilijker beheersbaar. Door het falen van de bewindslui in de eurozone rijst hoe langer hoe acuter de vraag naar de kost van het voort baggeren met deze euroconstructie.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content