Dirk Draulans

De grootste vis ter wereld

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De walvishaai is big business geworden voor Australië’s koraalkust.

Elk jaar gaat in de maanden maart en april bij volle maan het koraal in Australië massaal over tot voortplanting, een gigantisch gebeuren dat héél het ecosysteem beïnvloedt.

De massa plots vrijkomend biologisch materiaal trekt rovers en rovertjes van alle slag aan, van klein grut tot grote gevaartes. Waarbij de grootste gevaartes het kleinste grut niet schuwen.

De planktondiertjes die van de koraalcelletjes leven zijn het belangrijkste voedsel van de walvishaai, die met zijn maximum van 18 meter de grootste vis ter wereld is. Net als baleinwalvissen zuigt hij met zijn grote muil water binnen om er het plankton uit te filteren.

Het lijkt een paradox dat de grootste beesten in de zee van de kleinste diertjes leven, maar er zweeft natuurlijk een massa kleine diertjes in de oceaan, zodat vinvissen en walvishaaien, eens ze een efficiënte filtertechniek hadden ontwikkeld, zo groot zijn kunnen worden dat ze op volwassen leeftijd niet meer bang moeten zijn om zelf slachtoffer te worden. Behalve van de mens natuurlijk, maar die speelde tot twee eeuwen geleden geen rol van betekenis in het vinvis- en walvishaaisysteem.

Walvishaaien zijn volslagen ongevaarlijke, goedmoedige reuzen waar een spectaculaire vorm van ecotoerisme op geënt is geraakt. Grote lengte doet het altijd in de mensenwereld.

In het Australische toeristenplaatsje Coral Bay, langs het imposante Ningaloo-rif voor de westkust, zijn touroperators erin geslaagd een systeem te ontwikkelen waarmee ze toeristen de kans geven te water te gaan in het gezelschap van een walvishaai.

Géén evidente onderneming, want in tegenstelling tot wat in vele andere gevallen van intens contact tussen mensen en andere indrukwekkende dieren mogelijk is, kunnen de haaien niet gemanipuleerd worden, niet gelokt worden met voedsel. Het is gewoon zaak ze te vinden, en te rekenen op de voorspelbaarheid van hun gedrag, zodat je in hun zwemrichting in het water komt te liggen, en de haai je gewoon voorbij zwemt.

Het leek fantastisch, maar jammer genoeg was ik een beetje te vroeg in het seizoen voor een gegarandeerde ontmoeting. Het was gokken, want het was een vrij dure onderneming: 250 Australische dollar (een kleine 200 euro) voor een excursie, en geen terugbetaling als de haaien het laten afweten. In het hoogseizoen van de haaienaanwezigheid wordt het toegangsticket 390 dollar, waarmee de walvishaai zich bij de berggorilla en de reuzenpanda nestelt in het illustere rijtje van dieren die duur zijn om te velde te bezoeken.

Big business

De walvishaai is big business geworden voor Australië’s koraalkust. Een economisch rapport becijferde dat het dier jaarlijks zo’n 20 miljoen dollar genereert. Van het bezoekrecht dat je koopt gaat 10 tot 20 dollar naar wetenschappelijk onderzoek dat de bescherming van de soort in de hand moet werken. Er is nog maar weinig bekend van de walvishaai – hij blijft een van de meest mysterieuze soorten ter wereld. Niemand weet hoeveel walvishaaien er zijn, niemand weet zelfs hoeveel er op Ningaloo aanwezig kunnen zijn.

Vijf uren dobberden we op de zee, ons geluk in handen van een piloot in een vliegtuigje dat we af en toe te zien kregen. Onze begeleiders hingen lui te kletsen, in de wetenschap dat je een walvishaai zo goed als nooit vanop een boot vindt. Na de lunch had iedereen er zich al bij neergelegd dat het niets zou worden. Ik voelde nogmaals aan den lijve het conflict tussen de wijdsheid van de oceaan, waarin we naar één vis op zoek waren, weliswaar de grootste, en het gegeven dat we er desondanks in slagen het dier in de problemen te brengen.

Biologen pogen landen als China en de Filippijnen, notoire walvishaaibelagers, ervan te overtuigen dat er meer geld te verdienen is met walvishaaitoerisme dan met walvishaaienjacht.

Ineens schoot onze boot vol gas vooruit. Iedereen was prompt klaarwakker. De piloot had een bruine vlek gezien, bijna zeker een walvishaai. De bemanning was onwaarschijnlijk efficiënt eens de vis gesignaleerd was. We hadden een tiener te pakken, een beest van ongeveer zes meter, de helft van de gemiddelde volwassen walvishaai ter plekke, maar toch meer dan indrukwekkend genoeg.

Ik verdween onder water, en warempel, binnen de tien seconden dook er voor me een gevaarte met brede muil op, een grijsbruine vis vol witte vlekken met een kop als een katvis, die héél sierlijk door het water bewoog, in een zo goed als rechte lijn. Het volgende halfuur zouden we erin slagen liefst vier keer contact te maken met de haai. De tweede keer was de beste, toen kon ik ettelijke honderden meters met het dier meezwemmen.

De vis leek ons totaal te negeren, hoewel je dat van een walvishaai natuurlijk niet kunt zeggen – niemand kan in de kop en de denkwereld van zo’n aberrant dier duiken. Misschien was hij wel blij dat hij wat volk zag in de uitgestrektheid van zijn leefwereld. Ik zal onze ontmoeting in ieder geval nooit meer vergeten.

Dirk Draulans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content