Rik Van Cauwelaert

De gaman van een getroffen natie

Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

De aardbeving kwam voor Japan op het slechtst mogelijke moment.

Het was de Financial Times die begin deze week het incident in herinnering bracht. Enkele jaren geleden schokte een topambtenaar van het Japanse ministerie van Financiën zijn bezoekers met de uitspraak: ‘Wat Japan nodig heeft, is een stevige aardbeving.’ De ambtenaar verwees met zijn misplaatste grap naar de aardbeving die in 1995 Kobe trof en 6500 dodelijke slachtoffers maakte, maar die naderhand ook een katalysator bleek voor de kwakkelende Japanse economie.

Het aantal dodelijke slachtoffers van de aardbeving die eind vorige week het noorden van Japan trof en het industriële apparaat van het land bijna tot stilstand bracht, is nog niet met zekerheid gekend. Ook de economische schade valt voorlopig alleen maar bij benadering te ramen. Tal van bedrijven hebben hun productie stilgelegd. Over de ware omvang van de schade aan kerncentrales zoals die van Fukushima en het reële stralingsgevaar bleef de Japanse overheid erg discreet.

De Japanse centrale bank besliste afgelopen weekend alvast 131 miljard euro in het financiële systeem te pompen, om de angsten van de geldmarkt te sussen. Want Japan mag dan de op drie na – achter de Europese Unie, de Verenigde Staten en China – grootste economie van de wereld zijn, de aardbeving kwam voor het land op het slechtst mogelijke moment.

Japan zit opgescheept met een staatsschuld in de buurt van 200 procent van het bruto binnenlands product. Reden voor Standard & Poor’s eerder dit jaar om de kredietwaardigheid van het land terug te schroeven.

Voor de heropbouw van de zwaar beschadigde infrastructuur heeft Japan vers geld nodig, alleen zijn de mogelijkheden om dat te lenen, als gevolg van die massale overheidsschuld, zeer beperkt.

Ondanks het imago van Japan als een toonbeeld van moderne industrialisering – een voorbeeld dat, zoals dat van China vandaag, ook hier bij ons vaak werd aangehaald – bleef het land steken in de structuren die in de jaren 1950 zijn uitgebouwd. En dat speelt de Japanners vandaag parten.

De Amerikaanse japanoloog Alex Kerr, auteur van het in 1993 verschenen Lost Japan, noemde het land ooit ‘a case of failed modernization’, slachtoffer ook van een vastgevroren, eigenzinnige, geheimdoenerige ambtenarij waar de politiek nauwelijks vat op heeft. Een ambtenarij ook die, volgens Kerr, van het ooit zo arcadische Japan een van de lelijkste landen ter wereld heeft gemaakt.

‘Japan is een geweldige, schrikwekkende machine, een moloch die met tanden van staal het land verscheurt. En niemand die iets kan doen om die machine te stoppen’, schreef Kerr.

De stugge Japanse bureaucraten, in collusie met de politiek en het bedrijfsleven, houden inderdaad strak de hand aan de investering in infrastructuurwerken. Japan stortte tot voor kort jaarlijks 30 keer meer cement dan de Verenigde Staten. 8 procent van het overheidsbudget ging naar bouwwerken allerhande. Bijna 60 procent van de ooit prachtige Japanse kustlijn ligt onder gewapend beton. Van de duizenden rivieren en beken die het land rijk is, zijn er geen tien die niet zijn afgedamd. Haast alle oevers werden onder een betonlaag gegoten.

Vaak hebben de bureaucraten ook nog belangen in de activiteiten die onder hun bevoegdheid vallen. Zo zitten ambtenaren in de raden van bestuur van de bedrijven die de talrijke rivierdammen beheren.

De Japanse ruimtelijke ordening is een door eigenzinnige ambtenaren georganiseerde chaos. De ongebreidelde verstedelijking langs de kusten heeft de gigantische omvang van de materiële en vooral menselijke schade van deze aardbeving nog in de hand gewerkt. Dat verklaart ook de zuinigheid waarmee de ambtenarij informatie over de problemen met de kerncentrales vrijgeeft.

”t Is alsof de dood de weerloze aarde worgt, / Terwijl het firmament minachtend toeziet.’ Zo heeft het noodlot de Japanners aangeraakt, zoals in het gedicht van Jan Slauerhoff.

De grootste troef van Japan in deze bange dagen is de ‘gaman’, dat opmerkelijke rustige, waardige zelfvertrouwen, dat zijn bevolking bij tegenspoed als deze altijd weet te bewaren.

Rik Van Cauwelaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content