Vrije Tribune

De emo-hel van Sporza

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Waarom ik de Ronde van Vlaanderen op de NOS bekijk: na de koers breekt op Sporza de emo-hel los.

Nu zondag dragen de VRT-hogepriesters Michel Wuyts, Karl Vannieuwkerke en Renaat Schotte de Vlaamse wielerhoogmis op. Kosten noch moeite worden gespaard opdat u, de wielerliefhebber, vanuit uw luie zetel kunt genieten van dit beklijvend spektakel: de meest heroïsche aller wedstrijden die wordt gewonnen door de meest heroïsche aller flandriens. Althans, dat is toch wat men u wil doen geloven.

Door in de voorbije maand zowat elke wedstrijd die nog maar in de buurt van een kasseistrook kwam als een volwaardige klassieker in beeld te brengen is bij de kijker inderdaad de indruk gecreëerd dat de Ronde van Vlaanderen dé wielerwedstrijd van het jaar is. Dat Wuyts vorig jaar het delirium nabij was met de overwinning van Nick Nuyens heeft evenwel meer te maken met een chronisch vernauwde kijk op de koers dan met de sportieve waarde van Vlaanderens Mooiste.

Die vernauwde blik bestaat er in dat de essentie van de koers herleid wordt tot de beleving van de kijker. Hierbij wordt die laatste verondersteld een chauvinistische ‘couch potato’ te zijn die de dagelijkse sleur wil ontvluchten in een stevige portie vlot verteerbare emoties. Koers moet van de eerste tot de laatste minuut lekker spannend zijn en gewonnen worden door ‘onze’ favoriet die daar liefst ook nog een beetje emotioneel van wordt. Net daarom was de Ronde 2011 volgens Wuyts “om duimen en vingers van af te likken”.

Om dat kijkgenot te dienen laten onze Sporza-wielercommentatoren niets aan het toeval over. Elke pedaalslag, elke oogopslag, ja elke slok van de bidon wordt tot in den treuren uitvergroot, getaxeerd en becommentarieerd en dat alles binnen een verwachtingspatroon van spankracht en heroïek. Aan lyriek daarbij geen gebrek: een inspanning is een exploot, een blik in de camera een teken van luciditeit en een overwinning is nooit minder dan groots.

Zo ook in de Omloop Het Nieuwsblad eerder dit jaar. Terwijl ex-renner Maarten Ducrot het op de NOS over “een bergje van niks” had en Mart Smeets constateerde dat “Vanmarcke aan de leiding” reed en het voor de rest aan de kijker was om de inspanning van Vanmarcke naar waarde te schatten, werden diezelfde 500 meter kasseien op de VRT door Wuyts en Schotte opgeleukt met een haast dwangmatig idolaat gekwaak.

“De Molenberg! Tiende en laatste helling! Met Vanmarcke die een demarrage inzet! Jawel hoor! Versnelling! Sep Vanmarcke! Op de Molenberg! Vanmarcke ontbindt zijn duivels! Vanmarcke imponeert! Amaj!” De uitroeptekens kunnen amper de gewichtigheid uitdrukken die Wuyts en co telkens weer in hun woorden leggen; de adoratie druipt van het scherm, de nuance is ver weg.

“Dat zijn vreugdetranen”, hield Mart Smeets het bescheiden bij de beelden van de huilende snaak Vanmarcke na diens overwinning in diezelfde Omloop. De stilte die volgde vulde ik zelf dankbaar in met herinneringen aan een vervlogen jongensdroom die nooit bewaarheid werd. Wittgenstein wist het al: van dat, waarover niet kan worden gesproken, moet men zwijgen. Helaas niet zo op Sporza waar de emo-hel pas echt losbreekt na afloop van de koers.

Aan de epische uitvergroting van het wedstrijdverhaal wordt dan in de studio nog een stevig psychologisch verlengstuk gebreid. Met een blik die dwars door je heen lijkt te gaan en een houding die vooral doet denken aan de obligate zielenknijper uit een Amerikaanse B-film peilt Karl Vannieuwkerke dan naar de psyche van winnaar en verliezer. Alsof in ieder groot sportlichaam een grote ziel schuilt die ook nog eens ten allen prijze moet worden blootgelegd.

Het perverse resultaat van deze tirannie van het kijkgenot is dat elke vorm van koersbeleving de wielerfan ontnomen wordt. Nog voor de koers in de huiskamer belandt is elk beeld al toebedacht met de politiek correcte gevoelens van bewondering en extase. De kijker rest niet veel meer dan één kleffe brij platte emotie; voor actieve beleving is geen ruimte meer. Het doet onvermijdelijk denken aan Paul Verhaeghe’s aanklacht tegen de genotsdwang die onze maatschappij in de greep houdt: de wielerfan is een koersconsument geworden die bovenal moet genieten.

Het moet zowat de meest gestelde vraag zijn in het obligate flash-interview vlak na de aankomst: “Besef je al dat je hier gewonnen hebt?” In zijn drang om de emotie van de winnaar zo vers en hapklaar mogelijk op het bord van de kijker te brengen is dit blijkbaar de enige vraag die Renaat Schotte kan bedenken. De nahijgende coureur weerstaat uiteraard niet aan de verleiding om zijn eigen prestatie een transcendente dimensie mee te geven en beaamt dan ook graag dat hij het inderdaad nog niet helemaal kan bevatten.

Net daarom is Kevin Pauwels, de schuchtere veldrijder, een verademing voor de koers. Op de vraag: “Besef je het al, Kevin, je hebt de Grote Prijs Mario De Clercq gewonnen?” antwoordt hij kurkdroog: “Ja.”

Het is veelzeggend dat Wuyts en co zich geen raad weten met deze stille Kempenzoon.

Gert Goeminne is wielerfanaat en onderzoeker aan het Centrum Leo Apostel (Vrije Universiteit Brussel). Hij schrijft dit stuk in eigen naam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content