Ewald Pironet

De bluffer van hier

Bankverzekeraar KBC boekte in 2010 bijna 2 miljard winst en keert voor het eerst sinds 2007 opnieuw een dividend uit. Waarvan is dat de voorbode?

‘KBC trekt streep onder verliesreeks’ en ‘Zwarte bladzijde is omgeslagen’ kopten de kranten. Of dat ook klopt? Zoals één zwaluw de lente niet maakt, zo is één jaar met winst nog lang niet voldoende om te beweren dat KBC en bij uitbreiding de hele financiële sector uit de gevarenzone zou zijn.

Eind 2008 en begin 2009 moesten de federale en de Vlaamse regering KBC nog bijspringen om de bank van de ondergang te redden: ze gaven elk een lening van 3,5 miljard en er kwam ook een staatswaarborg op de kredietportefeuille waar KBC grote verliezen leed. Na twee jaren met miljarden verlies kon KBC vorige week meedelen dat het in 2010 een winst van 1,86 miljard euro had gehaald. En meteen werd ook bekend dat er een dividend van 75 cent per aandeel zou worden uitbetaald. De Vlaamse families achter KBC zullen daar heel blij mee zijn.

De uitkering van een dividend betekent meteen ook dat de federale en Vlaamse overheid in totaal 595 miljoen krijgen, want bij de reddingsactie werd vastgelegd dat als KBC een dividend zou uitbetalen de overheden ook geld zouden ontvangen. Bij KBC zijn ze wat ontstemd over het bedrag dat ze aan de overheid zullen moeten terugbetalen voor de staatssteun die hen gered heeft. ‘Staatssteun? Je kunt je afvragen wie hier wie steunt’, zo wordt financieel directeur Luc Philips nu geciteerd. Met de winst keerde blijkbaar ook de arrogantie bij de bankdirecteurs terug.

Toch is het afwachten hoe onze grote banken de nieuwe stresstest zullen doorstaan. Hebben ze voldoende reserves om bij een nieuwe crisis eventuele verliezen op te vangen? Dat lijdt bij KBC alvast tot angstzweet. Dan zijn er nog de Basel III-normen, die eisen dat de financiële instellingen meer kapitaal achter de hand houden. Ook dat is geen makkelijke opdracht voor KBC, aangezien dat gelijktijdig zijn Vlaamse familiale aandeelhouders moet soigneren met winstuitkeringen. Bovendien moet KBC nog rekening houden met forse verliezen, bijvoorbeeld in Ierland waar het een kredietportefeuille heeft van meer van 17 miljard euro. En als de speculatie rond de euro opnieuw opflakkert, mag KBC ook uit die hoek klappen verwachten.

Zelf stipte KBC-topman Jan Vanhevel ook nog een moeilijk punt aan voor zijn onderneming: de banktaks. Die werd in ons land ingesteld nadat de overheid de spaarinleg tot 100.000 euro per spaarder en per bank had gegarandeerd, omdat spaarders bijna al het vertrouwen in de banken waren kwijtgespeeld. De banken hebben overigens al te kennen gegeven dat uiteindelijk toch de spaarders voor die heffing zullen opdraaien. De uitspraak van de KBC-topman over de bankentaks is dan ook al geen voorbeeld van bescheidenheid – die na de financiële crisis gepast zou zijn voor álle topmensen in ons bankwezen.

Zo zijn we bij het fundamentele probleem van onze grootbanken: ze hebben níéts geleerd uit de financiële crisis. Ze nemen nog steeds grote risico’s, bluffen zich nog steeds rijk en wanen zich opnieuw onaantastbaar. Tot de volgende crisis, die onvermijdelijk is met zo’n gedrag.

Vorige week werd in Knack al geschetst hoe Dexia in Franse handen dreigt te vallen. Als KBC opnieuw in ademnood komt, is het best mogelijk dat ook ‘de bank van hier’ in buitenlandse handen komt. Dan zijn we van alle Belgische grootbanken verlost. Dat is triest, maar onze overheden, en dus de belastingbetalers, hoeven dan niet langer op te draaien voor het onverantwoord gedrag van de bankiers. Zo rouwig om een uitverkoop hoeven we dus ook weer niet te zijn.

Ewald Pironet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content