Hubert van Humbeeck

De bevroren samenleving

Met de val van Hosni Moebarak en Muammar Khaddafi begint het verhaal pas. Wat komt er hierna?

Het is gek hoe vaak er de voorbije week naar Nader Fergany is verwezen. De Egyptische onderzoeker was de belangrijkste auteur van het Arab Human Development Report 2002 van het United Nations Development Program (UNDP), waarin Arabische wetenschappers voor de eerste keer scherp en kritisch over hun eigen samenleving schreven. In het jaar na de aanslagen van 11 september 2001 zorgde dat voor ophef. De auteurs kwamen tot de bevinding dat de Arabische wereld vooral aan drie kwalen leed: een gebrek aan vrijheid, de ondergeschikte rol van de vrouw in de maatschappij en een te laag niveau van kennisverspreiding – lees: het onderwijs is beroerd.

In november 2003, goed zes maanden na het begin van de oorlog in Irak, organiseerde het Egmont Instituut in Brussel een seminarie over de grondoorzaken van het terrorisme, waarop ook Nader Fergany was geïnviteerd. In een gesprek dat Knack toen met hem had, voorspelde hij dat duurzame hervormingen alleen uit een interne dynamiek kunnen voortspruiten. ‘Burgers in Arabische landen hebben te maken met een soms ondraaglijk onrecht en met ontberingen die het gevolg zijn van slecht bestuur op lokaal, regionaal en wereldvlak. Ze beschikken over geen enkel efficiënt politiek kanaal om daar zonder het gebruik van geweld iets aan te doen.’

Het rapport van Nader Fergany werd met lof overladen en snel in een diepe la gestopt. De Arabische Liga deed alsof het niet bestond – de conclusies waren misschien te pijnlijk. Fergany rekende uit dat het bruto binnenlands product van de hele Arabische wereld minder was dan dat van een land zoals Spanje. Er werden dat jaar nauwelijks driehonderd boeken naar het Arabisch vertaald. De Verenigde Staten en Europa deden evenmin verder iets met het rapport. Het kwam de voorstanders van de oorlog in Irak niet goed uit dat de regio zijn lot zelf in handen zou nemen.

Ook de gezaghebbende Amerikaanse columnist Thomas Friedman blies vorige week het stof van het Arab Human Development Report 2002. Hij besloot dat Amerika en Europa het hele Midden-Oosten de voorbije vijftig jaar als nauwelijks meer dan een verzameling tankstations hebben behandeld. ‘Onze boodschap was eenvoudig: houdt de pompen open, de prijs laag en val de Israëli’s niet teveel lastig. Dan doen jullie thuis verder waarin jullie zin hebben.’ En zo gebeurde ook. In april van vorig jaar prees het Internationaal Monetair Fonds Egypte voor de volgehouden en brede hervormingen in het land.

Dat waren duidelijk niet de hervormingen waarop de Egyptenaren zaten te wachten. Die hele houding, schrijft Friedman, zette de ontwikkeling stil en zorgde voor een samenleving die in de tijd bevroren leek. Tót de combinatie van hoge voedselprijzen, een hoge jeugdwerkloosheid en Facebook het deksel van de kookpan blies.

Het probleem is dat dit gebeurt in een samenleving met zwakke instellingen en nauwelijks enige traditie in georganiseerd medezeggenschap. Dat geeft al aan hoe moeilijk het wordt. Als de dictators weg zijn, rijzen er niet vanzelf een reeks democratieën naar westers model uit de grond. Politiek wordt de toekomst minder zeker en de kans bestaat dat de islam aan invloed wint. Zo gaat dat in een wereld waarin mensen ook rechten hebben.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content