Hubert van Humbeeck

Damascus zwicht niet

Het regime in Syrië geeft geen krimp. Toch lijkt er met de felle aanval op de stad Hama een grens overschreden.

De ochtend voor het begin van de islamitische vastenmaand, de Ramadan, viel het Syrische leger de stad Hama aan. Hama is een symbool: de stad werd bijna dertig jaar geleden al een keer platgewalst door de vader van de huidige president, Hafez Al-Assad. Zoon Bashar laat nu al enkele maanden zien dat hij net zo meedogenloos kan zijn. Na Hama waren Homs en Deir El-Zor aan de beurt. Beschietingen, tanks in de straten, veiligheidstroepen die met scherp schieten op alles wat beweegt.

Er zouden sinds het begin van het protest dit voorjaar in Syrië bijna tweeduizend burgers zijn doodgeschoten. Hoeveel het er precies zijn is niet duidelijk, want het land houdt de grenzen hermetisch gesloten voor media en waarnemers. Er zijn zeker ook aan de kant van het regime slachtoffers gevallen: in een stad zoals Deir El-Zor, vlakbij de grens met Irak, maken wapens deel uit van het dagelijks leven. Maar geweren en machinepistolen zijn geen partij voor de tanks van het leger.

Bashar Al-Assad hield tot zondag cynisch vol dat het leger alleen optrad om burgers te beschermen. Zijn regering liet weten dat er nog dit jaar ‘open en transparante’ verkiezingen worden gehouden. Die boodschap kwam er alleen nadat de kritiek op het brute optreden van het Syrische leger was toegenomen. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties belde Damascus op en ook de Arabische Liga, buurland Turkije en Saudi-Arabië lieten van zich horen. De Veiligheidsraad werd het eindelijk eens over een verklaring. Landen zoals Rusland, China, Brazilië en India blokkeerden maandenlang elke vorm van actie tegen Syrië. Met de aanval op Hama was er blijkbaar toch een grens overschreden.

Veel is het nog niet. De Veiligheidsraad bestond het zelfs om ook de manifestanten op de vingers te tikken: zij moeten zich ook ’terughoudend’ opstellen. Het probleem is dat een militaire operatie zoals in Libië in het geval van Syrië uitgesloten is. Daarvoor is het land te groot en te sterk en kan het nog altijd op te veel steun rekenen, onder meer van Iran. Damascus speelt al decennia een kwalijke rol in de regio, in Libanon en als steunpilaar van Hamas. Veel meer dan Muammar Khaddafi wordt Bashar Al-Assad met fluwelen handschoenen aangepakt.

Tegelijk vraagt ook de oppositie uitdrukkelijk niet om harde sancties, die de mensen misschien meer raken dan het regime. De krant The New York Times suggereerde dat de kleine Syrische olieproductie zou worden geboycot. Die vindt vooral afzet in Europa, in landen zoals Duitsland, Frankrijk, Italië en Nederland. Een boycot zou geen invloed hebben op de wereldmarkt, maar zou in Syrië zelf wel worden gevoeld. Ook door de zakenwereld in grote steden zoals Damascus en Aleppo, die door Assad altijd goed is bediend en nu toekijkt hoe de situatie zich ontwikkelt.

Misschien komt het proces tegen Hosni Mubarak in Caïro wel op tijd. De oude dictator werd daar vorige week op een ziekenbed binnengerold in een tot rechtszaal omgebouwde politieacademie, die ooit zijn naam droeg. Die beelden hebben wellicht ook Damascus bereikt. Zoals voor Muammar Khaddafi geldt ook voor Bashar Al-Assad dat er uiteindelijk geen uitweg is. Vader Assad kon dertig jaar geleden straffeloos een stad met de grond gelijk maken. Zoon Assad zal vaststellen dat de wereld sindsdien is veranderd.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content