Ludo De Brabander

Crisis? Niet bij defensie

Ludo De Brabander Woordvoerder van Vrede vzw

Crisis in Europa, en toch blijft defensie ontzettende gaten happen in overheidsuitgaven

In militaire kringen wordt er alarmerend gereageerd op de dalende Europese defensiebudgetten als gevolg van de economische crisis. NAVO-Secretaris-Generaal Rasmussen waarschuwt al langer voor wat hij een “groeiende en gevaarlijke kloof” noemt zowel binnen de NAVO als met de rest van de wereld. Generaal Patrick de Rousiers, de voorzitter van het Militair Comité van de EU, oordeelt dat Europa aan het “ontwapenen” is, omdat het aandeel in de wereldwijde militaire uitgaven is gedaald van 29% naar 20%. Ook de defensie-industrie klaagt. “Het is een kwestie van overleven”, aldus Christian-Peter Prinz zu Waldeck, de directeur van de Duitse Federatie van de Defensie-industrie. Hij ziet een oplossing in het verhogen van de wapenexport. Militair Europa lijkt zich wel op een zinkend schip te bevinden.

Maar klopt het wel dat het zo dramatisch gesteld is met de Europese defensie-sector? In december van dit jaar vindt een belangrijke Europese Raad plaats over Defensie. Daar zullen “cruciale beslissingen over de financiering en versterking van de Europese instellingen” plaatsvinden om “tegemoet te komen aan de Europese defensie- en veiligheidsverbintenissen” zo lezen we op de website van het Europese Defensie-Agentschap. Maar indien we alles op een rijtje zetten, lijkt het er veeleer op dat de dramatische voorstelling van het Europese defensie-apparaat er moet voor zorgen om zoveel mogelijk uit de brand te slepen. In werkelijkheid is de Europese defensiesector kerngezond. De wapenlobby zorgt er wel voor dat de impact van de economische crisis zo laag mogelijk wordt gehouden.

In het rapport van het ‘Center for Strategic and International Studies’ (CSIS – december 2012) lezen we dat de Europese defensie-industrie haar inkomsten tussen 2001 en 2011 met meer dan de helft zag groeien (van 58 miljard naar 91 miljard euro). Tussen 2001 en 2006 stegen de defensie-uitgaven van de EU-lidstaten met 10%. Recente besparingen op defensie doen zich vooral voor op vlak van het personeelsbestand. De Europese defensie-industrie heeft de laatste jaren ook veel meer op de export buiten Europa ingezet. Volgens de laatste officiële Europese cijfers hebben alle EU-lidstaten samen, in 2011 wapenexportvergunningen verstrekt ter waarde van 37,5 miljard euro, wat een stijging is met een vijfde t.o.v. 2010!

Om deze goede cijfers in moeilijke economische tijden te handhaven trekt de defensie-industrie alle registers open. De Europese lidstaten ontpoppen zich als echte vaandeldragers van de industrie door zowat alle aangevraagde wapenexportvergunningen goed te keuren en zich weinig aan te trekken van de 8 ethische criteria van het bindende Europees Gemeenschappelijk Standpunt voor wapenexport. In 2012 werden amper 0,82% vergunningen geweigerd. Voor het uitbreken van de Arabische lente kwamen wapens terecht in landen als Bahrein, Saudi-Arabië, Libië, Egypte en Syrië. Die ‘Arabische markt’ is vandaag nog altijd een van de belangrijkste voor de Europese wapenexport.

Geen enkele sector is zo met het beleid verstrengeld als de defensie-industrie. Die verstrengeling is zelfs geïnstitutionaliseerd met de oprichting van het Europese Defensie-Agentschap (EDA), waar regeringen en de defensie-industrie samenwerken aan Europese wapenprojecten. Daar gaat een grote impuls uit voor de militarisering van Europa.

De Europese defensiebudgetten van de meeste lidstaten liggen in absolute termen hoger dan in 2001. Het gezamenlijk defensiebudget van Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk lag in 2011 hoger (172,9 miljard $) dan dat van China (143 miljard $). De NAVO hanteert nog altijd als norm dat 2% van het BBP van de lidstaten naar defensie zou moeten gaan. Hoewel de meeste lidstaten daar (soms ver) onder blijven, zorgt dit voor extra politieke druk ten gunste van het defensie-apparaat. In defensie-kringen wordt doorgaans ook gewezen op de groeiende kloof met de VS. Daarbij wordt verzwegen dat het torenhoge Amerikaanse defensie-budget (4,7% van het BBP in 2011) het land met een enorm deficit heeft opgezadeld terwijl armoede en werkloosheid er hoge toppen scheren.

Defensiebudgetten en wapencontracten krijgen ook in deze economisch moeilijke tijden een prioritaire behandeling. Terwijl er zwaar gesnoeid moet worden in sociale uitgaven profiteerde het defensie-apparaat van nieuwe bestellingen. Een onderzoek van de Nederlandse ‘Campagne tegen de Wapenhandel’ toont aan dat de hoge militaire uitgaven substantieel hebben bijgedragen tot de enorme schuldencrisis waarin landen als Portugal, Cyprus en Griekenland zijn terecht gekomen. Terwijl Frankrijk en Duitsland van Griekenland zware besparingen eisten in de overheidsuitgaven, stelden ze zich heel anders op als het ging om de afhandeling van hun lopende militaire miljardencontracten met het land. Het Griekse defensiebudget bedroeg in 2009 maar liefst 3,2% van het BBP. De sterke daling die zich daarna inzette was dan nog vooral het gevolg van algemene besparingen in lonen en pensioenen van het defensiepersoneel.

Terwijl Europa gebukt gaat onder de economische crisis, blijft het defensie-apparaat ontzettende gaten happen in de overheidsuitgaven. Mochten alle landen hun defensiebudget op het niveau van niet-NAVO-lid Ierland plaatsen (0,6 %van het BBP) zouden we vele miljarden kunnen besparen of herinvesteren in een milieu- en sociaal vriendelijke economie die ook banen kan scheppen. De NAVO wijst graag op de vele mondiale dreigingen om hoge defensiebudgetten te legitimeren, maar het zijn sociaal-economische zaken zoals de schandalig hoge jongerenwerkloosheid die de echte veiligheidsuitdaging vormen voor Europa.

Ludo De Brabander, woordvoerder Vrede vzw en co-auteur van ‘Als de NAVO de passie preekt’ (EPO, 2009)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content