Walter van den Broeck – Een vrouw voor elk seizoen

Zeven verhalen voor zijn zeventigste: Walter van den Broeck bewijst in Een vrouw voor elk seizoen dat hij een zesde zintuig heeft voor de conversaties en kleine tics van mannen en vrouwen.

Walter van den Broeck – Een vrouw voor elk seizoen

Uitgeverij: De Bezige Bij, Antwerpen

Aantal pagina’s: 256

Prijs: 22,50 euro

ISBN: 978-90-854-2319-5

Lang geleden dat er in een Vlaamse verhalenbundel zoveel Duits werd gesproken. Walter van den Broeck presteert het zelfs om in Een vrouw voor elk seizoen, een verhalenbundel, twee verhalen in de Belgisch-Duitse grensstreek te situeren. Bij ‘Marie & Ella’ gaat het om twee Duitse diensters die in 1927 in een Gasthaus in Aken verliefd worden op dezelfde Belgische soldaat.

Stond Van den Broecks vader hiervoor model? ‘Frau Bronsky & Frau Bachmann’ speelt in de buurt van Düren, waar Van den Broeck zelf als milicien allicht heeft meegemaakt wat hij nu zo empathisch beschrijft: twee typistes die het niet willen hebben dat een derde indringster hun territorium komt inpalmen en die daarbij lagere officieren voor haar karretje spant.

Van den Broeck bewijst in deze bundel dat hij een bijzonder oor heeft voor de bochten van een gesprek, en dan vooral waar het om liefde en jaloezie gaat. Als theaterman weet Van den Broeck die dialogen met de kleinste aarzelingen voortreffelijk neer te zetten, maar daarnaast concentreert hij zich ook op de sprekende gebaren die de conversatie kracht bij zetten.

Hij is een meester in het registreren van minuscule maar o zo belangrijke gestes die het gezegde moeten onderlijnen. Wanneer de twee typistes uiteindelijk toch het nakijken krijgen van de kokette juffrouw Pauwels, de nieuwe typiste, beschrijft de verteller de finale vertwijfeling van een van hen als volgt: ‘Ze had dat pathetische van een vlieg die uit een lege fles probeert te kruipen, maar telkens opnieuw op de bodem valt.’

Als Gerard in het verhaal ‘Yolanda’ een rendez-vous heeft met echtgenote Yolanda en zij over haar aparte minnaar begint te orakelen, wordt hij ongemakkelijk en nipt hij ondertussen van zijn glas om zich toch maar een houding te geven. Van den Broeck noteert: ‘Zijn rechterbeen is gaan wiebelen. Alsof het van dit onbehaaglijk gesprek weg wil lopen.’

Alle verhalen cirkelen rond de manier waarop vrouwen zich in de liefde al pratend en gesticulerend een weg proberen te banen. Van den Broeck, die in zijn grote romans zo graag met de geschreven woorden en het toeval speelt, laat Dame Fortuna in deze ontmoetingen volop haar gang gaan. Niets is wat het lijkt en de lezer wordt, zoals de hoofdrolspeelsters zelf, voortdurend op het verkeerde been gezet.

Maar in tegenstelling tot zijn postmoderne spielereien staan de geschreven woorden deze keer in dienst van het echte leven. In Het beleg van Laken, zijn befaamde vierluik, trok hij een gesofisticeerd gordijn van associatief proza op waarachter de auteur zich treiterig verstopte. Dat intertekstuele masker laat Van den Broeck in deze verhalen vallen omdat de liefde die hier op het spel staat te belangrijk is voor geschreven woorden alleen.

‘Leven is onmiddellijk reageren, met al je klieren, met al je vezels, op wat zich aan je voordoet’, zegt Amanda in het gelijknamige verhaal, een soort van theatermonoloog. Van den Broeck probeert dat directe leven in real time te vatten. Vandaar zijn keuze om deze verhalen in geuren en kleuren, zoals dat in de orale literatuur het geval is, te vertellen.

En met handen en voeten, zoals de oudste tactiele verhalen dat al zonder woorden deden: al dansend in de Griekse choreografische theatertraditie, of plastisch en expressief in de stijl van collectieve stamrituelen die de grote rites de passage rond geboorte, huwelijk en dood vierden.

In die zin is Van den Broeck de Vlaamse volksschrijver bij uitstek die in elk van deze zeven vertellingen demonstreert hoe verlangen en haat al onze handelingen en gesproken woorden doordesemen. Hij viert de liefde die van geen ophouden weet: bij jong en oud, vrouw en man, lesbo, homo of hetero. Tot in het Duits toe.

Frank Hellemans

Walter van den Broeck

Geboren op 28 maart 1941 in Olen.

Debuteert in 1967 met de roman De troonopvolger.

Wordt bekend bij een groot publiek door het theaterstuk Groenten uit Balen (1972) en de roman Brief aan Boudewijn (1980).

Voltooit in 1992 zijn tetralogie Het beleg van Laken.

Haalt de shortlist van de AKO Literatuurprijs en de Gouden Uil met de schelmenroman De veilingmeester (2007).

Staat op de shortlist van de Libris Literatuurprijs met de roman Terug naar Walden (2009).

Dit najaar zou de film Groenten uit Balen naar het gelijknamige toneelstuk te zien zijn.

Partner Content