Walter van den Broeck – Brief aan Boudewijn

Walter van den Broeck voegde aan de jubileumeditie van zijn Brief aan Boudewijn uit 1980 ‘een tussentijds rapport’ over de stand van het land toe.

Walter van den Broeck – Brief aan Boudewijn

Uitgeverij: meulenhoff-Manteau

Aantal pagina’s: 320

Prijs: 15 euro

ISBN: 978-90-854-2231-0

Is een klassieker gebaat bij actualisering? Wie denkt aan de spuuglelijke naamsverandering van Omloop Het Volk tot het commercieel geüpdatete Omloop HetNieuwsblad is geneigd te zeggen van niet. Maar als een klassiek boek over het volk een nieuw hoofdstuk krijgt, ligt dat anders.

Walter van den Broeck (1941) voegde aan de jubileumeditie van zijn Brief aan Boudewijn uit 1980 ‘een tussentijds rapport’ over de stand van het land toe. Het is gedateerd 4 april 2010.

Dertig jaar lijkt voor Van den Broeck een geschikte afstand. In Brief aan Boudewijn bracht hij het ‘relaas van een fictieve wandeling’ met de koning door zijn geboortedorp in augustus 1950, de arbeiderscité in Olen waar hij opgroeide en die zelf rond 1920 werd gebouwd.

België bestond in 1980 150 jaar en de inzet van het schrijven was om de protocollaire realiteit van de koning – voor zijn onderdanen meer een beeld dan een mens – met de werkelijkheid van het werkvolk te confronteren: kleurrijk, solidair, maar niet zonder verdriet.

Tegelijk bakende Van den Broeck zijn mentale vaderland als schrijver af. Hij keerde terug naar de wortels van zijn literaire ik in het lotsverbonden wij-gevoel dat het volk (uit alle windstreken) rond de lokale koper-fabriek aan elkaar smeedde, maar dat na de oorlog verdampte door de toenemende materiële welvaart. Zo koppelde de Brief autobiografische fictie aan historische documentaire en sociale kritiek.

Ook in het nieuwe slotstuk zet de teloorgang van het sociale leven de toon, zowel persoonlijk als maatschappelijk. ‘Het is stil geworden in huis’, schrijft de auteur aan het literaire alter ego van Boudewijn, die ondergedoken in een klooster leeft, in de lijn van Het beleg van Laken.

De dood komt naderbij en de opgeschoonde maar ontzielde cité ‘verschilt in niets meer van de rest van de parochie, van de wereld’. Van een vaderland is nog amper sprake. België lost stilaan op in zijn eigen hervorming, ook sinds 1980. Al schuilt daarin ook hoop.

Door de gedeelde droom om ‘onzichtbaar te worden’ zijn Vlamingen en Walen prima ‘gewapend tegen de calamiteiten die in het nieuwe decennium op ons afkomen’, meent Van den Broeck. Je kunt daarin het geloof lezen dat wat verdwijnt ook een resistentie genereert. En dat was altijd al de kern van dit boek.

Tom Van Imschoot

Partner Content