Vrouwen, ondernemers en etnische leiders: 3 onverwachte types populisten

Sarah Palin © Reuters

Populisten: ze komen in alle soorten en maten. Experts Cas Mudde en Cristóbal Rovira Kaltwasser schetsen in Populisme drie opmerkelijke types van populistische leiders: de vrouw, de ondernemer en de etnische leider.

In het pas verschenen Populisme ontleden Cas Mudde en Cristóbal Rovira Kaltwasser het etiket dat vaak als scheldwoord, soms als ereteken gedragen wordt. Hieronder een fragment, waarin de experts stilstaan bij drie opmerkelijke types van populistische leiders.

Aangezien populistische politiek in wezen een strijd is van ‘het zuivere volk’ tegen ‘de corrupte elite’ en pretendeert de volkssoevereiniteit tot elke prijs te verdedigen, is het voor populistische leiders van cruciaal belang om zich als de ware stem van het volk te profileren. Net zoals ‘volk’ en ‘elite’ constructies zijn, zij het gewoonlijk gebaseerd op een verdraaide interpretatie van de werkelijkheid, is ‘vox populi’ een constructie van de populistische leider – ironisch genoeg vaak onbewust versterkt door de antipopulistische retoriek van de gevestigde orde. Een constructie bestaande uit twee afzonderlijke, maar onderling samenhangende processen:

(1) afscheiding van de elite en (2) verbinding met het volk.

Waar het eerste proces is gerelateerd aan de status van buitenstaander van populistische leiders, is het tweede gekoppeld aan hun gepretendeerde authenticiteit. Een populistische leider moet zijn volgelingen ervan overtuigen dat hij niet tot de (corrupte) elite behoort, maar deel uitmaakt van het (zuivere) volk.

De populistische sterke man doet dit door nadruk te leggen op actie en mannelijkheid, door in te spelen op de culturele stereotypen van het volk en door ‘gezond verstand’-oplossingen voor te stellen die in strijd zijn met het advies van deskundigen. Andere populistische leiders moeten echter creatiever zijn.

Hieronder laten we zien hoe drie minder voor de hand liggende populistische groepen zichzelf als de stem van het volk opwerpen met gebruikmaking van achtereenvolgens hun geslacht, beroep en etnische afkomst.

Vrouwen

Ondanks het feit dat het stereotype van de sterke man het publieke beeld van populisme blijft overheersen, zijn er vele voorbeelden van vrouwelijke populistische leiders.

Marine Le Pen (Front National).
Marine Le Pen (Front National).© Getty Images

Een van de eerste en bekendste was Eva Péron (1919-1952), tweede echtgenote van Juan Domingo Péron, die nog steeds tot de verbeelding spreekt bij zowel gewone Argentijnen als beroemde buitenlanders (zoals de Amerikaanse popzangeres Madonna). Soms is er ook een familieband tussen een vrouwelijke populist en een populistische sterke man, zoals bij Marine Le Pen in Frankrijk en Yingluck Shinawatra in Thailand.

Veel vrouwelijke populistische leiders daarentegen zijn selfmade vrouwen die hun politieke carrière op eigen kracht hebben opgebouwd. Het beste voorbeeld is misschien Pauline Hanson, oprichtster van de One Nation Party in Australië en drijfveer achter het (kortstondige) succes van de partij. Andere voorbeelden zijn Pia Kjærsgaard, oud-leider van de Deense Volkspartij; Frauke Petry, de voormalige leider van Alternatief voor Duitsland (AfD); Siv Jensen, de huidige leider van de Noorse Vooruitgangspartij en Sarah Palin, de opruiende ex-gouverneur van Alaska.

Net als populistisch sterke mannen putten vrouwelijke populistische leiders uit gendergerelateerde maatschappelijke opvattingen om hun imago van vox populi op te bouwen. Opvallend is vooral dat zij hun sekse inzetten om hun status van buitenstaander vorm te geven.

Sarah palin
Sarah palin © Reuters

Louter het feit dat een populistische leider vrouw is, terwijl de overgrote meerderheid van de (politieke) elite man is, versterkt haar imago als politiek buitenstaander. Palin bij voorbeeld benadrukte haar verzet tegen het netwerk van ‘ouwe-jongens-krentenbrood’ in Alaska en in de Amerikaanse politiek. Bovendien kunnen vrouwelijke populisten zich mede dankzij gendergerelateerde maatschappelijke opvattingen presenteren als politici tegen wil en dank. Zo verklaarde Hanson toen ze de politiek inging: ‘Ik sta hier niet als gelikte politicus, maar als vrouw die door het leven is gehard.’

Om aansluiting te vinden met het zuivere volk benadrukken veel vrouwelijke populisten typische kenmerken van de ‘goede vrouw’ zoals die in hun cultuur bestaan: vaak profileren ze zichzelf in de eerste plaats als moeder en echtgenote. Daardoor kunnen ze ‘authentiek’ overkomen en een band creëren met hun achterban die zich genegeerd voelt door de gevestigde orde. Palin bedacht het beroemde begrip ‘hockey mom‘ (hockeymoeder), een variant op het bekendere begrip ‘soccer mom‘ (voetbalmoeder) toegespitst op haar eigen context, Alaska – net als ‘mamma grizzly‘, waarmee Palin inspeelde op het gender-stereotype van de fel beschermende moeder.

Bijzonder informatief is ook deze uitspraak van Hanson, een mengeling van nationalisme en populisme: ‘Ik geef zo zielsveel om dit land dat het is alsof ik zijn moeder ben: Australië is mijn thuis en de Australische mensen zijn mijn kinderen.’

Ondernemers

Een ander vrij veel voorkomend maar grotendeels genegeerd type populistisch leider is de economische ondernemer. Enkele van de bekendste populisten waren succesvolle ondernemers en behoorden tot de rijkste mensen van hun land voordat ze zich ontpopten tot de stem van de gewone mensen.

Forbes schatte het vermogen van de Shinawatra-familie in 2015 op 1,6 miljard dollar, waarmee ze de tiende rijkste familie van Thailand waren, terwijl het vermogen van de familie Berlusconi geschat werd op maar liefst 7,8 miljard dollar (de zesde rijkste familie van Italië). Het fortuin van Ross Perot, de populistische kandidaat die in 1992 bijna 20 procent van de stemmen kreeg bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen, wordt getaxeerd op ongeveer 3,7 miljard dollar, waarmee hij in 2015 de 155ste rijkste persoon in de vs was.

Omdat populisme is gebaseerd op een frontale aanval tegen de gevestigde orde, is de combinatie ‘ondernemer + populist’ niet altijd makkelijk aan de man te brengen.

‘Het populistische onderscheid tussen volk en elite is niet wezenlijk gebaseerd op sociaaleconomische criteria maar eerder op ethische criteria’

Maar aangezien het populistische onderscheid tussen volk en elite niet wezenlijk gebaseerd is op sociaaleconomische criteria – zoals klasse of welvaart – maar eerder op ethische criteria, kunnen ondernemer-populisten hun zakeninstinct gebruiken om aan hun status van politieke buitenstaander te werken. Ze presenteren zichzelf dan als eerlijke, selfmade ondernemers die niet dankzij maar ondanks de corrupte politici hun fortuin hebben gemaakt.

Donald Trump
Donald Trump© REUTERS

Bovendien beweren ook ondernemer-populisten politicus te zijn tegen wil en dank, en in tegenstelling tot beroepspolitici niet uit financieel gewin de politiek in zijn gegaan. In de altijd kleurrijke woorden van Berlusconi: ‘Ik hoef geen premier te worden voor de macht. Ik heb over de hele wereld huizen, ontzagwekkende schepen […] prachtige vliegtuigen, een mooie vrouw, een mooie familie […]. Ik breng hiermee een offer.’

Een recenter voorbeeld is Donald Trump: een van de rijkste mensen van het land die zich desondanks profileerde als buitenstaander zonder enig ander belang dan het volk te dienen. Zoals hij in een van zijn in 2016 gehouden campagnetoespraken zei: ‘Er breekt een nieuwe dag aan in Amerika. De overheid gaat weer naar het volk luisteren. De kiezers worden de baas, en niet de special interests.’

Voor ondernemer-populisten lijkt een band aangaan met het volk op het eerste gezicht een onmogelijke taak. Hun leven staat immers veraf van dagelijkse werkelijkheid van de ‘gewone man’ die zij beweren te vertegenwoordigen. De gemiddelde Italiaan woont niet in een volledig gerenoveerd 17de-eeuws landhuis, Villa Gernetto (Silvio Berlusconi); de Amerikaanse Jan Modaal heeft geen museum dat naar hem vernoemd is, zoals het Perot Museum of Nature and Science in Dallas (Texas), dankzij een schenking van 50 miljoen dollar (Ross Perot). Veel populistische ondernemers zetten hun vermogen in om een band met ‘het volk’ te creëren en zich een aura van authenticiteit te verlenen. Bijvoorbeeld via sport – zoals het bekende geval van Berlusconi die AC Milan opkocht, een van de populairste voetbalteams van Italië (en wereldwijd), of Thaksin die (korte tijd) eigenaar was van Manchester City. En sommigen worden in eigen land voorzitter van de grootste voetbalclub, zoals Moïse Katumbi in de Democratische Republiek Congo (TP Mazembe), Bernard Tapie in Frankrijk(Olympique Marseille), Gigi Becali in Roemenië (Steaua Boekarest) en wijlen Jesús Gil y Gil in Spanje (Atlético Madrid).

Etnische leiders

De relatie tussen etniciteit en populisme is veel complexer dan vaak wordt afgeschilderd. Met name in Europa – met zijn overwegend rechts-radicale populistische partij en die autoritarisme, nativisme en populisme combineren – lopen deze twee vaak door elkaar heen. In Latijns-Amerika gaat het bij etnopopulisme vooral om het mobiliseren van inheemse volkeren.

President van Bolivia Evo Morales (R) speelt een voetbalwedstrijd.
President van Bolivia Evo Morales (R) speelt een voetbalwedstrijd. © Reuters

Hoewel beide types populisme etnische afkomst gebruiken om hun authenticiteit aan te tonen, doen ze dat op een fundamenteel andere manier. Voor het Europese rechtsradicaal populisme maakt etnische afkomst geen deel uit van het populistische onderscheid tussen volk en elite – beide behoren immers tot dezelfde etnische groep – maar van het nativistische onderscheid tussen ‘autochtonen’ en ‘allochtonen’. Die laatste groep wordt dan noch tot het volk noch tot de elite gerekend.

Bij het Latijns-Amerikaanse etnopopulisme daarentegen wordt de natie omschreven als een multiculturele eenheid waarbinnen volk en elite zijn gescheiden langs zowel morele als etnische lijnen. Een typisch geval van etnopopulisme is Evo Morales en zijn partij MAS. Morales is de eerste inheemse president van Bolivia, een land met een inheemse meerderheid die vanouds stelselmatig gediscrimineerd wordt. Hij zet zijn afkomst veelvuldig in als bewijs van zowel zijn afscheiding van de elite (status van buitenstaander) als zijn verbinding met het gewone volk (authenticiteit). Zo voert hij gewoonlijk aan dat hij afstamt van degenen die al veertigduizend jaar in Amerika wonen, in tegenstelling tot de elite die merendeels van recentere, Europese herkomst is. Bovendien beroemt Morales zich dikwijls op authenticiteit op grond van zijn afkomst – hij behoort tot de Aymara, samen met de Quechua de voornaamste inheemse bevolkingsgroep van Bolivia. Een van zijn bekendste uitspraken is: ‘Wij indianen zijn de morele waarborg van Latijns-Amerika’. Niettemin beoefenen Morales en MAS, anders dan de etnische populisten in Europa, geen exclusief populisme.

Sterker: behalve naar de grootste inheemse bevolkingsgroepen – Aymara en Quechua – bouwt de partij ook bruggen naar de mestiezen en blanken. In de woorden van Morales: ‘Het belangrijkste is dat de inheemse bevolking van nature niet wraakzuchtig is. Wij zijn hier niet om mensen te onderdrukken, maar om de handen ineen te slaan en Bolivia op te bouwen met rechtvaardigheid en gelijkheid.’

De populistische leider hoeft trouwens niet tot de etnische meerderheid te behoren. Zoals we zagen werd Fujimori een van de populairste politici van Peru ofschoon hij uit een kleine Japanse minderheid kwam. Juist vanwege zijn status als etnische minderheid in Peru – een sterk rasbewuste maatschappij waarvan de elite voornamelijk van Europese afkomst is – kon Fujimori makkelijker een brug slaan naar het gewone volk. Als een van de niet-Europese Peruanen werd hij opgenomen in de categorie van uitgesloten mensen. Bovendien droeg het behoren tot een etnische minderheid bij aan zijn imago van politieke outsider van eenvoudige komaf, iemand die dankzij persoonlijk talent was opgeklommen en niet door banden met de gevestigde orde. Dat imago werd versterkt doordat Fujimori’s voornaamste concurrent, Mario Vargas Llosa, een bekende blanke romanschrijver was met Europese wortels.

Cas Mudde en Cristobal Rovira Kaltwasser, Populisme, Amsterdam University Press, 160 blz., € 9,99.
Cas Mudde en Cristobal Rovira Kaltwasser, Populisme, Amsterdam University Press, 160 blz., € 9,99.© AUP

De populistische leider hoeft trouwens niet tot de etnische meerderheid te behoren. Zoals we zagen werd Fujimori een van de populairste politici van Peru ofschoon hij uit een kleine Japanse minderheid kwam. Juist vanwege zijn status als etnische minderheid in Peru – een sterk rasbewuste maatschappij waarvan de elite voornamelijk van Europese afkomst is – kon Fujimori makkelijker een brug slaan naar het gewone volk. Als een van de niet-Europese Peruanen werd hij opgenomen in de categorie van uitgesloten mensen. Bovendien droeg het behoren tot een etnische minderheid bij aan zijn imago van politieke outsider van eenvoudige komaf, iemand die dankzij persoonlijk talent was opgeklommen en niet door banden met de gevestigde orde. Dat imago werd versterkt doordat Fujimori’s voornaamste concurrent, Mario Vargas Llosa, een bekende blanke romanschrijver was met Europese wortels.

Cas Mudde en Cristobal Rovira Kaltwasser, Populisme, Amsterdam University Press, 160 blz., € 9,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content