Benno Barnard

Verdwaalde reiziger

Benno Barnard Lees hier de columns van de Nederlandse dichter en essayist Benno Barnard.

Voor gevorderde, kritische lezers, bevat onkatholieke passages: Benno Barnard over taal en wereld.

Maandag Wat is mijn favoriete partij anders dan een mystiek lichaam van gelijkgezinden, liefhebbers van de naamval en het oude Europa, een vereniging van duizenden eenzamen?

Dinsdag

Ik beland in Nokere, dat door het België van papa ergens in de Vlaamse Ardennen is achtergelaten. Papa: in casu moet dat baron Cyriel Buysse zijn, Vlaanderens grootste prozaïst. Zijn landstreek is verpest door autowegen en het soort moedeloos makende architectuur waarin de meeste Vlamingen gehuisvest schijnen te willen wezen; maar in dit dorp zie ik geen verkavelingen waar jonge ouders hun echtscheiding afwachten, wel een dreef die naar een verdwijnpunt leidt waar een kasteel moet staan: romantische mathematica, geflankeerd door loofbomen. Als het waait, ritselen hun hoge stemmen over de goeie ouwe tijd, toen de zoon van de pachter zijn pet lichtte voor de barones onder haar parasol; maar vandaag overstemt het ruisen van de regen hen, een regen van de soort die het adjectief ‘mals’ oproept. Opzij van de bomen staat een boerderijtje met luiken in de heraldische kleuren. Hier woont Frans, die ik nog uit Antwerpen ken en nu voor het eerst in dit onrealistische decor bezoek. Vanuit zijn woonkamer zie ik een blikkerende vijver achter de bomen, maar de dreef is een asymptoot, het kasteel blijft verbeelding. Hij vertelt dat de zuster van de baron, van wie hij zijn huis huurt, Fransè met hem praat, want het alternatief is patois en dat spreken is voor beide partijen vermoeiender. De barones bladdert dan ook een beetje af, haar glorie vergaat, de tijden zijn niet goed… maar in het Fransè leeft ze weer op, ze trekt die vorm om haar schouders als een warme shawl. ‘Dit is een Vlaanderen waarvan ik gehouden zou hebben,’ zeg ik. ‘Geen nouveaux riches, de pachter onder zijn koe, de wereld hiërarchisch en nog niet verpest.’ We lachen ondemocratisch onder het getokkel van de malse regen op zijn rode pannendak.

Woensdag Op mijn eigen landgoed. Ik denk na over een Vlaanderen van oud geld en oude armen. Hoeveel gelukkiger of ongelukkiger waren de mensen toen? Hard roggebrood, een mislukte oogst, een wegrottend gebit, veel te veel kinderen – heel wat ongelukkiger. Een niet door de automobiel versneden, niet door gele baksteen besmeurd Vlaanderen, waar men het land bewerkte in het zweet zijns aanschijns, een intact gezin, beetje kindersterfte daargelaten… heel wat gelukkiger. Ik zit in het laatste zonlicht naar de tuinmuur te staren. De zon presenteert haar versteende datief: zij neigt ter kimme. Een wolkje mussen landt al ouwehoerend in een appelboom. In het dal achter de muur liggen de huizen onder hun zonnepanelen lelijk te zijn. Tegen de muur bloeit de rode roos, haar gele zuster, de paarse camelia, de witte lupine, nog iets geels dat ik niet kan thuisbrengen; en boven dit boeket windt de druif haar serpentines rond het tegen de kruimelige baksteen gespannen ijzerdraad. Waarom doen die kleuren mij zoveel plezier? Bevredigen ze een ingeschapen esthetische behoefte? Is al dat impressionisme aan de voortplanting gekoppeld, zoals die deprimerende neodarwinisten mij zullen voorhouden? Maar ik heb me al voortgeplant, dus waarom geniet ik dan van die beschaafde ontploffing van Gods palet, het opgewonden getater van de mussen, de zon die haar licht over mijn schedel uitgiet?

Donderdag

Een oude vriendin haalt deze herinnering op: vele jaren geleden, per trein op weg naar haar werk in Leuven, was ze zo verdiept in mijn boek ‘Uitgesteld paradijs’ dat ze vergat uit te stappen. ‘Vanuit Landen mocht ik weerkeren met het epitheton Verdwaalde reiziger, dat een treinwachter me op een briefje had gegeven.’ De anekdote heeft de uitwerking van koperpoets op mijn groen uitgeslagen gemoed. ‘Wat een eer dat je ooit door mij bent meegesleept naar een andere bestemming dan beoogd!’ zeg ik. ‘Vat dat de bedoeling van literatuur niet mooi samen?’

Vrijdag De beheerder van een literaire website kreeg commentaar omdat hij uit dit dagboek had geciteerd zonder de lezer te waarschuwen voor mijn ‘neoconservatieve gedachtegoed’. Rustig slenter ik over het marktplein van de perceptie, waar men in groepjes stommiteiten staat uit te wisselen. Er moet dus een bordje bij mijn literatuur staan, geheel in de stijl van de oude index: Voor gevorderde, kritische lezers, bevat onkatholieke passages. Neocon, ik? O misverstand taai als ezelsvlees! Ik bekritiseer de islam uit liefde voor de emancipatie, tot nader order een links erfstuk. Ik ben een liberaal, uit liefde voor de vrijheid. Ik ben ook een conservatief, want ik pleit voor ouderwets onderwijs, het doorgeven van tradities, kortom datgene wat ik het ‘continuüm’ pleeg te noemen. Ik stal mijn stokpaard. Ik ga moedeloos naar bed en sta neerslachtig op. (Mijn dokter zegt: ‘Als je oud wil worden, lees dan geen kranten meer en blijf weg van het internet.’)

Zaterdag

Dirk de Geest, die Nederlandse letterkunde doceert in Leuven, vertelde dat de rector van de KUL hem met minachting beziet omdat hij weigert zijn colleges in het Engels te geven… De beschaving van de Lage Landen is een aflopende zaak – we bewegen ons, beter doende wat we zelf doen, achterwaarts naar het Interbellum, alwaar kardinaal Mercier ons handenwrijvend staat op te wachten: ‘Une université en flamand, mes chers amis, ça n’existe pas…’

Zondag

De mollen in de tuin graven onverdroten verder aan hun ondergrondse koninkrijk. Ik open de molshoop van vanmorgen en zet de tuinslang erin; vanavond plaats ik een klapper, die met een batterij en een sensor verbonden is. Ik verzuip ze, ik blaas ze op! Maar ze blijven terugkomen, een en al blinde, fluwelen spotlust.

Maandag

Een bericht van Belga over Joëlle Milquet en Sharia4Belgium – blijkbaar wordt een tekst afkomstig van haar ministerie geciteerd: ‘Ten slotte zal zij, als minister van Gelijke Kansen, overigens alle amalgaam tussen het aantal beperkte radicale islamisten en de Belgische of niet Belgische bevolking met moslimovertuiging streng bewaken, want deze hebben niets te zien met hen en verdienen respect en kunnen dus niet vergeleken worden met deze driften.’ Un communiqué de presse en flamand, ça n’existe pas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content