‘Veel gewone Algerijnen hadden nog nooit van de Shoah gehoord’

© Epa

Aan internationale erkenning ontbreekt het de Algerijnse auteur Boualem Sansal niet, maar het regime in zijn eigen land maakt hem het leven niet bepaald gemakkelijk. Zeker niet na het net vertaalde ‘Onvoltooide geschiedenis’, waarin hij in een Algerijns dorp een voormalige SS’er opvoert.

‘Ik dacht dat het een grap was’, zegt de Algerijnse schrijver Boualem Sansal (°1949) over de mail die hij op 10 mei in zijn woonplaats Boumerdès ontving, met de mededeling dat hij met de prestigieuze Duitse Vredesprijs van de Duitse Boekhandel gelauwerd was. Over dat nieuws werd in Algerije zelf nauwelijks over gerept. De grote krant El Watan besteedde er op een binnenbladzijde een paar regeltjes aan. Met uitzondering van de door hem bewonderde schrijfster Maïssa Bey werd Sansal in Algerije door niemand gefeliciteerd. Van regeringszijde kwam geen enkele reactie. De Vredesprijs werd vorige zondag in de Paulskirche te Frankfurt uitgereikt.

In de loop van zijn korte schrijverscarrière werd Sansal publieke vijand nummer één. De publicatie van ‘Le Village de l’Allemand’ (2008), een roman die zopas onder de titel ‘Onvoltooide geschiedenis’ in een Nederlandse vertaling is verschenen, deden de autoriteiten als Sansals zoveelste aanval op het heilig erfgoed van de Algerijnse natie af. Sansal: ‘Het boek werd in de media neergesabeld. Men beschuldigde me ervan dat ik de Algerijnse revolutie onteerde door een Duitse nazi op te voeren die had deelgenomen aan de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd. Er werd een systematische campagne tegen mij op touw gezet. Ik werd van alle kanten onder vuur genomen. Ze haalden er psychologen en psychiaters bij die aan de hand van bepaalde passages probeerden aan te tonen dat ik krankzinnig was. Ik werd beledigd en vernederd. Mijn vrouw, die in het onderwijs stond, werd feitelijk gedwongen ontslag te nemen.’

De kern van ‘Onvoltooide geschiedenis’ steunt nochtans op echt gebeurde feiten. Sansal: ‘In de jaren tachtig reisde ik voor mijn werk over het Algerijnse hoogplateau. Ik passeerde het dorp Aïn Deb, in de buurt van Sétif. Ik was verbaasd dat dit dorp er zo keurig bij lag, heel atypisch. Toen ik mijn gesprekspartners daarover aansprak, bleek dat ze die plek ‘het dorp van de Duitser’ noemden, geleid door een Duitser die er groot aanzien genoot. Het ging om een ex-SS’er die na de capitulatie van het naziregime via allerlei connecties in het Midden-Oosten was beland. In Egypte had hij voor de geheime dienst gewerkt. Nasser had hem naar Algerije gestuurd om er aan de onafhankelijkheidsoorlog deel te nemen. Na de onafhankelijkheid gaf de Duitser les aan de prestigieuze militaire academie van Cherchell.

Geen enkele van mijn gesprekspartners leek er aanstoot aan te nemen dat die man een oorlogsmisdadiger was met een groot aandeel in de uitroeiing van de Joden, integendeel, ze bewonderden hem. Uit mijn onderzoekingen bleek dat hij als scheikundig expert meegewerkt had aan de fabricatie van zyklon B, het gas waarmee de Joden in de Duitse kampen werden uitgeroeid. Het verhaal van die Duitser, die zich in Aïn Deb tot de islam bekeerde en er trouwde, bleef in mijn hoofd spoken.

Uiteindelijk verwerkte ik die anekdote in ‘Onvoltooide geschiedenis’, een roman die me de gelegenheid gaf om het manicheïstische geschiedenisbeeld van de onafhankelijkheidsoorlog – de goeden tegen de slechten – te nuanceren. Bovendien nam ik de kans waar om op de Shoah in te gaan. Tien jaar lang heb ik dat onderwerp bestudeerd, zodat ik werkelijk een expert in de materie geworden ben. Ik huiverde ervoor om aan het project te beginnen, omdat ik vermoedde dat me in Algerije heel wat narigheden te wachten stonden. Na de publicatie werd ik ervan beschuldigd dat ik de Shoah had gebruikt om de misdaden van het Franse kolonialisme in Algerije te bagatelliseren. Maar in feite had ik iets gedaan wat nog veel erger was dan een taboe breken. Veel gewone mensen in Algerije hadden immers nog nooit van de Shoah gehoord, en zij die er wel van op de hoogte waren, meenden dat de Shoah een uitvinding van de Joden was.’


In ‘Onvoltooide geschiedenis’ heet de SS’er Hans Schiller, een gefingeerde naam. Tot de fictie behoort ook dat die Schiller in de jaren negentig samen met de bewoners van Aïn Deb door de islamisten is vermoord. Anders dan in de werkelijkheid heeft Schiller twee uitgeweken zoons die in de buitenwijken van Parijs af te rekenen hebben met het fascistoïde schrikbewind van islamistische baardmannen (les barbus) en imams. Voor de zoons is het een vreselijke schok als ze erachter komen dat hun Duitse vader een oorlogsmisdadiger is geweest.

Sansal: ‘Je zou kunnen zeggen dat er in Algerije parallellen zijn met de Duitse naoorlogse geschiedenis. Heel wat Algerijnse kinderen die nu volwassen worden, vragen hun vaders wat ze tijdens het ‘zwarte decennium’ van de burgeroorlog hebben uitgespookt. Tal van die vaders – inmiddels gerespecteerde burgers en handelaars die in de moskee gaan bidden en aalmoezen uitdelen – waren in de jaren negentig maquisards die vrouwen hebben verkracht en onschuldige mensen de keel hebben overgesneden. Dat mag niet onder het tapijt worden geveegd. Ik vind dat ik het recht heb om die feiten in mijn romans te verwerken, ook al zijn velen in Algerije van mening dat ik het eigen nest bevuil door mijn boeken in het buitenland te publiceren. Niemand kan de geschiedenis voor zichzelf claimen. Ze behoort tot het patrimonium van de mensheid en is dus van iedereen.’

Over de toekomst is Sansal niet al te pessimistisch, ook al is de repressie hard. De machthebbers, van wie de buitenlandse rekeningen bulken van de harde deviezen, proberen de ontevredenheid bij de bevolking tegen te gaan door leraren, politieagenten, rechters en dokters met loonsverhogingen te paaien. Maar Sansal is ervan overtuigd dat ook in Algerije de apathie plaatsmaakt voor de overtuiging van het volk dat democratie, pluralisme en vrije meningsuiting binnen handbereik zijn. Sansal: ‘Bouteflika is oud en ziek. Hij kan elke dag overlijden. Het is uitgesloten dat de machthebbers daarna nog kunnen overgaan tot de orde van de dag.’

Piet de Moor

Het volledige gesprek met Boualem Sansal staat in Knack Extra (Boek 11).

Boualem Sansal, Onvoltooide geschiedenis, De Geus, 240 blz., 19,90 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content